BK2D Les Nederlands 12 januari 2021

Les Nederlands 
12 januari 2021
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les Nederlands 
12 januari 2021

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
Je leert in deze les je mening geven en argumenten bij je mening geven.




Slide 2 - Tekstslide

Betoog schrijven

Hoe doen we dat?



Slide 3 - Tekstslide

Betoog schrijven
Wat is het verschil tussen een informatief artikel en een overtuigend artikel (betoog) ?

Slide 4 - Tekstslide

Betoog schrijven
Opdracht
Schrijf een betoog over een onderwerp naar keuze. Zorg dat jouw betoog in ieder geval de volgende zaken bevat:
Inleiding
aanleiding; 
Hoe ben je op dit onderwerp gekomen?
mening over de kwestie;
Wat vind jij van het onderwerp?
Middenstuk
twee argumenten die jouw mening onderbouwen;
Schrijf per argument een alinea.
één tegenargument;
weerlegging van het tegenargument;
Slot
herhaling/samenvatting.

Slide 5 - Tekstslide

Betoog schrijven
 Onderwerp; Docenten en vaccinaties
 
Standpunt; Docenten moeten eerder gevaccineerd worden.

 Titel; Vaccineer docenten
1 Inleiding
Ik sta voor de klas, kwetsbaar. Waarom docenten niet eerder vaccineren, terwijl ze wel veel risico lopen om besmet te raken?




Slide 6 - Tekstslide

Betoog schrijven
Middenstuk
Om het onderwijs door te kunnen laten gaan, is het belangrijk dat docenten dat veilig kunnen doen. 
3 Ook geeft het docenten meer rust om te weten dat ze veilig en gevaccineerd naar hun werk kunnen. Dit haalt een enorme mentale druk van docenten af. 
4 Jongeren zijn minder vatbaar voor COVID. Dat is fijn, maar hun docenten zijn wel vatbaar. Jongeren kunnen namelijk anderen wel besmetten. Dus ook hun docenten.


Slide 7 - Tekstslide

Betoog schrijven
Slot
Kortom, (zie boven)


Slide 8 - Tekstslide

Betoog schrijven
Onderwerp kiezen;
Onderwerp mij doorgeven.
Doe dit door je hand op te steken in Google Meet.
Het schrijfplan maken.
In Classroom vind je een voorbeeld.
Beginnen met schrijven.



Slide 9 - Tekstslide

Betoog schrijven; inleiding
Waar let je op?





Slide 10 - Tekstslide

Betoog schrijven; inleiding
De aanleiding voor het schrijven van deze tekst;
Wat gebeurt er om je heen?

Het onderwerp van de tekst;
Dit kan je samen nemen met de aanleiding.

Jouw standpunt/mening over het onderwerp van de tekst;
Naar mijn mening … / Als je het mij vraagt … / Ik vind …
Let op: de argumenten (want / omdat) komen pas in het middenstuk.





Slide 11 - Tekstslide

Betoog schrijven; voorbeeld
“Eindelijk, de vaccins zijn er! We kunnen dus beginnen met het inenten van Nederland. Dat de zorgmedewerkers als eerst mogen, snap ik helemaal. Zij zijn de mensen die ons door deze tijd moeten helpen. Maar geldt dat ook niet voor docenten? Zij moeten van de regering, ook tijdens de lockdown, op school blijven lesgeven. En toch staan ze niet bovenaan de vaccinatielijst. Is dat niet gek? Wat mij betreft horen docenten na het zorgpersoneel snel gevaccineerd te worden.” 





Slide 12 - Tekstslide

Betoog schrijven; aanleiding
Het volgende gedeelte bevat de aanleiding en het onderwerp:

“Eindelijk, de vaccins zijn er! We kunnen dus beginnen met het inenten van Nederland. Dat de zorgmedewerkers als eerst mogen, snap ik helemaal. Zij zijn de mensen die ons door deze tijd moeten helpen. Maar geldt dat ook niet voor docenten? Zij moeten van de regering, ook tijdens de lockdown, op school blijven lesgeven. En toch staan ze niet bovenaan de vaccinatielijst. 





Slide 13 - Tekstslide

Betoog schrijven; standpunt
Het volgende gedeelte bevat het standpunt:

Is dat niet gek? Wat mij betreft horen docenten na het zorgpersoneel snel gevaccineerd te worden.” 





Slide 14 - Tekstslide

Theorie en startopdracht
Gezamenlijk maken we de startopdracht en bekijken we de theorie.
Vervolgens maak je de opdrachten in je digitale boek.

Slide 15 - Tekstslide

Mening en argumenten
Als je je mening geeft, leg je ook uit waarom je die mening hebt. Je geeft dan een argument voor je mening. Als je andere mensen wilt overtuigen, moet je aantonen dat je gelijk hebt. Dat doe je met argumenten.

Slide 16 - Tekstslide

Mening en argumenten
Noteer achter je mening het signaalwoord want of omdat en maak de zin af.

Bijvoorbeeld:
Ik vind dat Martin Garrix fantastische muziek maakt, want zijn composities zijn gevarieerd en vernieuwend.

Slide 17 - Tekstslide

Mening en argumenten
Vergelijk jouw situatie met die van iemand anders. Bijvoorbeeld:

Ik vind dat wij ijsvrij moeten krijgen, want op andere scholen geven ze dat ook.

Slide 18 - Tekstslide

Mening en argumenten
Leg uit dat iets in het belang is van jou en van je lezers. Bijvoorbeeld:

Mijn mening is dat de controle op het fietsenhok verscherpt moet worden, want er worden vaak fietsen vernield of gestolen.

Slide 19 - Tekstslide

Mening en argumenten
Bedenk bij je argumenten een goed voorbeeld. Bijvoorbeeld:

Ik vind dat ik zelf mag bepalen hoe laat ik naar bed ga, want ik kom er ‘s morgens toch op tijd uit. Gisteren ging ik bijvoorbeeld om half twaalf naar bed en toch was ik gewoon om zeven uur op.

Slide 20 - Tekstslide

Mening en argumenten
Gebruik signaalwoorden als je meer argumenten noemt. Bijvoorbeeld: ten eerste, ook, bovendien, tot slot.

Leg uit waar je argumenten vandaan komen. Noem je bronnen. Bijvoorbeeld: vrienden, media, eigen ervaring.

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk
1. Maak de aangegeven opdrachten van Schrijven H4; mening en argumenten.
2. Maandag 18 januari moet je de volgende onderdelen af hebben:
- Schrijven H4
- Je betoog in Classroom

Heel veel succes! Heb je vragen? Steek je hand op of stel je vraag via de chat.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link