Voorbereidende les Plankenkoorts

Plankenkoorts
Tip!
Tip: klik per slide op de notitie icoontjes voor een toelichting op de opdrachten
Theatrale rondleiding door Wilminktheater & muziekcentrum Enschede en de Nederlandse Reisopera
Groep 3-5
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
PlankenkoortsBasisschoolGroep 3-5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Plankenkoorts
Tip!
Tip: klik per slide op de notitie icoontjes voor een toelichting op de opdrachten
Theatrale rondleiding door Wilminktheater & muziekcentrum Enschede en de Nederlandse Reisopera
Groep 3-5

Slide 1 - Tekstslide

Tip: lees deze notities voor meer toelichting op de slides
Het doel
Tip!
Tip: klik per slide op de notitie icoontjes voor een toelichting op de opdrachten
Aan het einde van de les weet je:

- Wat een opera is
- Wat er allemaal in een theater gebeurt
- Hoe een orkest klinkt
- Wat de rol is van een zangeres in een opera

Slide 2 - Tekstslide

Tip: lees deze notities voor meer toelichting op de slides
Legenda
Informatie
Klik of vul in
Kijken
Lezen

Slide 3 - Tekstslide

Tip: lees deze notities voor meer toelichting op de slides
Welk geluid past bij welk plaatje?

Slide 4 - Sleepvraag

Toelichting:
Sleep het juiste geluidsfragment naar het juiste plaatje
Welke artiest hoort waar?

Slide 5 - Sleepvraag

Toelichting:
Sleep de juiste artiest naar het juiste plaatje. Bespreek met de leerlingen waarom zij de artiest bij de locatie vinden passen/waarom zij de artiest niet bij een plaatje vinden passen.
Wat is een opera?

Slide 6 - Woordweb

Toelichting:

Doen de leerlingen mee met een deviceLaat de leerlingen dan de vraag beantwoorden met hun device. De antwoorden worden automatisch op het scherm getoond.

Doen de leerlingen mee zonder een device? Bespreek dan de vraag klassikaal en laat de leerlingen eventueel een aantal steekwoorden noteren.

Mogelijk antwoord om met de leerlingen te bespreken:

Een opera is een toneelstuk op muziek. De acteurs in een opera zijn zangers die hun tekst niet uitspreken maar zingen. Opera is ontstaan rond 1600 in Italië.
Bekijk het filmpje:

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat viel je op?

Slide 8 - Woordweb

Toelichting:

Bespreek met de leerlingen wat hen is opgevallen. Wat sprak aan en waarom? Zijn er leerlingen die weleens naar een opera gegaan zijn? Zijn er leerlingen die ooit een opera zouden willen zien? Waarom wel/niet?
Bekijk het filmpje:

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat viel je op?

Slide 10 - Woordweb

Toelichting:

Bespreek met de leerlingen wat ze is opgevallen aan het filmpje. Welke theater-aspecten kunnen ze herkennen?
Het orkest

Slide 11 - Tekstslide

Toelichting:

Klik op de geluidsfragmenten om te horen hoe de verschillende instrumenten klinken. Kunnen de leerlingen raden welk instrument ze horen?

Paars:
Oranje:
Groen:
Roze:
Geel:
Blauw:


Bekijk het filmpje:

Slide 12 - Tekstslide

Toelichting:

Bespreek met de leerlingen wat hen opviel. Kennen ze de instrumenten? Misschien hebben sommige leerlingen weleens op een instrument uit het filmpje gespeeld? 

De solist (de zangeres)
In een opera zingt de zanger of zangeres zonder microfoon. Het stemgeluid moet zelfs boven een orkest uit kunnen komen!
Een uitgebreid zangstuk voor orkest en zanger/zangeres noem je in de opera een aria.
Wist je dat ieder kledingstuk in de opera op maat gemaakt wordt? 
In een opera wordt een verhaal verteld. Als zanger of zangeres speel je een bepaalde rol in het verhaal en dat noem je een personage.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is een dirigent?

Slide 14 - Open vraag

Toelichting:

Mogelijk antwoord: 
Een dirigent leidt een orkest tijdens het spelen van een muziekstuk. Een dirigent geeft de maat aan, zorgt er voor dat iedereen samen muziek kan maken en vertelt hoe de muziek moet klinken. 


Opdracht:
Stap 1: Bespreek de symbolen met de leerlingen (slak = langzaam, haas = snel, ladder hoog = hoog, ladder laag = laag)
Stap 2: Oefen met hoog/laag, zacht/hard op een liedje dat de hele klas kent. Als leerkracht neem de rol van dirigent aan en wijs je de symbolen aan. De leerlingen moeten reageren op hetgene dat je aanwijst (bijv: slak, zachter zingen)
Stap 3: Varieer met liedjes en laat ook eens een leerling in de rol van de dirigent de klas dirigeren,
Extra: wijs de haas of slak aan en wijs de ladder aan (hoog, laag of midden). Kunnen de leerlingen 2 aanwijzingen tegelijk opvolgen?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd vandaag?
Draai aan de spinner en vertel iets over het onderwerp dat gedraaid wordt.

Slide 16 - Tekstslide

Toelichting:

Klik op de spinner en laat de leerlingen iets vertellen over het onderwerp dat gedraaid wordt.

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Deze slide heeft geen instructies


Waar weet je nu meer over?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Waar zou je nog wel wat meer over willen weten?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje Claudia
Kort filmpje maken met Claudia maken waarin ze vertelt dat zij in de opera gaat zingen. In het filmpje nodigt ze de leerlingen uit om te komen kijken en vertelt ze dat de leerlingen daarbij een rondleiding krijgen in het theater (eenmaal in het theater blijkt dit dan een speurtocht te zijn...)
Nog afmaken:

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies