Proeftoets WW spelling NN 1 - 6 (1VWO)

Proeftoets spelling
1VWO
Nieuw Nederlands
hoofdstuk 1 t/m 6
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Proeftoets spelling
1VWO
Nieuw Nederlands
hoofdstuk 1 t/m 6

Slide 1 - Tekstslide

(ploffen) De ballon.... straks uit elkaar.

Slide 2 - Open vraag

(worden) Later ..... je vast een beroemde acteur.

Slide 3 - Open vraag

(bereiden) Straks .... Meryam een heerlijke tomatensoep.

Slide 4 - Open vraag

(hoesten) Bas .... veel toen hij verkouden was.

Slide 5 - Open vraag

(beleven) Levi ..... een spannend avontuur toen hij op vakantie was.

Slide 6 - Open vraag

(bedriegen) Vorig jaar .... de de boekhouder zijn baas.

Slide 7 - Open vraag

(gutsen) Gisteren ..... het wat over de rand van het bad.

Slide 8 - Open vraag

Vul de juiste vorm in (onder elkaar):
Nog ..... (nagenieten) van het ijsje zijn Boris en Yuko in de tram .... (stappen).

Slide 9 - Open vraag

Vul de juiste vorm in:
Luid (roepen).... kwamen Luuk en Luca de klas binnen.

Slide 10 - Open vraag

Welke vorm heeft het woord?
De OPGEKNAPTE fiets ziet er een stuk beter uit.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
onvoltooid deelwoord
C
voltooid deelwoord

Slide 11 - Quizvraag

Welke vorm heeft het woord?
De fiets heeft nog een hoop OPGELEVERD.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
onvoltooid deelwoord
C
voltooid deelwoord

Slide 12 - Quizvraag

Welke vorm heeft het woord?
MOPPEREND bekeek meneer Tak het werk van Fedde.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
onvoltooid deelwoord
C
voltooid deelwoord

Slide 13 - Quizvraag

Maak het juiste bijvoeglijk naamwoord:
(breken) het ..... kopje

Slide 14 - Open vraag

Maak het juiste bijvoeglijk naamwoord:
(verroesten) het .... mes

Slide 15 - Open vraag

Maak het juiste bijvoeglijk naamwoord:
(verwoesten) de ..... storm

Slide 16 - Open vraag

Maak het juiste bijvoeglijk naamwoord:
(vergroten) de ..... foto

Slide 17 - Open vraag

Maak het juiste bijvoeglijk naamwoord:
(verbreden) de ...... weg

Slide 18 - Open vraag

Maak het juiste bijvoeglijk naamwoord:
(redden) de ...... drenkeling

Slide 19 - Open vraag

Maak het juiste bijvoeglijk naamwoord:
(wachten) de ..... docent

Slide 20 - Open vraag

Maak het juiste bijvoeglijk naamwoord:
(verliezen) de ...... sporter

Slide 21 - Open vraag

Maak het juiste bijvoeglijk naamwoord:
(verliezen) de ..... portemonnee

Slide 22 - Open vraag

Het HUILENDE meisje was in het park haar oma kwijtgeraakt.

Dit is een...
A
infinitief
B
bijvoeglijk naamwoord
C
pvtt
D
voltooid deelwoord

Slide 23 - Quizvraag

Het huilende meisje WAS in het park haar oma kwijtgeraakt.

Dit is een...
A
infinitief
B
voltooid deelwoord
C
pvvt
D
onvoltooid deelwoord

Slide 24 - Quizvraag

Het huilende meisje was in het park haar oma KWIJTGERAAKT.

Dit is een...
A
voltooid deelwoord
B
pvvt
C
infinitief
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 25 - Quizvraag

Sophie en Ruben HEBBEN zich in Spanje door de verkoper laten misleiden.

Dit is een...
A
pvtt
B
pvvt
C
onvoltooid deelwoord
D
voltooid deelwoord

Slide 26 - Quizvraag

Sophie en Ruben hebben zich in Spanje door de verkoper LATEN MISLEIDEN.

Dit is een...
A
pvtt
B
pvvt
C
voltooid deelwoord
D
infinitief

Slide 27 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
Jules is vanmorgen te vroeg naar school gekomen.
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt

Slide 28 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
Krijsend renden de leerlingen van 1Hb naar de aula.
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt

Slide 29 - Quizvraag