4 havo betoog instructie H20 schrijftips

4 havo - betoog- 10 maart
  • instructie schrijfopdracht betoog
  • geschikt standpunt zoeken
  • Waar zoek je naar geschikte artikelen?
  • criteria 'kern'
  • Hoe schrijf je een inleiding en een slot?
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

4 havo - betoog- 10 maart
  • instructie schrijfopdracht betoog
  • geschikt standpunt zoeken
  • Waar zoek je naar geschikte artikelen?
  • criteria 'kern'
  • Hoe schrijf je een inleiding en een slot?

Slide 1 - Tekstslide

Schrijfopdracht - Magister 24 maart

Slide 2 - Tekstslide

Standpunt
  • 2doc
  • universiteit van Nederland
  • vice.com
  • Volkskrant/Trouw/NRC
  • De correspondent
  • schooldebatteren.nl

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Slide 5 - Link

Slide 6 - Link

Deel je stelling met een klasgenoot.

Geef elkaar feedback op de volgende punten:
  • Is de stelling controversieel?
  • Is de stelling positief geformuleerd?
  • Is de stelling eenduidig?
  • Is de stelling een verandering van de huidige situatie?
  • Bevat de stelling geen argument?
  • bestaat de stelling uit maximaal 15 woorden?

Slide 7 - Tekstslide

zoek geschikte artikelen/podcasts/video's
Let daarbij op de volgende punten:
  • Heeft de inhoud van de artikelen betrekking op de stelling?
  • Hebben de artikelen een betrouwbare bron?

Slide 8 - Tekstslide

4 havo - 13 maart
  • argumentatie H20
  • aan de slag: leestekst
  • schrijftips: inleiding en slot
  • geschikte artikelen zoeken 

Slide 9 - Tekstslide

Argumentatiestructuur
Een argumentatiestructuur is een schema waarin je duidelijk maakt op welke manier argumenten met elkaar en met het standpunt samenhangen. 

Slide 10 - Tekstslide

Argumentatiestructuren H20
  • Enkelvoudige argumentatie = één standpunt en één argument
  • nevenschikkende argumentatie = één standpunt en meerdere argumenten - afhankelijk/onafhankelijk
  • onderschikkende argumentatie = een argument wordt ondersteund door één of meer subargumenten 

Slide 11 - Tekstslide

Argumentatiestructuren
Enkelvoudige argumentatie 

Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.

Slide 12 - Tekstslide

Argumentatiestructuren
Onderschikkende argumentatie
Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Je lever wordt door alcoholgebruik steeds slechter.

Slide 13 - Tekstslide

Argumentatiestructuren
Nevenschikkende onafhankelijke argumentatie 

Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is gevaarlijk in het verkeer.

Slide 14 - Tekstslide

Argumentatiestructuren
Nevenschikkende afhankelijke argumentatie 

Heel Nederland heeft last van het slechte weer.
In Noord-Nederland hadden ze te maken met veel schade door de harde wind.
Terwijl Zuid-Nederland met name te maken had met wateroverlast.

Slide 15 - Tekstslide

Argumentatiestructuren
Combinatie van argumentaties 
Een taxi kost meer dan wanneer je  zelf rijdt.
Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is gevaarlijk in het verkeer.
Het is duur.
Het is slecht voor je lever.
Met drank op moet je een taxi nemen.

Slide 16 - Tekstslide

Argumentatiestructuren
Stelling: Het festival van afgelopen weekend was niet leuk.
  • Het regende drie dagen onafgebroken. 
  • Een flesje water kostte 5 euro.
  • Het vliegtuig had vertraging. 
  • Het was erg duur. 
  • De hoofdact kwam niet opdagen. 

Zet de stelling met de bijbehorende argumenten in een schema

Slide 17 - Tekstslide

Argumentatiestructuren
Het festival van afgelopen weekend was niet leuk.
Het vliegtuig had vertraging. 
Het was erg duur. 
De hoofdact kwam niet opdagen.
Een flesje water kostte 5 euro. 
Het regende drie dagen onafgebroken.

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag
oefentekst

Slide 19 - Tekstslide

hoe schrijf je een inleiding en een slot?

Slide 20 - Tekstslide

zie ppt

Slide 21 - Tekstslide