4.2 Woon je verzekerd? Deel 1




Woon je  verzekerd?
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les




Woon je  verzekerd?

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je doen vandaag?
  • Leerdoelen vorige les
  • Leerdoelen vandaag
  • instructie paragraaf 1 laatste deel + eerste deel paragraaf 2
  • werken aan het huiswerk 
  • Leerdoelen controleren

Slide 2 - Tekstslide

Kort herhalen
In de volgende dia's worden je zo een aantal herhalingsvragen gesteld. Probeer deze vragen zo goed mogelijk en zonder boek te beantwoorden. Op die manier kan jij (en de docent) kijken welke onderdelen je al goed beheerst en welke onderdelen je nog extra zou kunnen oefenen. 




Slide 3 - Tekstslide

Hoe noemen we de verzekeringsmaatschappij ook wel?
timer
0:15000
A
De verzekerde.
B
De verzekeraar.

Slide 4 - Quizvraag

Waar betaal je assurantiebelasting over?
timer
0:30000
A
Alleen over de premie.
B
Alleen over de polis.
C
Over de premie en de polis.
D
Wat is assurantiebelasting?

Slide 5 - Quizvraag

Mensen kiezen er vaak voor om een AVP af te sluiten omdat...
timer
0:30000
A
Iedereen wel eens per ongeluk schade veroorzaakt
B
Het verplicht is
C
De schade die je expres toe brengt dan wordt gedekt

Slide 6 - Quizvraag

Met een vrijwillig eigen risico
timer
0:30000
A
Betaal je een deel van de schade zelf en heb je een lagere premie
B
Betaal je alle schade zelf en heb je een lagere premie
C
Betaal je een deel van de schade zelf en heb je een hogere premie
D
Betaal je alle schade zelf en heb je een hogere premie

Slide 7 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Na vandaag weet je hoe je de verzekeringskosten berekent
  • Na vandaag weet je wat een inboedelverzekering is en waarom je een inboedelverzekering moet hebben. 
  • Na vandaag weet je hoe een inboedelverzekering werkt. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

5 bijzondere verzekeringen!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Onderverzekerd? 

als de verzekerde waarde lager is dan de werkelijke waarde



Bijvoorbeeld = verzekerde waarde inboedelverzekering €80.000 en de werkelijke waarde van de spullen in huis is €100.000
Oververzekerd?

als de verzekerde waarde hoger is dan de werkelijke waarde



Bijvoorbeeld = verzekerde waarde inboedelverzekering €100.000 en de werkelijke waarde van de spullen in huis is €80.000

Slide 15 - Tekstslide


Aan het werk!
* Lees bladzijde 106 t/m 108 in je tekstboek goed door.
* Maak opgave 12 t/m 22 op bladzijde 105 t/m 108 van je werkboek. 
* Controleer in de laatste slides of je de leerdoelen van deze les hebt behaald. 

De docent is tijdens de les bereikbaar via de chat van Zoom bereikbaar voor vragen. 

Heel veel succes!

Slide 16 - Tekstslide

Controleren leerdoelen

Slide 17 - Tekstslide

Je sluit een verzekering af. De premie bedraagt €48,50. De poliskosten zijn €4,50 en de assurantiebelasting is 21%. Bereken de verzekeringskosten.

Slide 18 - Open vraag

Als je een koophuis hebt is het verstandig om een...….. af te sluiten
A
inboedelverzekering
B
inboedelverzekering en opstalverzekering
C
opstalverzekering
D
geen van alle antwoorden is juist

Slide 19 - Quizvraag

Een inboedelverzekering vergoedt de schade tegen herbouwwaarde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Een verzekering voor je spullen in je huis noem je een ...
A
inboedelverzekering.
B
opstalverzekering.

Slide 21 - Quizvraag

Upload hier een foto van jouw antwoorden op vraag 5 t/m 10 van 4.1

Slide 22 - Open vraag

Waarom is het slim om een inboedelverzekering af te sluiten?

Slide 23 - Open vraag

Als je een koophuis hebt is het verstandig om een...….. af te sluiten
A
inboedelverzekering
B
inboedelverzekering en opstalverzekering
C
opstalverzekering
D
geen van alle antwoorden is juist

Slide 24 - Quizvraag

Welk bedrag zal de verzekeraar uitkeren wanneer je oververzekerd bent?

Slide 25 - Open vraag

Onderverzekerd zijn bij een verzekering betekent:
A
je hebt een hogere waarde opgegeven dan de werkelijke waarde
B
je hebt een lagere waarde opgegeven dan de werkelijke waarde
C
je hebt alleen de onderverdieping van het huis verzekerd
D
je hebt een lagere premie betaald dan de werkelijke premie

Slide 26 - Quizvraag

Huiswerk 


Afmaken paragraaf 1 + paragraaf 2 t/m vraag 22

Slide 27 - Tekstslide