PTA - module stijl - les 2

Module stijl
Woensdag    - grammatica
Vrijdag            - spelling

  1. Planning periode 1
  2. Het fictiedossier - planning - boekenlijst
  3. paragraaf 1 doornemen
  4. paragraag 2 doornemen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Module stijl
Woensdag    - grammatica
Vrijdag            - spelling

  1. Planning periode 1
  2. Het fictiedossier - planning - boekenlijst
  3. paragraaf 1 doornemen
  4. paragraag 2 doornemen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen vorige les
Aan het eind van deze les:

- Weet je wat er bedoeld wordt met 'schrijfstijl'
- Weet je het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik
- Kun je beeldspraak omschrijven in:
1. vergelijking
2. spreekwoorden en uitdrukkingen
3. personificatie


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefeningen

STUDIEMETER - Viastarttaal Online
2F - spreekwoorden en uitdrukkingen
2 oefeningen

Volgende slide (oefening 1 + 2)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

Deze slide heeft geen instructies

'Voor meer informatie kunt u terecht bij www.vraagmaarraak.nl'
A
formeel
B
informeel

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hij kletste als een kip zonder kop.
A
Spreekwoord
B
Vergelijking

Slide 6 - Quizvraag

Vergelijking:
Iemand wordt met iets vergeleken om het nog duidelijker te maken.

Hij is zo sterk als een beer.

De vergelijking is beeldspraak.
Die flapdrol snapt er niets van.
A
Metafoor
B
Spreekwoord

Slide 7 - Quizvraag

Matafoor:
'Die flapdrol' verwijst naar een persoon.

Die flapdrol is beeldspraak


De letters dansten op het papier.

Welk woord is een personificatie?
A
Dansten
B
De letters
C
Het papier
D
Op

Slide 8 - Quizvraag

Spreekwoord:
Dit neem je niet letterlijk, dit is een andere vorm van beeldspraak. Een spreekwoord geeft een bepaald beeld van iets.


Oost, west, thuis best.
A
Vergelijking
B
Spreekwoord

Slide 9 - Quizvraag

Spreekwoord:
Dit neem je niet letterlijk, dit is een andere vorm van beeldspraak. Een spreekwoord geeft een bepaald beeld van iets.


Leerdoelen 
Aan het eind van deze les:

Kun je de volgende stijlfouten herkennen in een zin:
- spot
- eufemisme
- Tautologie
- Pleonasme
- Incongruentie


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Spot en eufemisme
Blz.9




Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Spot en eufemisme
Blz.8

Spot = een grappige opmerking maken

Belangrijk: wie maakt de opmerking.. Meestal zit er een boodschap achter een spottende opmerking.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Oefeningen

Maak opdracht 1 en 2

Kijken samen na

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Stijlfouten
Blz. 10

Tautologie - 2 woorden ongeveer hetzelfde betekenen
  • altijd en eeuwig
  • liegen en bedriegen




Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

4. Stijlfouten
Blz. 11

Pleonasme - overbodig woord
  • De witte sneeuw
  • De ronde cirkel

Filmpje - 2.19 


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

4. Stijlfouten
Blz. 12

Incongruentie - Onderwerp en persoonsvorm moeten beide enkelvoud of meervoud zijn.

Zie voorbeeld in het boek!





Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Oefeningen

Maak opdracht 1 t/m 4

Kijken samen na

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk 8 januari af

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
Aan het eind van deze les:

Kun je de volgende stijlfouten herkennen in een zin:
- spot
- eufemisme
- Tautologie
- Pleonasme
- Incongruentie


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies