Vertering 'Hoe werken enzymen?'

Enzymen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Enzymen

Slide 1 - Tekstslide

Typen vertering

-1- Mechanische vertering
Hierbij wordt dmv spieren het voedsel kleiner gemaakt en gekneed
Hierdoor groter oppervlak waarop enzymen in kunnen werken.
-2- Chemische vertering
Hierbij wordt het voedsel bewerkt dmv enzymen 

Slide 2 - Tekstslide

Enzymen hebben de volgende eigenschappen

  • het zijn eiwitten;
  • ze werken specifiek;
  • ze kunnen stoffen opbouwen;
  • ze kunnen stoffen afbreken;
  • ze worden zelf niet verbruikt bij het versnellen van de reactie;
  • ze werken het beste bij een optimumtemperatuur en optimumzuurgraad.

Slide 3 - Tekstslide

sleutel-slotpricipe


Elk enzym heeft een bepaalde vorm waardoor het alleen pas op de voedingstof waar hij op inwerkt

Slide 4 - Tekstslide

Enzymen, wat doen ze?

Slide 5 - Tekstslide

Kunnen we toch cellulose verteren?


In de dikke darm leven bacterien die een enzym produceren voor de vertering van cellulose

Slide 6 - Tekstslide

 Andere enzymen


- Tandpasta
- Wasmiddelen
- Medicijnen

Slide 7 - Tekstslide

Wat doet een enzym?
A
reactie verlangzamen
B
reactie stop zetten
C
reactie versnellen
D
reactie laten ontploffen

Slide 8 - Quizvraag

Naast enzymen wordt er ook gal aan het voedsel toegevoegd. In welk deel van het verteringskanaal wordt gal aan het voedsel toegevoegd?
A
twaalfvingerige darm
B
dunnen darm
C
dikke darm
D
slokdarm

Slide 9 - Quizvraag

enzymactiviteit is afhankelijk van?
A
water en zuurtegraad
B
zuurtegraad en PH
C
temperatuur en water
D
temperatuur en zuurtegraad

Slide 10 - Quizvraag

De optimumtemperatuur van een enzym vertelt je...
A
...bij welke temperatuur het enzym kapot gaat
B
...bij welke temperatuur het enzym gaat werken
C
...bij welke temperatuur het enzym het beste werkt
D
-

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de maximum-temperatuur van enzym Z?

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de maximumtemperatuur van enzym Z?
A
35 graden
B
37 graden
C
57 graden
D
62 graden

Slide 13 - Quizvraag

Welk enzym zal het meeste voorkomen in het menselijk lichaam?

Slide 14 - Tekstslide

Welk enzym zal het meeste voorkomen in het menselijk lichaam?
A
enzym x
B
enzym z
C
enzym x en y
D
enzym x en y

Slide 15 - Quizvraag

Waar is geen vertering nodig? 
Vitamines, mineralen en water hoeven niet te worden verteerd. Deze zijn al oplosbaar en kunnen direct worden opgenomen in het bloed.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

mondholte/keelholte/slokdarm

voedsel kauwen --> oppervlakte vergroot

speeksel verteerd zetmeel al een klein beetje

doorslikken

darmperistaltiek in slokdarm

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

maag

zuur en enzymen worden toegevoegd aan de voedselbrij.

dit verteerd eiwitten en dood bacteriën

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

gal/alvleessap

Gal emulgeert vetten, wordt opgeslagen in de galblaas

gaat naar de twaalfvingerige darm als het nodig is.


alvleessap verteert zetmeel, vetten en eiwitten.


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

dunne darm


enzymen uit darmsappen verteren zetmeel, eiwitten en vetten

darmplooien/vlokken

water opnemen met voedingsstoffen en verteringsproducten

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

dikke darm


indikken van voedselbrij

endeldarm

anus

Slide 26 - Tekstslide