Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Ned_9juni_Havo3_Vwo3_H3_Grammatica
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Terugblik
Modules afmaken/woorden leren/stillezen etc
Samen oefenen
Zelfstandig aan de slag
Evalueren
Vooruitblik
Wisseling docent/pauze
Slide 2 - Tekstslide
Hoe was de les gegaan?
Wat heb je gedaan?
Slide 3 - Tekstslide
Les 1
Taalbeschouwing
Les 2
Grammatica
Les 3
Grammatica afmaken
Inhalen toetsen
Kahoot!
Tot aan de zomervakantie:
Hoofdstuktoets hoofdstuk 3 (dond 24 juni)
Slide 4 - Tekstslide
Les 1
Taalbeschouwing
Havo theorie blz 115, opdracht 3 A en B
Vwo opdracht 4 blz 125
Les 2
Grammatica
Havo blz 119, opdr 1, blz 122 opdr 6
Vwo blz 128, opdr 6-9
Les 3
Grammatica afmaken
Inhalen toetsen & Kahoot!
Tot aan de zomervakantie:
Boekopdracht (presentatie) (don 3 juni)
Hoofdstuktoets hoofdstuk 3 (dond 24 juni)
Slide 5 - Tekstslide
Kies uit: stillezen, modules afmaken t/m hoofdstuk 2 of
woorden leren (15 min)
timer
15:00
Slide 6 - Tekstslide
Lesdoel
Je weet dat een bijvoeglijke bijzin iets zegt over een zelfstandig naamwoord.
Je weet dat een bijvoeglijke bijzin geen zinsdeel is maar een zinsdeelstuk: onderdeel van een zinsdeel
Je weet dat verwijswoorden terugslaan op zelfstandige naamwoorden.
Slide 7 - Tekstslide
Havo (grammatica hoofdstuk 3, bijvoeglijke bijzin)
Blz 119 theorie
Slide 8 - Tekstslide
zinsdelen
-onderwerp
-persoonsvorm
-werkwoordelijk gezegde
-lijdend voorwerp
-meewerkend voorwerp
-bijwoordelijke bepaling
->
Je geeft delen van een zin een benaming.
Slide 9 - Tekstslide
Jurgen
leent
zijn pen
aan Michiel.
onderwerp
persoonsvorm
lijdend
voorwerp
meewerkend voorwerp
Slide 10 - Sleepvraag
bijvoeglijke bijzin
1b Jouw vriendin,
die sportief gekleed was
, zag ik gisteren in de
stad.
jouw vriendin die sportief gekleed was = onderwerp
die sportief gekleed was = bijvoeglijke bijzin
Slide 11 - Tekstslide
Zo herken je een bijvoeglijke bijzin
-zegt iets over een zelfstandig naamwoord of een voornaamwoord
-is een zin en heeft dus een persoonsvorm
-is geen zinsdeel, maar een onderdeel van een zinsdeel =
zinsdeelstuk
Slide 12 - Tekstslide
betrekkelijke voornaamwoord
Bijvoeglijke bijzinnen beginnen vaak met een betrekkelijk voornaamwoord:
De reis,
die
ik met mijn vrienden maakte
, was heel avontuurlijk.
Het boek,
dat
ik in twee dagen uit heb gelezen
, raad ik jou aan.
Slide 13 - Tekstslide
betrekkelijke voornaamwoord
Betrekkelijke voornaamwoorden verwijzen terug naar een woord dat eerder genoemd is: het
antecedent
.
Vaak is het heel duidelijk wat het antecedent is.
-De docent, van
wie
wij Nederlands krijgen, is onlangs afgestudeerd.
Slide 14 - Tekstslide
betrekkelijke voornaamwoord
Soms is er geen duidelijk antecedent, we noemen dit een
betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent
.
-
Wie
het laatst lacht, lacht het best.
-
Wat
je gisteren deed, kun je echt niet maken!
(vaak te vervangen door: degene die, datgene wat)
Slide 15 - Tekstslide
Wanneer gebruik je welk betrekkelijk voornaamwoord?
-die
-> de-woorden
-dat
-> het-woorden
-wat
-> overtreffende trap (
het leukste
wat
we hebben gedaan
)
-> na woorden als
a
lles, enige, iets, niets, veel
(Alles
wat
je wilt weten, staat op internet.)
->hele zin
(Mijn ouders zijn op vakantie,
wat
ik heel fijn
vindt)
-vz +
wie
-> personen (
De docent
over wie
ik je vertelde, ...
)
-waar + vz
-> dingen (
De toets
waarover
ik je vertelde, ...)
Slide 16 - Tekstslide
oefenen woordsoorten
-lidwoord -betrekkelijk voornaamwoord
-zelfstandig naamwoord -persoonlijk voornaamwoord
-werkwoord -hoofdtelwoord
-voorzetsel -bezittelijk voornaamwoord
-bijvoeglijk naamwoord -etc
Slide 17 - Tekstslide
Benoem alle woorden in onderstaande zin.
De jongen die rookt, is mijn broer.
Slide 18 - Open vraag
Antwoord
de = bepaald lidwoord
jongen = zelfstandig naamwoord
die = betrekkelijk voornaamwoord
rookt = zelfstandig werkwoord
is = koppelwerkwoord
mijn = bezittelijk voornaamwoord
broer = zelfstandig naamwoord
Slide 19 - Tekstslide
Vwo (grammatica hoofdstuk 3, onjuist verwijzen)
Blz 128 theorie
Slide 20 - Tekstslide
Grammatica
Havo blz 119, opdr 1a en 1c
Havo blz 122, opdr 6 a, b, c
Vwo blz 128, opdr 7, 8 en 9
Let op:
Je hebt
twee lessen
om dit af te maken, daarna wordt de module eruit gehaald!
timer
30:00
Slide 21 - Tekstslide
Wat ging goed?
Wat kan er de volgende keer beter?
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Wat gaan we de volgende les doen?
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Nakijken
Slide 26 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Grammatica H1
Maart 2021
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Ned_10juni_Havo3_Vwo3_H3_Grammatica_les2
Juni 2021
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H1 - Betrekkelijk voornaamwoord
September 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Grammatica - les 2 - week 2 -2022 - bijvoeglijek bijzin
Januari 2022
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H3B 14 februari Bijvoeglijke bijzin
Februari 2023
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
bijvoeglijke bijzin
September 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Z2e -Hfst 6. Bijvoeglijke bijzin
Juni 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Bijvoeglijke bijzin H1 3H
November 2022
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3