Praten over wat je hebt gedaan 2

Gistermorgen ben ik om 8:00 u opgestaan. Ik heb eerst thee gezet en ontbijt gegeten. Tijdens het ontbijt heb ik de krant gelezen. Daarna heb ik gedoucht en me aangekleed.
Ik ben aan de computer gaan zitten en heb een les voorbereid.
Om elf uur ben ik naar de bibliotheek gegaan voor een afspraak.
Daarna heb ik thuis een boterham gegeten. Toen ben ik snel in de auto gestapt en naar De Framboos gereden. Ik heb om 10 voor 1 de auto geparkeerd.
1 / 5
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 5 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Gistermorgen ben ik om 8:00 u opgestaan. Ik heb eerst thee gezet en ontbijt gegeten. Tijdens het ontbijt heb ik de krant gelezen. Daarna heb ik gedoucht en me aangekleed.
Ik ben aan de computer gaan zitten en heb een les voorbereid.
Om elf uur ben ik naar de bibliotheek gegaan voor een afspraak.
Daarna heb ik thuis een boterham gegeten. Toen ben ik snel in de auto gestapt en naar De Framboos gereden. Ik heb om 10 voor 1 de auto geparkeerd.

Slide 1 - Tekstslide

Woorden over volgorde in de tijd die we gisteren hebben geleerd:


  • Eerst
  • Daarna
  • Toen
  • Om ..... uur

Slide 2 - Tekstslide

Woorden die we gisteren hebben geleerd

Vanmorgen
glad
sneeuw
regen
hagel
slecht weer
onder nul

Slide 3 - Tekstslide

Vanmorgen = vandaag in de ochtend
Vanmorgen ben ik opgestaan om 7:30. Ik heb yoghurt gegeten en thee gedronken. Daarna heb ik me gedoucht en mijn kleren aangetrokken. 
Toen heb ik mijn tas ingepakt en mijn jas aangedaan. Ik heb de sneeuw van mijn auto gehaald. Daarna ben ik naar Leiden gereden.

Slide 4 - Tekstslide


Vertel aan je buurman of buurvrouw 2 of 3 dingen die je vanmorgen hebt gedaan.


Gebruik in je zinnen: "Ik heb ........" of "Ik ben ........"
"Ik heb koffie gedronken" "Ik ben naar de bus gelopen" 



Ries, Sibel en ik gaan luisteren.

Slide 5 - Tekstslide