WW-spelling + meervouden 1hv1 week 51

Spelling
Meervouden + werkwoordspelling
1HV
Nieuw Nederlands

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Spelling
Meervouden + werkwoordspelling
1HV
Nieuw Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Spelling: meervoud op  s/'s

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer krijg je een
's om meervoud
te maken?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Uitspraakfout = 's
fotos --> foto's
skis --> ski's

Slide 6 - Tekstslide

Meerdere klinkers = vaste s
niveau / niveaus
cadeau / cadeaus


Slide 7 - Tekstslide

Afkortingen
dvd's
vwo's

Slide 8 - Tekstslide

Noteer het meervoud van
egel

Slide 9 - Open vraag

Noteer het meervoud van
baby

Slide 10 - Open vraag

Noteer het meervoud van
display

Slide 11 - Open vraag

Noteer het meervoud van
etui?

Slide 12 - Open vraag

Noteer het meervoud van
wc

Slide 13 - Open vraag

Noteer het meervoud van
kerstvakantie

Slide 14 - Open vraag

Werkwoordspelling
Vul het werkwoord in de juiste vorm in

Slide 15 - Tekstslide

(ploffen) De ballon.... straks uit elkaar.

Slide 16 - Open vraag

(worden) Later ..... je vast een beroemde acteur.

Slide 17 - Open vraag

(bereiden) Straks .... Meryam een heerlijke tomatensoep.

Slide 18 - Open vraag

(hoesten) Bas .... veel toen hij verkouden was.

Slide 19 - Open vraag

(beleven) Levi ..... een spannend avontuur toen hij op vakantie was.

Slide 20 - Open vraag

(bedriegen) Vorig jaar .... de de boekhouder zijn baas.

Slide 21 - Open vraag

(gutsen) Gisteren ..... het wat over de rand van het bad.

Slide 22 - Open vraag

Maak het juiste bijvoeglijk naamwoord:
(verliezen) de ..... portemonnee

Slide 23 - Open vraag

In hoeverre heb je deze les actief meegedaan?
0100

Slide 24 - Poll