Les 3 - Cursus 7 Spelling §11 + Engelse werk woorden

Les 3 - Cursus 7  §11 Engelse werkwoorden

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 3 - Cursus 7  §11 Engelse werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Goedemorgen 2Vd
Pak je spullen alvast (boek/Nieuw Nederlands/pen+schrift) en ga lezen in je leesboek
timer
10:00
Wat gaan we doen vandaag?
  • 10 min lezen
  • Wat weten we nog over werkwoorden?
  • Uitleg §11 (Engelse) werkwoorden
  • afmaken opdracht 1+2

Slide 2 - Tekstslide

Week 36 - les 1
  • 10 min lezen
  • Wat weten we nog over werkwoorden?
  • Uitleg §11 (Engelse) werkwoorden
  • Maken opdracht 1+2
  • nakijken opdrachten






Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Ik kan werkwoorden die vanuit het Engelse komen vervoegen in het Nederlands.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe zat het ook al weer met die werkwoorden?
Ik werk
Jij werkt
Ik heb ...

Slide 5 - Tekstslide

Werkwoorden vervoegen
Hoe zou je wandelen en fietsen vervoegen?
Getal
Persoon
Tegenwoordige Tijd
Verleden Tijd
enkelvoud
ik
wandel
jij
hij/zij/het
meervoud
wij (we)
voltooid deelwoord
Ik heb
onvoltooid deelwoord

Slide 6 - Tekstslide

Werkwoorden vervoegen
Voorbeeld wandelen
Getal
Persoon
Tegenwoordige Tijd
Verleden Tijd
enkelvoud
ik
wandel
wandelde
jij
wandelt
wandelde
hij/zij/het
wandelt
wandelde
meervoud
wij (we)
wandelen
wandelden
voltooid deelwoord
ik heb
gewandeld
onvoltooid deelwoord
wandelend

Slide 7 - Tekstslide

Nu jullie
Hoe zou je fietsen vervoegen?
Schrijf het op in je schrift.

Getal
Persoon
Tegenwoordige Tijd
Verleden Tijd
enkelvoud
ik
jij
hij/zij/het
meervoud
wij (we)
voltooid deelwoord
Ik heb
onvoltooid deelwoord
timer
2:00

Slide 8 - Tekstslide

Werkwoorden vervoegen
Voorbeeld fietsen
Getal
Persoon
Tegenwoordige Tijd
Verleden Tijd
enkelvoud
ik
fiets
fietste
jij
fietst
fietste
hij/zij/het
fietst
fietste
meervoud
wij (we)
fietsen
voltooid deelwoord
ik heb
gefietst
onvoltooid deelwoord
fietsend

Slide 9 - Tekstslide

't ex kofschip/'t ex fokschaap (ezelbruggetje)
De medeklinkers uit ’t kofschip, dus de t, x, k, f, s, ch en p, helpen je te bepalen of een zwak werkwoord de uitgang -te of -de krijgt in de verleden tijd. De uitgang -te wordt toegevoegd aan werkwoorden waarvan de stam (= het hele werkwoord zonder de uitgang -en) eindigt op een van die medeklinkers uit ’t kofschip. Andere werkwoorden krijgen -de.
Voorbeeld:
juichen 
  • stam? Hele werkwoord - en = ...
  • juichen - en = ...
  • juich
  • Stam eindigt op?
  • ch
  • Zit deze in het 't ex kofschip?
  • ja
  • Dus verleden tijd met -te of de?
  • = te -> juichte
  • Voltooid deelwoord
  • = gejuicht

Slide 10 - Tekstslide



Persoonsvorm         > T.T.
                                       


                                        > V.T.


Geen persoonsvorm   >    voltooid deelwoord ('t Kofschip)
                                           >    bijvoeglijk naamwoord (zo kort mogelijk)
                                           >    onvoltooid deelwoord ( hele ww + -d)
                                           >    gebiedende wijs (ik-vorm)








1. Ik of jij/je erachter = ik-vorm
2. ev: jij/hij/zij/het = ik-vorm + t
3. mv: wij/jullie/zij = hele werkwoord
Sterke werkwoorden: veranderen van klank 
Zwakke werkwoorden: ik-vorm + te(n)/de(n)

Slide 11 - Tekstslide

Theorie Engelse werkwoorden
Engelse werkwoorden (of eigenlijk: werkwoorden uit het Engels) vervoeg je op dezelfde manier als (andere) Nederlandse werkwoorden: Wie downloadt er nou nog? Lekker streamen!
Engelse werkwoorden zijn altijd zwak in het Nederlands (V.T. dus +te of +de -> 't ex fokschaap
 

Slide 12 - Tekstslide

Theorie Engelse werkwoorden
Werkwoorden als saven, timen en daten behouden hun -e in de stam:









Anders klopt de uitspraak niet in het Nederlands.


Slide 13 - Tekstslide

Theorie Engelse werkwoorden
Werkwoorden met een dubbele medeklinker ‘vernederlandsen’ we, tenzij dat de uitspraak beïnvloedt:

Slide 14 - Tekstslide

Zelf oefenen
Wat: Maak van cursus  7 § 11 Engelse werkwoorden  opdracht 4 en maak 1 +2 af
Hoe:  Individueel, opdracht 1 op het blad dat is uitgedeeld opdracht 2 in je schrift.
Hulp: Theorie uit je boek, docent.
Tijd: 10 min.
Uitkomst: Geoefend met het vervoegen van Engelse werkwoorden
Klaar?
Maak opdracht 5 van §10 af, daarna kan je lezen in je leesboek
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Volgende les
  • Leesboek mee!
  •  Aan de slag met §12 persoonsvormen in samengestelde zinnen

Slide 16 - Tekstslide