In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Raporteren in de maatschappelijke zorg
Thema 7
Slide 1 - Tekstslide
Rapporteren
Slide 2 - Woordweb
Rapporteren
Intern rapporteren
Verslag uitbrengen aan collega’s binnen de organisatie waar je werkt
Extern rapporteren
Verslag uitbrengen aan mensen met wie je samen aan hetzelfde doel werkt, maar niet voor dezelfde organisatie waar je werkt
Slide 3 - Tekstslide
Noem doelen om te rapporteren
Slide 4 - Open vraag
Mondeling/schriftelijk rapporteren
Slide 5 - Tekstslide
Wanneer rapporteer je mondeling?
Slide 6 - Open vraag
Saskia had vanmorgen 38,2°C. Ze heeft zichzelf gedoucht en thee gezet, maar ze had nog geen trek in eten; wel heeft ze twee kopjes thee gedronken. Daarna is ze weer in bed gegaan en ik heb toen nog een potje thee bij haar bed gezet. Vanmiddag om 1.00 uur kwam ik weer bij haar en toen was ze een boterham voor zichzelf aan het klaarmaken. Ze zei dat ze zich iets beter voelde’. Waarom kan de situatie van Saskia mondeling gerapporteerd worden?
Slide 7 - Open vraag
Voordelen mondeling rapporteren
Slide 8 - Woordweb
Nadelen mondeling rapporteren
Slide 9 - Woordweb
Vormen van schriftelijke rapporteren zijn:
A
Individuele rapportage
B
Groepsrapportage
C
Algemene rapportage
Slide 10 - Quizvraag
Wanneer rapporteer je schriftelijk?
Slide 11 - Open vraag
Wat zijn de voordelen van schriftelijk rapporteren?
Slide 12 - Woordweb
Nadelen van schriftelijk rapporteren
•Kost meer tijd dan een mondelinge rapportage
•Geen directe reactie, waardoor onzeker is of de informatie juist overgekomen is
Slide 13 - Tekstslide
Sjoerd heeft een probleem met een jongere op de leefgroep gehad. Hij is daarbij nogal tegen hem uitgevallen en heeft daar nu spijt van. Met de jongere is het uitgepraat. Hij schrijft daarover nog een brief aan de ouders van de jongere om uit te leggen wat er gebeurd is en zijn excuus te maken. Mondeling of schriftelijk rapporteren en waarom?
Slide 14 - Open vraag
Henri en Max bereiden samen een vakantieactiviteit voor. Ze hebben veel leuke ideeën en kiezen daar uiteindelijk de beste uit. Ze maken samen afspraken over de organisatie. Ze werken al lang met elkaar samen, daarom maken ze deze afspraken mondeling.