3TB: Cursus 7 - paragraaf 2 Leestekens

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Dagopening

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
  • Instapopdracht, 1 blz 195
  • Taalfouten spelling
  • Theorie
  • Oefenvragen
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht
Wat: maak opdracht 1 op blz 195 over leestekens
Hoe: je mag overleggen op fluisterniveau
Hulp: theorie op bladzijde 194
Tijd: 8 minuten
Klaar: maak een samenvatting van de theorie van bladzijde 194  in je schrift
timer
8:00

Slide 7 - Tekstslide

Wat klopt hier niet?

Slide 8 - Open vraag

Wat klopt hier niet?

Slide 9 - Open vraag

En hier?

Slide 10 - Open vraag

Punt
aan het einde van een zelfstandige zin. 
Komma
- Tussen twee persoonsvormen
- Voor voegwoorden (omdat, want, maar, zodra, enz.)
- Voor en na een deel van een zin dat niet zelfstandig kan staan: de tweedeklassers, die allemaal te laat waren gekomen, kregen straf.
- Tussen de delen van een opsomming

LEESTEKENS

Slide 11 - Tekstslide

Dubbele punt

- voor een aangekondigde opsomming: 
Dit zijn onze favoriete vakantielanden: Frankrijk, Spanje en Duitsland.
- Voor een citaat. Je geeft dan iemands woorden letterlijk weer:
Ingmar zei vol zelfvertrouwen: 'Ik ga voor de toets een 10 halen.'
- Als het tweede deel van een zin een verklaring of reden vormt bij het eerste deel:
Romie verzorgt haar konijnen goed: ze is een echte dierenvriend.


LEESTEKENS

Slide 12 - Tekstslide

Aanhalingstekens:
- bij de directe rede of een citaat. Let goed op de plaats van de leestekens:
'Wil jij de afvalcontainer buitenzetten?' vroeg Ruben aan zijn broer.
Marit smeekte haar moeder: 'Mogen Noor en Freek alsjeblieft blijven logeren?'
- als je het woord zelf bedoelt en niet de betekenis:
Het woord 'elektriciteit' wordt vaak fout gespeld. 
alle theorie is terug te vinden op bladzijde 194 van je boek.


LEESTEKENS

Slide 13 - Tekstslide

Waar staan de leestekens goed?
A
Janneke, een meisje uit 4h5, heeft nu ook de griep.
B
Janneke een meisje uit 4h5, heeft nu ook de griep.
C
Janneke, een meisje uit 4h5 heeft nu ook de griep.

Slide 14 - Quizvraag

Waar staan de leestekens goed?
A
Robin zei: 'Wie gaat er mee naar de Mac?'
B
Robin zei Wie gaat er mee naar de Mac?
C
Robin zei: Wie gaat er mee naar de Mac?
D
Robin zei 'Wie gaat er mee naar de Mac?'

Slide 15 - Quizvraag

Niet waar
Waar
Een zin eindigt altijd met een punt.
Tussen twee persoonsvormen zet je een komma.. 
Als je iemand aanspreekt, zet je een uitroepteken achter zijn of haar naam.
Een uitroepteken gebruik je bij een vraag.
Aanhalingstekens gebruik je als je een stukje tekst letterlijk overneemt.
Voor woorden zoals want, maar of omdat zet je een komma.
Leestekens maken het lezen makkelijker.

Slide 16 - Sleepvraag

Hoe heten de leestekens die hierboven staan? Sleep de juiste naam naar het juiste leesteken.
aanhalingsteken
komma
punt
puntkomma
vraagteken

Slide 17 - Sleepvraag

Er staan geen leestekens in de zin. Schrijf de zin op met leestekens.
ik hou niet van appeltaart zei ik

Slide 18 - Open vraag


Schrijf de zin over. Plaats hoofdletters en leestekens.

hou jij ook zo van chocolade boterkoek en snoep

Slide 19 - Open vraag

Voor want en omdat zet je een komma.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Waar komen de aanhalingstekens?
A
'Wat voor smaak pizza wil jij?'
B
'Wat voor smaak pizza wil jij'?

Slide 21 - Quizvraag

Aanhalingstekens gebruik je bij...
A
Tussen hoofdzin en bijzin
B
Bij een citaat
C
Bij een opsomming
D
Geen van beide

Slide 22 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Wat: maak de opdrachten van §2 op bladzijde 194-195
Hoe: je mag overleggen op fluisterniveau
Hulp: theorie op bladzijde 194
Tijd: tot de laatste vijf minuten van de les
Klaar: maak een samenvatting van de theorie van bladzijde 194 in je schrift
timer
8:00

Slide 23 - Tekstslide

Afsluiting
De opdrachten van §2 moeten af voor de volgende les.

Zijn er nog vragen over de lesstof?

Tot de volgende keer! 

Slide 24 - Tekstslide