4.3 Hoge en lage tonen

Hoog                                      Laag

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Hoog                                      Laag

Slide 1 - Tekstslide

Hoog en laag,
leg eens uit, per 2-tal of groep

Slide 2 - Open vraag

Hoog en laag

Slide 3 - Tekstslide

Frequentie

Wat betekent het woord frequentie?


Hoe vaak iets gebeurd!

Slide 4 - Tekstslide

Frequentie van geluid

Het aantal trillingen in 1 seconde noem je de frequentie.


De frequentie meet je in Hertz.

Slide 5 - Tekstslide

Hoog en laag

Slide 6 - Tekstslide

Hertz vs Decibel
Hertz = Eenheid die aangeeft hoe hoog of laag een geluid is. 

Decibel = Eenheid die aangeeft hoe hard of zacht een geluid is. 

Slide 7 - Tekstslide

Trilling
Deze totale bewegingen wordt één trilling genoemd. Duurt het nu precies 1 seconde voordat de trilling voorbij is, dan zeggen we dat de toon een frequentie heeft van 1 Hertz (afgekort: Hz).

Slide 8 - Tekstslide

Toonhoogte

Je kunt de toonhoogte van bijvoorbeeld snaarinstrumenten heel makkelijk veranderen.


Een dikke snaar geeft bijvoorbeeld een lage toon en een dunne snaar een hoge toon. Ook kun je een toon veranderen door een snaar korter te maken. De toon wordt dan hoger.


Als je tijdens het stemmen een snaar strakker aantrekt krijg je een hogere toon. Maak je hem losser, een lagere toon.

Slide 9 - Tekstslide

Blaasinstrumenten

Bij blaasinstrumenten maak je tonen door een kolom lucht in het instrument te laten trillen.


Als je een andere toon wilt, maak je de luchtkolom korter of langer. Dit doe je door de gaten te bedekken of open te maken met je vingers.

Slide 10 - Tekstslide

De oscilloscoop
Met een oscilloscoop kun je geluid "zichtbaar" maken

Slide 11 - Tekstslide

De oscilloscoop


  • Een oscilloscoop kan geluidstrillingen omzetten in een elektrisch signaal

  • Met de oscilloscoop kun je geluid "zichtbaar" maken






Slide 12 - Tekstslide

Stemvork en Oscilloscoop
Geluidsbron
Microfoon vangt het op.
Zichtbaar op de Oscilloscoop

Slide 13 - Tekstslide

Begrijpen wat een oscilloscoopbeeld laat zien (frequentie, geluidssterkte) (4.4, blz. 90)

Oscilloscoop: maakt trillingen zichtbaar
  • Toonhoogte --> Lage frequentie: weinig golven / Hoge frequentie: veel golven
  • Geluidssterkte --> Hard geluid: hoge golven / Zacht geluid: lage golven

Slide 14 - Tekstslide

Gehoorbereik
Er zijn dieren die een ander gehoorbereik hebben dan de mens.

Slide 15 - Tekstslide

Vandaag
                                      Laptop niet nodig

  • gehoorbereik bij mens en dier
  • aflezen 2 grafieken over gehoorbereik
  • spel bij hoofdstuk 4: zoek de valse 
  • taboe?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

welke tonen mensen en dieren kunnen horen
Gehoorbereik - toon
  • Onderste gehoorgrens: laagste toon die je kunt horen 
  • Bovenste gehoorgrens: hoogste toon die je kunt horen

Slide 18 - Tekstslide

welke tonen mensen en dieren kunnen horen
Gehoorbereik 

Slide 19 - Tekstslide

ouderdom en/of........

Slide 20 - Tekstslide

Gehoortest
20 Hz
200 Hz
2000 Hz
12000 Hz
30 Hz
50 Hz
80 Hz
500 Hz
800 Hz
1000 Hz
5000 Hz
8000 Hz
10000 Hz
15000 Hz
18000 Hz
20000 Hz
Hier kun je testen hoe goed jij lage en hoge tonen kunt horen. Doe de test eerst bij jezelf (oortjes) en onderzoek wat de laagste en hoogste toon die je goed kunt horen (gehoorbereik). Doe de test ook bij docenten, ouders etc. , kijk of je verschillen meet.

Slide 21 - Tekstslide

Zoek de valse
Welke hoort er niet bij en waarom?

  • vogel
  • mug
  • vliegtuig
  • muis 

Slide 22 - Tekstslide

met je groep, om de beurt
  1. eerste  persoon pakt een kaart, kiest de valse en vertelt waarom
  2. de rest gaat akkoord of er ontstaat een gesprek
  3. maak een groepskeuze
  4. kaart wegleggen
  5. volgende persoon pakt een kaart

Slide 23 - Tekstslide

Taboe
Leg het begrip uit zonder de opgegeven woorden te gebruiken

Tijger

  • roofdier
  • strepen

Slide 24 - Tekstslide