Thema Japan - H2

   Welkom!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

   Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

In welk jaar leven we?
Christelijke jaartelling 2024 (vanaf 1 n. Chr.)
Chinese jaartelling 4720-4721 (vanaf 2697 v. Chr.)
Hebreeuwse jaartelling 5784-5785 (vanaf 3761 v.Chr.)
Islamitische kalender 1445-1446 (vanaf 622 n. Chr.)


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
2 De westerse hoofdstroom van de beschaving
1) Ik kan uitleggen hoe historici het verleden ordenen en welke gevaren hieraan 
kleven.
2) Ik kan beschrijven welk beeld er van het niet-Westen in westerse geschiedenis-
boeken werd geschetst.
3) Ik kan verklaren op welke wijze de westerse standplaatsgebondenheid van de geschiedschrijver het geschiedenisverhaal in het onderwijs bepaalde.

Slide 5 - Tekstslide

Programma
  • Leerdoelen H2
  • Uitleg H2
  • Opdracht 1 en 6
  • Weektaak
  • Afsluiting

Slide 6 - Tekstslide

Subjectieve geschiedenis
Term 'Geschiedenis' kent twee betekenissen:
- wat er in het verleden is gebeurd
- wat er over het verleden is geschreven

Historici onderzoeken op basis van bronnen 
hoe mensen in het verleden leefden.

Problemen:
- beschikbaarheid bronnen
- interpretatieve wetenschap

Slide 7 - Tekstslide

Subjectieve geschiedenis
- Verleden bestaat uit veel tijd en bronnenmateriaal > onoverzichtelijk
Oplossing: tijd opdelen in overzichtelijke stukken (periodisering)
Probleem: indeling hangt af van ideeën van historici (subjectief)

- Geschiedenis kan ook ingedeeld worden aan de hand van algemene ontwikkelingen, bijvoorbeeld 'Industriële Revolutie' of 'ontdekkingsreizen' .
Hierdoor worden bepaalde onderdelen naar de voorgrond geplaatst.
Probleem:  historicus ordent feiten vanuit algemeen denkbeeld (ook subjectief).

Conclusie: Verhaal over verleden en het verleden zijn nooit precies hetzelfde. 

Slide 8 - Tekstslide

Hoe goed een historicus ook zijn best doet, de gebeurtenissen die hij/zij beschrijft en probeert te verklaren zijn altijd vanuit zijn/haar eigen standpunt bekeken. Dat maakt het verhaal van de historicus ook altijd ….
A
objectief
B
algemeen aangenomen
C
westers
D
subjectief

Slide 9 - Quizvraag

Een historicus ordent historische feiten vaak vanuit een algemeen denkbeeld en schrijft daar, bijvoorbeeld, een boek over. Als een lezer dat ene boek leest, bestaat er het risico dat ... (vul aan)

Slide 10 - Open vraag

Waarom maken geschiedenisboeken gebruik van een "algemeen ordenend denkbeeld."
A
Om de structuren van de geschiedenis overzichtelijk te kunnen aanbieden.
B
Om te voorkomen dat het verhaal in de geschiedenisboeken te subjectief is.
C
Om te zorgen dat de leerstof voor geschiedenis helemaal compleet is.
D
Omdat ook de niet-westerse geschiedschrijving een plaats in het schoolcurriculum verdient.

Slide 11 - Quizvraag

De westerse hoofdstroom van de beschaving
Nabije Oosten - Egypte - Griekenland - Romeinse Rijk - Europa - VS

2 uitgangsputen:
- Westen leidend, niet-westen speelde geen rol.
- Naarmate eigen tijd naderde, grotere groei en bloei eigen beschaving.

Bezwaren geschiedenisonderwijs:
- Overwaardering eigen geschiedenis, onderwaardering 'vreemde' geschiedenis.
- Weinig aandacht voor invloeden van buitenaf.
- Lieten niet-westerse geschiedenis niet tot hun recht komen.

Slide 12 - Tekstslide

Einde van de geschiedenis
Fukuyama
Na val van de Berlijnse Muur en verdwijnen van communisme: einde van de geschiedenis. Overwinning westers model (o.a. democratie)

Von der Dunk
Westen gaat uitgedaagd worden door niet-Westen. Geen enkel systeem heeft eeuwigheidswaarde.

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit wat het gevaar is van het gebruik van de "westerse hoofdstroom" in, bijvoorbeeld, geschiedenisboeken.

Slide 14 - Open vraag

Thema Japan H2
Aan de slag
- Wat? Maak opdr. 1 en 6
- Hoe? Zelfstandig in stilte.
- Tijd? 10 min.
- Klaar? Weektaak opdr. 2-5


Slide 15 - Tekstslide

Wanneer noem je een samenleving of cultuur 'beschaafd' ?
A
Als het een landbouwsamenleving is
B
Als het een samenleving is die zich westers gedraagt
C
Als het een cultuur is die in technologisch opzicht ontwikkeld is.
D
Daar is geen objectieve maatstaf voor.

Slide 16 - Quizvraag

Historici doen aan objectieve geschiedschrijving.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Historici doen aan een zo objectief mogelijke geschiedschrijving.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Welk risico zit er volgens het boek in geschiedschrijving vanuit de "westerse hoofdstroom" ?
A
Dat je westerse normen en waarden als de maatstaf neemt bij het oordeel over andere volken en culturen
B
Dat je niet volledig bent in je beschrijving van alle volken en culturen op de wereld
C
Dat het idee ontstaat dat andere volken niet veel voorstellen of niet belangrijk waren voor de ontwikkeling van het westen.
D
alle vooraf genoemde antwoorden zijn juist.

Slide 19 - Quizvraag

Bij welke denker past het volgende idee:

A

Slide 20 - Quizvraag

Bij welke denker past het volgende idee:

A

Slide 21 - Quizvraag

Thema Japan H2
Aan de slag
- Wat? Maak opdr. 2 t/m 5
- Hoe? Zelfstandig in stilte.
- Tijd? 25 min.
- Klaar? Lees H3

Slide 22 - Tekstslide