In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Onderdelen in deze les
KNM
thema 7
Instanties
Slide 1 - Tekstslide
intro
REAGEER OP DE VOLGENDE STELLING:
‘De politie is je beste vriend.’
Slide 2 - Tekstslide
lesplan
1. huiswerk bespreken
2. oefenen: bespreek samen (5), Vul in (6), werkblad 7.2a, zoek op (7)
3. herhalen: Taalcompleet 7.2
Slide 3 - Tekstslide
huiswerk bespreken
Filmpje gezien?
jullie vragen:
1. De politie probeert problemen te voorkomen.
2. -We zijn thuis en een dief breekt in het huis. Welk nummer moeten we bellen?
--> Wanneer u dan 112 belt, kan de politie wellicht heel snel een inbraak voorkomen of een inbreker op heterdaad aanhouden! Het bellen van 112 is bedoeld voor spoed. Dus niet alleen voor levensbedreigende situaties, maar zeker ook wanneer u getuige bent van een misdrijf of het voorbereiden van een inbraak of diefstal. Dus ook wanneer u een verdachte situatie signaleert waarbij de politie een misdrijf kan voorkómen.
Slide 4 - Tekstslide
huiswerk bespreken
1. Wat is legitimeren? Wie moet zich kunnen legitimeren?
2. Waarmee kun je je legitimeren?
3. Wat doet de politie?
4. Wat betekent 'aangifte doen'?
5. Wanneer doe je aangifte?
6. Wanneer bel je 112?
7. Wanneer bel je 0900-8844?
8. Wat doet een wijkagent?
Slide 5 - Tekstslide
oefenen
Bespreek samen (5) --> De politie kan je vragen om je identiteitsbewijs. Met welke pasjes kun je je legitimeren? Schrijf ze op:
(woordweb)
Slide 6 - Tekstslide
• een paspoort
• een (Europese) identiteitskaart
• een (Europees) rijbewijs
• een Nederlands vreemdelingendocument
Een rijbewijs kan niet gebruikt worden als identificatiemiddel bij officiële inschrijvingen, bijvoorbeeld voor
een opleiding of de Belastingdienst.
Met welke pasjes kun je je legitimeren?
Slide 7 - Woordweb
oefenen
Vul in (6) --> blz. 76 en 77
1. De politie onderzoekt een misdrijf.
2. De politie controleert of je doet wat de wet zegt.