In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welkom in de geschiedenisles!
Slide 2 - Tekstslide
Telefoon in je zakkie!
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag?
Herhalen topo oudheid/middeleeuwen
Hoe ontstaat de Islam en wordt het in korte tijd het dominante geloof in het hele Midden-Oosten en Noord-Afrika?
Werkvorm opvolging van de profeet
Afsluiting
Slide 6 - Tekstslide
Leerdoelen
Tijdvak 3 Monniken en Ridders
25. Je kent de hoofdpersonen in de islamitische expansie
26. Je begrijpt dat de islamitische expansie gekenmerkt werd door tolerantie. In veel overwonnen gebieden mochten inwoners christelijk blijven.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Europa rond 600 na Christus was
A
Vooral Islamitisch
B
Vooral polytheïstisch
C
Vooral Christelijk
D
Vooral heidens
Slide 9 - Quizvraag
Europa rond 600 n. Chr.
De nieuwe Germaanse koningen zijn polytheistisch
Slide 10 - Tekstslide
Combineer de twee juiste begrippenclusters De Katholieke Kerk:
A
Hiërarchisch
B
Egalitair
C
Paus, bisschop, priester
D
Paus, Imam, Rabbi
Slide 11 - Quizvraag
De katholieke Kerk blijft bestaan heeft een hiërarchische organisatie
Bisschop = leider van een Bisdom (kerkelijke provincie)
De kerk verdient geld aan land en belasting
Priester
Bisschop
Priester
Paus
Paus = leider van de Katholieke Kerk en vertegenwoordiger van Jezus Christus op aarde
Priester = geestelijke van een lokale gemeenschap zoals domein of dorp
Slide 12 - Tekstslide
Kerstening is:
A
Het Islamitisch maken van mensen
B
Het tot Christendom bekeren van mensen
C
Kerstboom versieren
D
Mensen van het Christelijk geloof weghalen
Slide 13 - Quizvraag
Kerstening
Bevolking tot het christendom bekeren
Kan via:
De 'geestelijke' (religieuze) & vrijwillige manier: Missionarissen (mensen die de boodschap van het geloof verspreiden) gaan naar heidense (niet-Christelijke) gebieden en kerstenen de bevolking als zij dat willen
De 'Wereldlijke' (politieke)geforceerde manier:
Christelijke koningen veroveren een gebied, slachten de heidenen af en sturen dan missionarissen. Ook geven zij gebied aan de Katholieke kerk om mensen (geforceerd) te kerstenen
Slide 14 - Tekstslide
Het Midden-Oosten vóór Mohammed
Het Midden-Oosten vóór Mohammed
Slide 15 - Tekstslide
betrouwbaarheid
De betrouwbaarheid van de informatie waarvoor je kijkt naar
o Aard van de bron & voor wie de bron bedoeld is
o Standplaats van de maker (dus over welke informatie beschikt de maker en hoe staat de maker in de wereld) Let op: eenzijdigheid!
o Feit en mening: Intentie van de maker of opdrachtgever van de bron Let op: eenzijdigheid!
o Ooggetuigenis: was de maker bij de beschreven gebeurtenis (hangt samen met standplaats)
Slide 16 - Tekstslide
Piero della Francesca, Gevecht tussen Heraclius en Chosrow, (1460) (De schilder werkte voor de paus in Rome)
Slide 17 - Tekstslide
Jan de beer, Heraclius onthooft Chosrow, (1505) (De schilder werkte in Antwerpen, op dat moment katholiek)
Slide 18 - Tekstslide
Uitgeput
Beide grote rijken waren uiteindelijk:
-financieel
-militair
uitgeput. Beide landen werden ook politiek onrustig:
De rijken werden zwakker
Slide 19 - Tekstslide
Wat doet Mohammed?
Het Arabisch schiereiland is erg verdeeld
Voortdurend onderlinge stammenstrijd
Polytheïsme
Mohammed vestigt zich van Mekka naar Medina
Hij krijgt politieke macht (hij wordt “koning” van Medina)
Mohammed verovert Mekka weer in 630
Mohammed verenigt het Arabisch schiereiland
Slide 20 - Tekstslide
Opdracht
Jullie gaan aan de slag met de opvolgingskwestie
Aan de slag in tweetallen
Ronde 1: opdrachten 1 en 2
Ronde 2: Opdrachten 3 en 4
Ronde 3: conclusie
Slide 21 - Tekstslide
Mohammed gaat dood
Mohammed wordt opgevolgd door een kalief
Godsdienstige en politieke taak
Eerste vier kaliefen (rasjidoen)
Aboe Bakr: Verenigt het Arabisch schiereiland en verovert Irak
Omar: Verovert Egypte, Palestina, Syrië en Perzië
Othman en Ali: Veroveren Libië en Oostelijk Perzië (Afh/Pak.)
Welke godsdienstige rol had Aboe Bakr? En Othman?
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Afsluiting
Aan het eind van deze les:
13. Je (her)kent en begrijpt de vijf kenmerkende aspecten van de Oudheid. (R)
Je kent de begrippen filosofie, rationalisme, wetenschap
Je (her)kent kenmerken van Grieks wetenschappelijk denken in bronteksten (T2)
Slide 26 - Tekstslide
Fijne dag!
Slide 27 - Tekstslide
historianet.nl
Slide 28 - Link
Welke interne en externe oorzaken voor de ondergang van Rome bespreekt het artikel?
Slide 29 - Woordweb
Welke veranderingen voert de Keizer Diocletianus in om de problemen op te lossen?
Slide 30 - Woordweb
Welke veranderingen blijven bestaan en vinden wij nog terug in de Middeleeuwen?
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.