Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Spelling werkwoorden BK1
Wat gaan we vandaag doen?
Start je Chromebook op en ga naar Lessonup.nl. Je kunt alvast de code invoeren.
- Terugblik vorige week
- Les vandaag (quiz)
- Aan het werk
1 / 30
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
In deze les zitten
30 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wat gaan we vandaag doen?
Start je Chromebook op en ga naar Lessonup.nl. Je kunt alvast de code invoeren.
- Terugblik vorige week
- Les vandaag (quiz)
- Aan het werk
Slide 1 - Tekstslide
Paragraaf 3 -
Laatste letter -d of -t?
Wat is de verlengproef en wanneer kun je dit gebruiken?
Slide 2 - Tekstslide
De verlengproef werkt voor alle werkwoorden waarbij je niet weet of je een -d of een -t schrijft aan het eind.
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Een woord dat eindigt op een t-klank schrijf je soms met een -t en soms met een -d.
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Sommige woorden kun je met een -d én met een -t schrijven. Ze hebben dan wel een andere betekenis. Kies bij de volgende zin het meest passende woord.
Slide 5 - Tekstslide
Vroeger had ik een speelgoedtrein van ...
A
houd
B
hout
Slide 6 - Quizvraag
Paul heeft een ... als huisdier.
A
rad
B
rat
Slide 7 - Quizvraag
Paragraaf 9 - Sterke en zwakke werkwoorden
Wat is een sterk werkwoord? Weet je een voorbeeld?
Wat is een zwak werkwoord? Weet je een voorbeeld?
Slide 8 - Tekstslide
Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd wel/niet van klank.
A
wel
B
niet
Slide 9 - Quizvraag
Zwakke werkwoorden veranderen in de verleden tijd wel/niet van klank.
A
wel
B
niet
Slide 10 - Quizvraag
Is het werkwoord een STERK of ZWAK werkwoord.
Ik viel languit op de grond.
A
viel = sterk
B
viel = zwak
Slide 11 - Quizvraag
Is het werkwoord een STERK of ZWAK werkwoord.
Adriana verlangde naar een ijsje.
A
verlangde = sterk
B
verlangde = zwak
Slide 12 - Quizvraag
Is het werkwoord een STERK of ZWAK werkwoord.
Benny praatte aan één stuk door.
A
praatte = sterk
B
praatte = zwak
Slide 13 - Quizvraag
Hoe schrijf je de verleden tijd?
A
Marlies stroei suiker over de taart.
B
Marlies strooide suiker over de taart.
Slide 14 - Quizvraag
Hoe schrijf je de verleden tijd?
A
De reep chocola brak in twee stukken.
B
De reep chocola breekte in twee stukken
Slide 15 - Quizvraag
Hoe schrijf je de verleden tijd?
A
De bal belond in de tuin.
B
De bal belandde in de tuin.
Slide 16 - Quizvraag
Welke werkwoorden zijn sterk?
meerdere antwoorden mogelijk
A
bedenken
B
dansen
C
eten
D
ruiken
Slide 17 - Quizvraag
Paragraaf
10 - Persoonsvorm verleden tijd van
ZWAKKE
werkwoorden.
11 - Persoonsvorm verleden tijd van
STERKE
werkwoorden.
Slide 18 - Tekstslide
Hoe schrijf je de verleden tijd?
A
De turner lande precies op zijn voeten.
B
De turner landde precies op zijn voeten.
Slide 19 - Quizvraag
Hoe schrijf je de verleden tijd?
A
Vroeger luste ik geen spruitjes.
B
Vroeger lustte ik geen spruitjes.
Slide 20 - Quizvraag
Hoe schrijf je de verleden tijd?
A
Mijn opa werkte in een fabriek.
B
Mijn opa werktte in een fabriek.
Slide 21 - Quizvraag
Hoe schrijf je de verleden tijd?
A
We wisselden van plek
B
We wisseldden van plek.
Slide 22 - Quizvraag
Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd. Kijk goed of de persoonsvorm in het enkelvoud of meervoud moet staan:
bijvoorbeeld:
Nadja ... op de deurbel. (drukken)
Wat moet er op de ... komen?
Slide 23 - Tekstslide
De cadeaus ... veel geld (kosten)
Slide 24 - Open vraag
Dex ... in een keer in het water. (duiken)
Slide 25 - Open vraag
Jouw haar ... in de zon. (glanzen)
Slide 26 - Open vraag
De takken van de boom ... door de stam. (breken)
Slide 27 - Open vraag
De goenteboer ... dat hij geen appels had. (antwoorden)
Slide 28 - Open vraag
Jullie ... erg je best. (doen)
Slide 29 - Open vraag
Onregelmatige werkwoorden (12)
Lees het groene vlak op blz. 232-233. Daarna mag je zelfstandig de opdrachten maken.
HUISWERK:
- Lezen paragraaf 12 (blz. 232-233)
- Maken opdracht 1 tot en met 5.
Slide 30 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Spelling persoonsvorm in de vt
Juni 2019
- Les met
25 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
April 2018
- Les met
27 slides
door
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
26.10 1BKT1 sterke en zwakke werkwoorden
Februari 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Les 2 werkwoordspelling (sterke en zwakke werkwoorden)
Januari 2025
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Spelling vt sterke ww komma+ dubbele punt-H.6-mavo1
Mei 2018
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
groep 8 werkwoord spelling cito
Oktober 2024
- Les met
44 slides
nederlands
Primary Education
14/10 Werkwoordspelling 2-6 1mh
December 2022
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
groep 8 werkwoord spelling cito
Januari 2025
- Les met
44 slides
nederlands
Primary Education