Les 10 juni tekstverbanden en signaalwoorden

Lesdoelen - les 10 juni 2022

Je kunt tekstverbanden benoemen en  in een tekst herkennen aan de hand van signaalwoorden.
(Hoofdstuk 2 en 3 Lezen)


1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen - les 10 juni 2022

Je kunt tekstverbanden benoemen en  in een tekst herkennen aan de hand van signaalwoorden.
(Hoofdstuk 2 en 3 Lezen)


Slide 1 - Tekstslide

tekstverbanden

Slide 2 - Woordweb

Doordat de maatregelen niet het gewenste effect hadden, werd het Vondelpark volledig afgesloten voor het publiek.

Met welk tekstverband heb je hier te maken?
A
Opsomming
B
Reden/argument
C
Tijdvolgorde/ chronologisch
D
Oorzakelijk verband

Slide 3 - Quizvraag

Waaraan herken je een samenvattend tekstverband?

Slide 4 - Open vraag

signaalwoorden
samenvatting

Slide 5 - Woordweb

Samenvatting
Bij een samenvattend verband vertelt de schrijver nog eens in het kort wat hij daarvoor heeft behandeld. Dit is een typisch verband dat je tussen alinea's vindt.

Inhoud alinea 1: Vlees eten is slecht voor dierenwelzijn.

Inhoud alinea 2: Vlees eten is slecht voor het milieu.

Kernzin alinea 3: Samengevat is het eten van vlees slecht voor zowel het dierenwelzijn als voor het milieu.



Slide 6 - Tekstslide

Welk signaalwoord hoort bij een doel-middelverband:
A
al met al
B
in vergelijking met
C
met behulp van
D
samengevat

Slide 7 - Quizvraag

Een doel-middel verband geeft aan welk middel gebruikt wordt om een bepaald doel te bereiken.
Hetty spaart elke maand Euro 50,= zodat ze in december met haar vriendinnen op vakantie kan.

Slide 8 - Tekstslide

Waaraan herken je een vergelijkend verband?

Slide 9 - Open vraag

Welk signaalwoord past bij een vergelijkend verband? (Er kunnen meerdere antw. goed zijn.)
A
in vergelijking met
B
evenals
C
zoals
D
net als

Slide 10 - Quizvraag

Een oorzakelijk verband
Een oorzakelijk verband toont  waardoor iets gebeurt.

'Vandaag werd ik op de fiets aangehouden door de politie. Daardoor kwam ik te laat op school.'





Slide 11 - Tekstslide

signaalwoorden
oorzaak/gevolg

Slide 12 - Woordweb

Ik houd niet van spruitjes, evenals gekookte wortels, die lust ik ook niet.

Met welk tekstverband heb je hier te maken?
A
vergelijking/ overeenkomst
B
samenvattend
C
doel-middel
D
oorzakelijk tekstverband

Slide 13 - Quizvraag

Piet doet heel raar tegen ons. Volgens mij doet hij dat gewoon met de bedoeling ons te pesten.
A
samenvattend tekstverband
B
doel-middelverband
C
oorzakelijk tekstverband
D
concluderend tekstverband

Slide 14 - Quizvraag

Op zaterdag heb ik een voetbalwedstrijd. Op zondag ga ik naar de stad met vrienden. Al met al heb ik een druk weekend.
Welk tekstverband zie je hier?
A
doel-middelverband
B
oorzakelijk verband
C
samenvattend
D
concluderend

Slide 15 - Quizvraag

Ik weet nu alles over tekstverbanden en signaalwoorden
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll