Een webshop bedenken en ontwerpen deel 1

Een webshop bedenken en ontwerpen deel 1
Tekstbronnen 6.1 tm 6.4
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Een webshop bedenken en ontwerpen deel 1
Tekstbronnen 6.1 tm 6.4

Slide 1 - Tekstslide

Onderdelen van e-commerce
Onder e-commerce vallen activiteiten die gericht zijn op het verkopen via internet. Hierbij worden vier marketinginstrumenten gebruikt: product, prijs, plaats en promotie.

Slide 2 - Tekstslide

Plaats bij een webshop
Bij een webshop is de plaats het internetadres, oftewel de website.

Slide 3 - Tekstslide

Belang van social media
Social media is een belangrijk onderdeel binnen e-commerce omdat het kan helpen bij het bereiken van klanten en het vergroten van de naamsbekendheid.

Slide 4 - Tekstslide

Vormen van social media
Er zijn verschillende vormen van social media, zoals Facebook, YouTube, Google+, Twitter, Pinterest, Instagram en Tumblr.

Slide 5 - Tekstslide

Concurrentie in e-commerce
Er is veel concurrentie in e-commerce, dus het is belangrijk om je webshop te onderscheiden en op te vallen.

Slide 6 - Tekstslide

Productkeuze en specialisatie
Het is makkelijker om kleine producten te verkopen dan grote. Specialiseer je in enkele producten om klanten vertrouwen te geven en overzichtelijkheid te bieden.

Slide 7 - Tekstslide

Geschiktheid van productaanbod
Bepaal of je productaanbod geschikt is voor online verkoop. Houd rekening met factoren zoals ruimte, verzendkosten en eventuele extra inspanningen, zoals het voldoen aan HACCP richtlijnen voor verse etenswaren.

Slide 8 - Tekstslide

Doelgroep en marktonderzoek
Voordat je een marktonderzoek start, moet je eerst de doelgroep bepalen. Dit is de groep mensen waar jij je met je webshop en producten op richt.

Slide 9 - Tekstslide

Marktonderzoek en enquêtes
Een marktonderzoek kan klein of uitgebreid worden opgezet. Enquêtes kunnen worden gebruikt om informatie te verzamelen en inzicht te krijgen in wat consumenten willen.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het doel van HACCP?
A
Voorkomen van voedselgerelateerde ziektes
B
Voldoen aan wettelijke eisen
C
Verhogen van winstgevendheid
D
Minimaliseren van voedselverspilling

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een doelgroep?
A
Een specifieke groep mensen die je wilt bereiken.
B
Een algemene groep mensen die je wilt bereiken.
C
Een groep mensen die je wilt vermijden.
D
Een willekeurige groep mensen.

Slide 12 - Quizvraag

Hoe kun je de doelgroep identificeren?
A
Door te gokken wie je doelgroep zou kunnen zijn.
B
Door marktonderzoek te doen en demografische gegevens te analyseren.
C
Door intuïtie en persoonlijke voorkeuren te volgen.
D
Door het volgen van de trends op sociale media.

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de betekenis van assortiment?
A
Een winkelmandje
B
Een verzameling van verschillende producten
C
Een specifiek product
D
Een lijst met prijzen

Slide 14 - Quizvraag