GHZKALA5 periode 10 afweer

GHZKALA5 periode 10
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

GHZKALA5 periode 10

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
14.30 uur toets nabespreken
14.45 uur; uitleg periode 10
14.55 uur; theorie afweer
15.25 afsluiting en volgende week

Slide 2 - Tekstslide

Toets nabespreken vorige periode

Slide 3 - Tekstslide

Periode 10
week 1  11/11 afweer
week 2 18/11 opdracht afweerstoornissen, auto-immuunziekten
week 3  25/11 zenuwstelsel
week 4  2/12  aandoeningen zenuwstelsel
week 5 9/12 urinewegstelsel
week 6 16/12 nierfalen
kerstvakantie
week 7 6/1 maag-darmstelsel
week 8  13/1 aandoeningen maag-darmstelsel
week 9  20/1 theoretische toets
week 10  27/1 kantelweek

Slide 4 - Tekstslide

Afweer

Slide 5 - Tekstslide

lesdoelen
  • Je legt uit op welke manieren ziekteverwekkers onschadelijk gemaakt kunnen worden
  • Je legt uit wat natuurlijke immuniteit is
  • Je legt uit wat kunstmatige immuniteit is

Slide 6 - Tekstslide

Theorie
Malmberg, Take Care
handboek anatomie/fysiologie/pathologie
Deel A en B

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een bacterie en een virus?

Slide 8 - Open vraag

Noem een aantal manieren of wegen hoe ziekteverwekkers in ons lichaam kunnen komen.

Slide 9 - Tekstslide

Inademing: Via de luchtwegen kunnen ziekteverwekkers zoals virussen (bijv. verkoudheids- of griepvirussen) en bacteriën (bijv. tuberculose) het lichaam binnenkomen door inademing van besmette lucht.

Inslikken: Ziekteverwekkers in voedsel of water, zoals bacteriën die voedselvergiftiging veroorzaken (bijv. Salmonella), kunnen via de mond het spijsverteringskanaal binnenkomen.

Direct contact: Via de huid of slijmvliezen kunnen ziekteverwekkers binnendringen door direct contact met besmette oppervlakken, handen, of geïnfecteerde wonden.

Insectenbeten: Sommige ziekteverwekkers worden overgebracht door beten van geïnfecteerde insecten, zoals malaria door muggen en de ziekte van Lyme door teken.




Slide 10 - Tekstslide

Bloedcontact: Direct contact met besmet bloed of andere lichaamsvloeistoffen kan ziekteverwekkers zoals hepatitis of HIV in het lichaam brengen, bijvoorbeeld via onveilige injecties of bloedtransfusies.

Seksueel contact: Via seksuele overdracht kunnen ziekteverwekkers zoals chlamydia, gonorroe en HIV via slijmvliezen het lichaam binnendringen.


Slide 11 - Tekstslide

Afweer: Hoe beschermen wij ons tegen lichaamsvreemde stoffen? 

Slide 12 - Tekstslide

Schuif de juiste beschermingsmethode naar de juiste afbeelding
Doodt bacteriën
door zuur
Barrière van dode cellen die bacteriën buiten houden
Maken bacteriën onschadelijk door ze in te sluiten
Trilharen en slijmvliezen die ziekteverwekkers buiten houden
Ontwikkeling nieuwe ziekteverwekkers wordt tegengegaan door hoge temperatuur

Slide 13 - Sleepvraag

Slide 14 - Video

Barieres
  1. De huid 
  2. Slijmvliezen en zuur
  3. Het immuunsysteem 

Slide 15 - Tekstslide

Immuunsysteem
  • A-specifieke afweerfagocyten (opeten), specifieke afweer "activeren", ontstekingsreacties
  • Specifieke afweer ; B- en T-cellen, B-cellen;antistoffen produceren, T-cellen; geïnfecteerde cellen doden

Slide 16 - Tekstslide

A-specifieke afweer
  •  aangeboren afweer 
  •  de eerste lijn van verdediging tegen indringers 
  • altijd actief, zelfs voordat het lichaam wordt blootgesteld aan een specifieke ziekteverwekker
  • fysieke barrières zoals de huid en slijmvliezen, evenals cellen zoals macrofagen en neutrofielen die indringers opeten en doden.


De a-specifieke afweer is niet specifiek gericht op een bepaalde ziekteverwekker en biedt geen langdurige bescherming. Het is echter essentieel voor de bescherming van het lichaam totdat de specifieke afweer in actie kan komen.

Slide 17 - Tekstslide

Macrofagen
  •  soort witte bloedcellen die een belangrijke rol spelen in het immuunsysteem 
  • zijn onderdeel van de a-specifieke afweer en helpen bij het beschermen van het lichaam tegen indringers zoals bacteriën, virussen en andere ziekteverwekkers.
  • Macrofagen kunnen indringers opeten en doden >fagocytose
  • kunnen ook de productie van cytokines stimuleren, die helpen bij het reguleren van de immuunrespons en het aantrekken van andere immuuncellen naar de plaats van infectie of ontsteking.(Ze kunnen bijvoorbeeld witte bloedcellen activeren en aantrekken om infecties te bestrijden, of ze kunnen de groei van nieuwe bloedvaten stimuleren om wondgenezing te bevorderen. )
  • belangrijke rol bij de weefselreparatie en het opruimen van dode of beschadigde cellen in het lichaam. Ze kunnen ook helpen bij het presenteren van ziekteverwekkers aan de specifieke afweer, zodat deze gericht kunnen worden aangepakt.



