1.5 Decimale getallen bij wortels en kwadraten

  • Pen, potlood en gum​
  • Kleurpotloden/stiften​
  • Geodriehoek​
  • Passer​
  • Schaar​
  • Rekenmachine
  • Ruitjesschrift




1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

  • Pen, potlood en gum​
  • Kleurpotloden/stiften​
  • Geodriehoek​
  • Passer​
  • Schaar​
  • Rekenmachine
  • Ruitjesschrift




Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?

  • Uitleg 1.5 
  • Controle 1.1 t/m 1.4 (einde van de les)
  • Controle kennis over 1.1 t/m 1.4

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het kwadraat van 5 = 25 en 5 kwadraat

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Worteltrekken  is het omgekeerde van kwadrateren
1.4 Wortel 

H1.3  Kwaraten & H1.4  Wortel

Slide 4 - Tekstslide

Je wil een vierkant terras maken van 36 tegels.
Wat weet je van een vierkant? Lengte is hetzelfde als de breedte
Hoeveel tegels liggen er op één zijde van het terras? (hoe berekend?)
In paragraaf 1.3 geleerd: 6 x 6 = 36 of 6² = 36
Van deze som kan je een pijlenketting maken (pijlenketting leerjaar 1)
OPKLIK pijlenketting
6 kwadrateren geeft 36
Voor het uitrekenen van het aantal tegels per zijde van dit terras, moet je het tegenovergestelde van kwadrateren doen. Dat heet worteltrekken.
OPKLIK omgekeerde pijlenketting
OPKLIK voor wortelteken controleer jezelf: de wortel van 36 is 6 want 6 x 6 = 36
Oefenen: terras van 49 en 64 tegels
H1.5  leerdoelen

Ik kan het kwadraat van 8 en 12 uitrekenen (op je rekenmachine)
Ik kan de wortel van 49 en 81 uitrekenen (op je rekenmachine)
Ik kan het teken ≈ gebruiken




Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij de Casio fx-82MS is er naast de x²-knop de √-knop (dus geen extra toets indrukken). 

OEFENEN:
Kwadraat van 35
Wortel van 625
Kwadraat van 2,5
De wortel van 7
Kwadraat -1
De wortel van -1

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



- Zet een streep achter het eerste decimaal
- Kijk naar het getal rechts van die streep
    Is dit cijfer een 4 of lager, laat dan alle cijfers      achter de streep weg
-  Is dit cijfer gelijk of > 5 of hoger, dan wordt          het cijfer voor de streep 1 hoger (en de                  cijfers achter de streep laat je weg)

      
√7 = 2,645751311064591 
          2,6 / 4/ 5751311064591     ≈ 2,6
                     5 < 4 >  5  ?  
       
           4 kleiner dan 5 afronden naar   
                    2,64 ≈ 2,6

Oefen: rond af op 1 decimaal:
2,6612546  =   
2,6912666  = 
 
Wanneer gebruik het teken ≈ ?
≈         ongeveer gelijk aan

Slide 7 - Tekstslide

Ligt dit cijfer dichter bij 2,6 of bij 2,7?

Rond af op 1 decimaal:
4,6612546

A
4,7
B
4,66
C
4,6
D
4,76

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

rond af op 1 decimaal
3,6312666 =

A
3,7
B
3,64
C
3,6
D
2,63

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



afronden op 1 decimaal
13
A
3,6
B
3,60
C
3,61
D
3,62

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



afronden op 1 decimaal
70
A
8,3
B
8,36
C
8,4
D
8,46

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

betekenis voor het teken
is?
A
vergelijkbaar met
B
ongeveer gelijk aan (afgerond op een decimaal)
C
precies op een decimaal afgerond

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies




2,5
A
1,6
B
1,5
C
1,59
D
1,58

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk 1.5
1.5: opgave 25 t/m 28 (blz. 30/31)
Werk zelfstandig of werk samen en vooral denken aan de fluistertoon.

Docent komt langs om te controleren:
huiswerk controle 1.1. t/m 1.4

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ging de les?


Wat ging goed?
Wat ging minder goed?
Hoe gaan we dit verbeteren?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit opdracht
1.1 Veelvouden en delers


Schrijf alle delers op van 72 

Docent komt langs 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit opdracht
1.2 Blokjes erin en eruit  


Schrijf je bereking op! docent komt langs 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit opdracht
1.3 Kwadraten 

Schrijf de kwadraten op van 5 t/m 12.
Noteer als: 2² = 2 x 2 = 4 

Docent komt langs 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit opdracht 

1,3 Kwadraat
1.4 Wortel 

Wortel  is het omgekeerde van kwadrateren
docent komt langs

Slide 19 - Tekstslide

Je wil een vierkant terras maken van 36 tegels.
Wat weet je van een vierkant? Lengte is hetzelfde als de breedte
Hoeveel tegels liggen er op één zijde van het terras? (hoe berekend?)
In paragraaf 1.3 geleerd: 6 x 6 = 36 of 6² = 36
Van deze som kan je een pijlenketting maken (pijlenketting leerjaar 1)
OPKLIK pijlenketting
6 kwadrateren geeft 36
Voor het uitrekenen van het aantal tegels per zijde van dit terras, moet je het tegenovergestelde van kwadrateren doen. Dat heet worteltrekken.
OPKLIK omgekeerde pijlenketting
OPKLIK voor wortelteken controleer jezelf: de wortel van 36 is 6 want 6 x 6 = 36
Oefenen: terras van 49 en 64 tegels