Thema 7 Dictee 3 oefenen
1 / 24
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Waar zie je "het vierkant"?
A
B
C
D
Slide 2 - Quizvraag
Maak een zin met "terug".
Slide 3 - Open vraag
Wat is dit?
A
de vorm
B
de rechthoek
C
de rol
D
de wereld
Slide 4 - Quizvraag
Wat is goed?
A
uitverkocht
B
uitverkogt
C
outverkocht
D
outverkogt
Slide 5 - Quizvraag
Luister en typ het woord
Slide 6 - Open vraag
Welk woord staat hier?
v - m - o - e - d - n - e - r - o - r
v - m - o - e - d - n - e - r - o - r
Slide 7 - Open vraag
Wat is dit?
A
het kind
B
de volwassene
C
het meisje
D
de soort
Slide 8 - Quizvraag
Wat is goed?
A
uitnodugen
B
outnodigen
C
uitnodigen
D
outnodugen
Slide 9 - Quizvraag
Luister en typ het woord
Slide 10 - Open vraag
Zoek een foto van "de zaal".
Slide 11 - Open vraag
Dichtbij is ..............
A
vanaf
B
terug
C
vlakbij
D
verlegen
Slide 12 - Quizvraag
Welk woord staat hier?
v - i - d - i - j - r - e - n - k - e - l
v - i - d - i - j - r - e - n - k - e - l
Slide 13 - Open vraag
Luister en typ het woord
Slide 14 - Open vraag
Waar zie je "verlegen"?
A
B
C
D
Slide 15 - Quizvraag
Wat doet deze man?
Slide 16 - Open vraag
Luister en typ het woord
Slide 17 - Open vraag
Welk woord staat hier?
v - n - f - a - a
v - n - f - a - a
Slide 18 - Open vraag
Typ zonder fouten:
Een vierkant en een cirkel zijn vormen.
Een vierkant en een cirkel zijn vormen.
Slide 19 - Open vraag
Typ zonder fouten:
Een ander woord voor heel goed is top.
Een ander woord voor heel goed is top.
Slide 20 - Open vraag
Typ zonder fouten:
Bij het stoplicht kun je veilig oversteken.
Bij het stoplicht kun je veilig oversteken.
Slide 21 - Open vraag
Typ zonder fouten:
Mijn mentor is echt heel vriendelijk.
Mijn mentor is echt heel vriendelijk.
Slide 22 - Open vraag
Typ zonder fouten:
Ga jij vanavond naar het feest in de zaal?
Ga jij vanavond naar het feest in de zaal?
Slide 23 - Open vraag
Wat vond je van deze les?
A
leuk
B
niet leuk