Kortom, macrofagen zijn essentiële spelers in het immuunsysteem en dragen bij aan de bescherming en het herstel van het lichaam.


Slide 18 - Tekstslide

  • Neutrofielen (witte bloedcellen) ;zijn betrokken bij de eerste verdedigingslinie van het immuunsysteem en spelen een belangrijke rol bij het bestrijden van infecties.

     Net als macrofagen kunnen neutrofielen indringers opeten en doden door fagocytose. Ze kunnen ook een rol spelen bij het ontstekingsproces en bijdragen aan de productie van cytokines.
  • Natural killer (NK)-cellen; zijn betrokken bij de vroege afweer tegen virussen en kankercellen. 
  • Dendritische cellen ; "vangen" van ziekteverwekkers met hun lange uitlopers (dendrieten)
  • Complement (in bloedplasma opgeloste eiwitten) ;ook betrokken is bij de vroege verdediging tegen ziekteverwekkers en kan helpen bij het doden van bacteriën.

Slide 19 - Tekstslide

Specifieke afweer
- Eén type antistof werkt maar op één type antigeen.
- Een antigeen is een lichaamsvreemde stof die een immuunreactie kan opwekken, terwijl een antistof een eiwit is dat door het immuunsysteem wordt geproduceerd om specifiek dat antigeen aan te vallen en te neutraliseren.
- Immuun: Bij een mogelijke 2e infectie maakt 
   afweersysteem bijna direct antistoffen. Je wordt dan vaak ook niet ziek.

Slide 20 - Tekstslide

B-cellen, humorale respons
  • produceren antilichamen> specifieke pathogenen herkennen + neutraliseren
  • B-cel herkent antigeen (op oppervlak pathogeen)> receptoren (oppervlak B-cel ) specifiek voor betreffende antigeen
  • begint zich te delen> groot aantal
  • gaan allemaal antilichamen produceren> bloedbaan

Dit noemen we ook wel de humorale respons.


Slide 21 - Tekstslide

T-cellen
  • rol in de Aangeboren en adaptieve immuunrespons
  • soorten T-cellen
  1. helper t-cellen(cytokines af te scheiden die de immuunrespons stimuleren),
  2. cytotoxische T-cellen( cellen detecteren die besmet zijn met een virus of kankercellen en deze specifiek vernietigen), 
  3. geheugen T-cellen (na de eerste infectie achterblijven in het lichaam en snel kunnen reageren bij een volgende infectie. Ze kunnen zich snel vermenigvuldigen en differentiëren in cytotoxische T-cellen en helper-T-cellen om de ziekteverwekker snel en effectief te bestrijden)

Slide 22 - Tekstslide

Specifieke afweer immunologisch geheugen !
Snel en effectief,
langdurige bescherming !

Slide 23 - Tekstslide

Nadat je de 1e keer besmet bent geraakt met het coronavirus wordt er gezegd dat je er de 2e keer niet meer heel ziek van zal worden. Je bent immuun
Hoe kan dat?
A
Doordat er nog steeds antistoffen aanwezig zijn in je bloed. Die dan direct kunnen werken
B
Omdat een bepaalde witte bloedcel onthoudt welke antistoffen gemaakt moeten worden tegen een bepaalde antigen
C
Je lichaam weet hoe de ziekteverwekker eruit ziet en zorgt dat hij niet meer je lichaam binnen kan komen.
D
De witte bloedcellen die het virus onschadelijk maken, wachten op de plek waar het virus het lichaam binnenkomt. Hier maken ze het virus direct onschadelijk

Slide 24 - Quizvraag

Hoe werkt een vaccin nu eigenlijk?

Slide 25 - Tekstslide

Natuurlijke en kunstmatige immuniteit

Natuurlijke immuniteit:
- Lichaam maakt zelf antistoffen tegen binnengedrongen ziekteverwekkers.
- Deel witte bloedcellen onthouden gemaakte antistof (geheugencel, immuun) 

Kunstmatige immuniteit: 
- Actieve immuniteit: inbrengen verzwakte ziekteverwekker (vaccineren). Lichaam maakt zelf           antistof (geheugencel onthoudt antistof, immuun)

- Passieve immuniteit: Antistoffen worden ingebracht (serum). Lichaam maakt zelf 
   geen antistoffen en onthouden de antistoffen ook niet (tijdelijke immuniteit)

Slide 26 - Tekstslide

Sleep de gegeven voorbeelden naar de juiste vorm van immunisatie
Actieve immuniteit
Passieve immuniteit
zelf antistoffen maken
antistoffen ingespoten krijgen
Vaccin
Serum
Tijdelijk immuun
Blijvend immuun
Ziekten voorkomen

Slide 27 - Sleepvraag

Slide 28 - Tekstslide

Vragen??
Volgende week opdracht afweerstoornissen, auto-immuunziekten
Opdracht inleveren uiterlijk vrijdag 22/11

Slide 29 - Tekstslide