Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Grammatica
Wat gaan we vandaag doen?
Oefenen
- uitdrukkingen en werkwoorden met een vast voorzetsel
- onregelmatige werkwoorden
1 / 34
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wat gaan we vandaag doen?
Oefenen
- uitdrukkingen en werkwoorden met een vast voorzetsel
- onregelmatige werkwoorden
Slide 1 - Tekstslide
1e onderwerp:
uitdrukkingen en werkwoorden met een vast voorzetsel
Verwachten
van
(expecting of)
Toekomen
aan
(get to it)
Houden
van
(to love).
Wachten
op
(waiting for)
Ingaan
op
(react to).
In aanmerking komen
voor
(to qualify)
Onder de indruk zijn
van
(to be impressed by)
Slide 2 - Tekstslide
Zin hebben
in
(I feel like..)
Twijfelen
aan
(to doubt)
Kwaad zijn
op
(to be mad at)
Gek zijn
op
(to be crazy about)
Herinneren
aan
(to remind of)
Verantwoordelijk zijn
voor
(to be responsable for)
Benieuwd zijn
naar
(to be curious about)
Slide 3 - Tekstslide
De ouders zijn verantwoordelijk …….. hun kinderen.
Slide 4 - Open vraag
Bart twijfelt …………. de kwaliteit van het printpapier.
Slide 5 - Open vraag
Mijn zusje is gek …………… dropjes.
Slide 6 - Open vraag
Mevrouw Conny verwacht ………… de leerlingen dat ze opletten
Slide 7 - Open vraag
Waarom is Meneer Martijn kwaad ……………. die leerling?
Slide 8 - Open vraag
Mijn moeder heeft het erg druk dus ze komt er nu niet ……….. toe om een cake te bakken.
Slide 9 - Open vraag
De supporters zijn niet erg onder de indruk ………… de nieuwe speler.
Slide 10 - Open vraag
Zijn jullie niet benieuwd ……… je cijfer?
Slide 11 - Open vraag
Ik snap niet dat jullie niet ……. sinasappels houden!
Slide 12 - Open vraag
Je ………… niet in je boek.
(kijken, verleden tijd)
A
kijkende
B
kijkte
C
keekde
D
keek
Slide 13 - Quizvraag
De soldaten hebben zich …………………… in de bergen. (verschuilen, verleden tijd)
A
verscholen
B
verschooden
C
verschoolen
D
verschoold
Slide 14 - Quizvraag
Hoe lang ……………. jullie ………………..?
(blijven, voltooide tijd)
A
hebben geblijfd
B
hebben gebleven
C
zijn gebleven
D
bleven
Slide 15 - Quizvraag
De verpleegkundige .............. het vaccin ..................
(inspuiten, voltooide tijd)
A
is gspoten
B
heeft ingspuit
C
spoot in
D
heeft ingspoten
Slide 16 - Quizvraag
Waar .......... Pieter zó van ....................?
(schrikken, voltooide tijd)
A
is geschrokken
B
had geschrokken
C
is geschrokt
D
heeft geschrikt
Slide 17 - Quizvraag
In Rusland ...................... de mensen in ijswater.
(zwemmen, verleden tijd)
A
zwemden
B
zwam
C
zwamden
D
zwommen
Slide 18 - Quizvraag
Na twee weken ................. de melk.
(bederven, verleden tijd)
A
bederfde
B
bedorf
C
bedierf
D
bedorfde
Slide 19 - Quizvraag
De takken ................. mee met de wind.
(buigen, verleden tijd)
A
bogen
B
begen
C
buigende
D
boogde
Slide 20 - Quizvraag
......... je die vreemde lucht?
A
Rook
B
Riek
C
Rookte
D
Ruikte
Slide 21 - Quizvraag
Dennis kon niet praten omdat hij zo erg ………... ..............
A
is geschikte
B
heeft geschikte
C
was geschrokken
D
had geschrokt
Slide 22 - Quizvraag
Geld en werk
Slide 23 - Woordweb
het bedrag dat beschikbaar is voor iets
A
het diploma
B
het budget
C
doorbetalen
D
de korting
Slide 24 - Quizvraag
een verschil uitmaken
A
verklaren
B
schenken
C
schelen
D
opnieuw
Slide 25 - Quizvraag
dat wat je moet doen voordat iets begint, zodat je er klaar voor bent
A
voorbereiden
B
verzekeren
C
sparen
D
overblijven
Slide 26 - Quizvraag
de manier waarop twee of meer personen of zaken met elkaar te maken hebben
A
de wet
B
het lot
C
het verband
D
keurig
Slide 27 - Quizvraag
een plaats waar je kunt leren rijden op een paard
A
het vervoer
B
het schoolkamp
C
het totaal
D
de manege
Slide 28 - Quizvraag
in een winkel aanvullen wat verkocht is
A
de werknemer
B
vakkenvullen
C
het café
D
doorbetalen
Slide 29 - Quizvraag
heel netjes, zoals het hoort
A
keurig
B
nagaan
C
sparen
D
de uitverkoop
Slide 30 - Quizvraag
Maak een zin met de woorden:
'enerzijds' en 'anderzijds'
Slide 31 - Open vraag
Maak een zin met de woorden:
'berekenen' en 'de korting'.
Slide 32 - Open vraag
Maak een zin met de woorden:
'het totaal' en 'de uitverkoop'.
Slide 33 - Open vraag
Einde....
Hebben jullie nog vragen?
Als je deze woorden en werkwoorden nog niet kent, dan moet je heel erg hard aan de slag!!!!
Slide 34 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Groep C 18 februari
Oktober 2024
- Les met
39 slides
NT2
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Vaste voorzetsels 2.5
Oktober 2024
- Les met
36 slides
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Present Perfect
Juni 2022
- Les met
37 slides
Engels
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2,3
Werkwoorspelling
Augustus 2023
- Les met
10 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
ww 2
Januari 2022
- Les met
26 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Onregelmatige en regelmatige werkwoorden
Mei 2020
- Les met
12 slides
door
Numo
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Numo
Les 6 Voltooid deelwoord + gebiedende wijs
Augustus 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Spelling
April 2023
- Les met
34 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8