20241007 Have got

Have got
Lesdoel:
aan het einde van deze les weet jij wat have got betekent en kun je het gebruiken in gewone zinnen, ontkennende zinnen en vraagzinnen.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Have got
Lesdoel:
aan het einde van deze les weet jij wat have got betekent en kun je het gebruiken in gewone zinnen, ontkennende zinnen en vraagzinnen.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal de zin:
I have got a book.

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

have got
Have got betekent hebben

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hebben =
Have got / Has got
  • I have got
  • You have got
  • He has got
  • She has got
  • It has got
  • We have got
  • You have got
  • They have got

Slide 4 - Tekstslide

Begin met persoonlijke voornaamwoorden op het linkerbord doornemen.
"have got" = hebben


1 persoon
have got ...
you have got ...
he has got ...
she has got ...
it has got ...



meer personen
We have got ...
You have got ...
They have got ...

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

have / has got
Ontkennend
I haven't got. (have not got)
You haven't got. (have not got)
He / she / it hasn't got. (has not got)
we haven't got. (have not got)
You haven't got. (have not got)
They haven't got. (have not got)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"have got" = hebben


1 persoon
have I got ... ?
have you got ... ?
has he got ... ?
has she got ... ?
has it got ... ?



meer personen
have we got ... ?
have you got ... ?
have they got ... ?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

have got of has got?
A
You have got a nice classroom.
B
You has got a nice classroom.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

have got of has got?
A
We have got friends in the football team.
B
We has got friends in the football team.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

have got of has got?
A
My English teacher have got cool posters.
B
My English teacher has got cool posters.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

have got of has got?
A
Have Sam got the newspaper?
B
Has Sam got the newspaper?

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

have got of has got?
A
Sharon and Jess have got articles for the newspaper.
B
Sharon and Jess has got articles for the newspaper.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak van deze zin een vraag:
You have got football today.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de korte vorm van 'have got' in:
They ... (not - have got) three sisters.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de korte vorm van 'have got' in:
My dad ... (not-have got) blue eyes.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

We _____ a ticket (not - have got) - kort

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de korte vorm van 'have got' in:
This city ... (not - have got) a museum.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

We ___ a problem. (have got)
+

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

You ........ a present (have got)
+

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een vraagzin met to have got:
You have got a nice house.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet hoe ik have got moet gebruiken
šŸ˜’šŸ™šŸ˜šŸ™‚šŸ˜ƒ

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies