Schrijven

Schrijven
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Handelingen 22:24-29
24 Zo beval de overste, dat men hem in de legerplaats zou brengen, en zeide, dat men hem met geselen onderzoeken zou, opdat hij verstaan mocht, om wat oorzaak zij alzo over hem riepen.
25 En alzo zij hem met de riemen uitrekten, zeide Paulus tot den hoofdman over honderd, die daar stond: Is het ulieden geoorloofd een Romeinsen mens, en dien onveroordeeld, te geselen?
26 Als nu de hoofdman over honderd dat hoorde, ging hij toe, en boodschapte het den overste, zeggende: Zie, wat gij te doen hebt; want deze mens is een Romein.
27 En de overste kwam toe, en zeide tot hem: Zeg mij, zijt gij een Romein? En hij zeide: Ja.
28 En de overste antwoordde: Ik heb dit burgerrecht voor een grote som gelds verkregen. En Paulus zeide: Maar ik ben ook een burger geboren.
29 Terstond dan lieten zij van hem af, die hem zouden onderzocht hebben. En de overste werd ook bevreesd, toen hij verstond, dat hij een Romein was, en dat hij hem had gebonden.

Slide 2 - Tekstslide

Handelingen 23:26-30
Claudius Lysias aan den machtigsten stadhouder Felix groetenis.
Alzo deze man van de Joden gegrepen was, en van hen omgebracht zou geworden zijn, ben ik daarover gekomen met het krijgsvolk, en heb hem hun ontnomen, bericht zijnde, dat hij een Romein is. 
En willende de zaak weten, waarover zij hem beschuldigden, bracht ik hem af in hun raad; welken ik bevond beschuldigd te worden over vragen hunner wet; maar geen beschuldiging tegen hem te zijn, die den dood of banden waardig is. 
En als mij te kennen gegeven was, dat van de Joden een lage tegen deze man gelegd zou worden, zo heb ik hem terstond aan u gezonden; gebiedende ook den beschuldigers voor u te zeggen, hetgeen zij tegen hem hadden.
Vaarwel.

Slide 3 - Tekstslide

Psalm 45:1
Mijn hart, vervuld met heilbespiegelingen,
Zal 't schoonste lied van enen Koning zingen,
Terwijl de Geest mijn gladde tonge drijft,
Is z' als de pen van een, die vaardig schrijft.
Beminlijk Vorst, uw schoonheid hoog te loven,
Gaat al het schoon der mensen ver te boven;
Gena is op uw lippen uitgestort,
Dies G' eeuwiglijk van God gezegend wordt.

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht
Schrijf een rapportage bij een cliënt of over onderstaande casus:

Gegevens: Meneer Reemers (70) heeft al jaren COPD. Hij is op 55-jarige leeftijd vervroegd gepensioneerd. Meneer heeft drie jaar geleden zijn vrouw verloren na een hersenbloeding. Het is een zelfbewuste man die graag zijn eigen boontjes dopt. Hij krijgt dagelijks hulp van jou als verzorgende bij de noodzakelijke dingen rond de persoonlijke verzorging. Meneer is na een langdurige griep snel achteruit gegaan. Hij heeft voortdurend adem tekort en kan weinig meer ondernemen.

Meneer is strijdlustig, maar laat zich daardoor ook niet gemakkelijk helpen. Vandaag heeft dat geleid tot een aanvaring met jou: je wilde hem, goed bedoeld overigens, helpen bij het dichtknopen van zijn overhemd. Hij is toen volgens jou onredelijk tegen je uitgevallen. Hij zei “Laat me dat nou zelf doen, ik ben geen klein kind meer!”

Meneer is er regelmatig op gewezen dat extra zuurstof voor en tijdens de zorgverlening hem zou kunnen helpen meer energie te hebben. Daar heb jij het met hem over gehad tijdens dit incident. Hij stond er helemaal niet voor open.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Schrijf een rapportage bij een cliënt of n.a.v. de casus

Slide 7 - Open vraag

SOAP/SOEP:
  • Subjectief: Informatie afkomstig van de cliënt zelf: Wat zegt de cliënt over zijn/haar eigen belevingen (of wat zegt familie)?
  • Objectief: Directe observatie van de situatie door jou: het gedrag van de cliënt zoals jij dit waarneemt.
  • Analyse/Evaluatie: Trek je conclusies uit de gegevens die je bij S en O hebt verzameld. Wat denk je dat er aan de hand is?
  • Plan: Plan dat is uitgevoerd of uitgevoerd moet worden: wat ga je doen? Wat is de reactie van de cliënt hierop? Hoe moet er verder gehandeld worden?

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld
  • S: Mevrouw vertelt me dat haar vinger tussen de deur heeft gezeten
  • O: De vinger van mevrouw is dik en blauw, paars verkleurd
  • A/E: Vermoedelijk heeft mevrouw met haar vinger tussen de deur gezeten, zij heeft pijnklachten
  • P: Ik heb mevrouw gerustgesteld en haar vinger onder de kraan laten houden. Dokter gebeld voor overleg. Hij komt vanmiddag naar de vinger kijken.

Slide 9 - Tekstslide

Dus niet
  • Mevrouw moest vaak naar het toilet. 
  • Meneer is erg zwaar aan het worden in de zorg. 
  • Mevrouw gaat te weinig naar haar familie toe. 
  • Mevrouw is depressief. > Depressief is een diagnose, welke je als verzorgende/ verpleegkundige niet mag stellen.
  • De wond is verzorgd volgens afspraak. > Dit zegt niets over de wond zelf.
  • Meneer was erg onrustig. 
  • Mevrouw heeft van mevrouw Jansen een klap gekregen. Die twee maken altijd ruzie met elkaar. > Noem geen namen. Schrijf over een “medebewoner”.

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht
Herschrijf de rapportage volgens de SOAP/SOEP methode.

Slide 11 - Tekstslide

Schrijven 2F
Voor de toets moet je drie schrijfopdrachten maken op de computer. Daar krijg je 60 minuten de tijd voor.

Je mag een papieren (verklarend) woordenboek en kladpapier gebruiken tijdens het examen.


Slide 12 - Tekstslide

Criteria
  • Samenhang: Die breng je aan door middel van  voeg- en verwijswoorden (zoals want, maar, omdat, die, dat, jouw).
  • Afstemming op doel: Je werkt de opdrachten adequaat uit, zodat je jouw schrijfdoel bereikt.
  • Afstemming op publiek: Je past je woordgebruik en toon aan het publiek aan.
  • Woordenschat en woordgebruik: Dit kun je laten zien door te variëren in woordgebruik.
  • Spelling, interpunctie en grammatica: Zoveel mogelijk correct gebruiken.
  • Leesbaarheid: Je gebruikt, indien nodig, een titel en tekstkopjes.

Slide 13 - Tekstslide

Feedback
Geef feedback op de rapportage van een klasgenoot. Voor elk onderdeel wat met ‘ja’ beantwoord kan worden mag een ster gegeven worden:

  • Juiste structuur (SOAP/SOEP-methode)?
  • Afgestemd op het doel?
  • Afgestemd op de doelgroep?
  • Juiste woordgebruik?
  • Geen fouten op het gebied van spelling, interpunctie en grammatica?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Feedback
  • Juiste structuur (inleiding-kern-slot)?
  • Afgestemd op het doel?
  • Afgestemd op de doelgroep?
  • Juiste woordgebruik?
  • Geen fouten op het gebied van spelling, interpunctie en grammatica?

Slide 17 - Tekstslide