¿Qué
estás haciendo? Wat ben je aan het doen?
1. Je hebt altijd een vorm van 'estar' nodig
(Wie is er wat aan het doen? --> ik, jij, hij, wij...)
2. De gerundio (.......ando / .......iendo) verandert níet
3. Check het verschil tussen:
Ik eet pizza (como pizza) / Ik ben pizza aan het eten (estoy comiendo)