Voorzetsels vierde naamval


Präpositionen mit dem Akkusativ (4e naamval)



doel(en) van de les:


1. Ik ken de voorzetsels met de vierde naamval



1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les


Präpositionen mit dem Akkusativ (4e naamval)



doel(en) van de les:


1. Ik ken de voorzetsels met de vierde naamval



Slide 1 - Tekstslide




De naamval kan bepaald worden door een voorzetsels. Een voorzetsel is een woord dat voor een lidwoord, zelfstandig naamwoord of persoonlijk voornaamwoord staat.




Voorzetsels met de vierde naamval:
Gegen = tegen
Ohne  = zonder
Durch = door
Bis = tot
Um = om
Für = voor (iets of iemand)

Slide 2 - Tekstslide

Noem alle voorzetsels met de 4e naamval

Slide 3 - Open vraag

Tot volgende maandag (m)
A
Bis nächste Montag
B
Bis nächsten Montag
C
Bis nächsten Mittwoch
D
Bis nächster Montag

Slide 4 - Quizvraag

Door de tunnel (m)
A
durch die Tunnel
B
durch der Tunnel
C
durch das Tunnel
D
durch den Tunnel

Slide 5 - Quizvraag

Voor mijn broer (m)
A
Für mein Bruder
B
Für meine Bruder
C
Für meinen Bruder
D
Für meine Schwester

Slide 6 - Quizvraag

Er fuhr gegen (een boom) ... Baum
A
einen
B
einer
C
ein
D
eine

Slide 7 - Quizvraag

Ohne .... (jouw) Vater und Mutter.
A
dein, deine
B
deinem, deiner
C
deiner, deine
D
deinen, deine

Slide 8 - Quizvraag

Er kümmert sich um (onze) Sohn.
A
unser
B
unserem
C
unseren
D
unserer

Slide 9 - Quizvraag

Ende
Viel Erfolg (veel succes!)

Slide 10 - Tekstslide