2h/v chap 1 GL 6e, Les verbes, en -er + PC

Chapitre 1,2 en 3
les verbes en -er 
Le présent du verbe oublier
stam oubli
je stam+ e-> j'oublie etc.
le passé composé du verbe oublier
je hebt een hulpwerkwoord nodig in de présent-> avoir
J'ai
van oublier haal je de r weg en zet een tréma op de e-> é
j'ai oublié 
*let op vertaling: ik heb vergeten en ik ben vergeten zijn beide goed.

˜Let op de onregelmatige werkwoorden avoir, être en faire
hulpwerkwoord avoir en een andere voltooide tijd.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Chapitre 1,2 en 3
les verbes en -er 
Le présent du verbe oublier
stam oubli
je stam+ e-> j'oublie etc.
le passé composé du verbe oublier
je hebt een hulpwerkwoord nodig in de présent-> avoir
J'ai
van oublier haal je de r weg en zet een tréma op de e-> é
j'ai oublié 
*let op vertaling: ik heb vergeten en ik ben vergeten zijn beide goed.

˜Let op de onregelmatige werkwoorden avoir, être en faire
hulpwerkwoord avoir en een andere voltooide tijd.

Slide 1 - Tekstslide

Quels verbes réguliers connais-tu?

Slide 2 - Woordweb

Vertaal: Ik heb gezwommen
A
j'ai nage
B
j'ai nagé
C
je suis nagé
D
tu as nagé

Slide 3 - Quizvraag

Vertaal: zij hebben ontmoet
A
ils rencontrent
B
ils avont rencontré
C
ils ont rencontré
D
ils sont rencontrés

Slide 4 - Quizvraag

Vertaal: ik ben in de zee geweest
A
je vais être dans la mer
B
je suis été dans la mer.
C
Je suis dans la mer.
D
J'ai été dans la mer.

Slide 5 - Quizvraag

les verbes reguliers de notre vocabulaire sont:
rigoler    voyager
chercher.   inviter
jouer.  discuter
nager.  habiter
trouver.  donner
oublier
regarder
parler
aider
passer

Slide 6 - Tekstslide

De onregelmatige werkwoorden in ons hoofdstuk zijn
être-   avoir-  faire-  prendre
Hele werkwoord Passé composé Vertaling
  • avoir j’ai eu ik heb gehad
  • être j’ai été ik heb geweest
  • faire j’ai fait ik heb gedaan / gemaakt
  • prendre j’ai pris ik heb genomen

Slide 7 - Tekstslide

je
tu
il
elle
on
nous
vous
ils
elles
aime les fleurs
écoutez de la musique
donnent un cadeau
parlons français
travailles beaucoup

Slide 8 - Sleepvraag

Wie weet het

Slide 9 - Tekstslide

Het symbool dat je hier ziet is van:
A
quizlet
B
socrative
C
lessonup
D
quizezz

Slide 10 - Quizvraag

dus de PC gebruik je als..

Slide 11 - Woordweb

Kun je in het Frans iets vertellen dat je vandaag gedaan hebt

Slide 12 - Open vraag

Waar moet je op letten?
  1. Het werkwoord être in de PC ( en sommige andere werkwoorden zoals verhuizen).
  2. De regels van de ontkenning op de juiste manier toepassen in een zin die in de passé composé staat. 
  3. De onregelmatige werkwoorden en hun voltooid deelwoord

Slide 13 - Tekstslide

Au travail
Faites vos devoirs exercices 16 à 18 

Slide 14 - Tekstslide

T'as compris?
Non? Regardez naslag -> grammaire et passé composé
Oui, continuez et aide tes camarades de classe 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

kkkMaak de test herhaling

Slide 17 - Tekstslide

Qu'est-ce que vous avez appris?

Slide 18 - Tekstslide