Les 2 Zuivere stoffen en mengsels

Les 2 Zuivere stoffen en mengsels
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 2 Zuivere stoffen en mengsels

Slide 1 - Tekstslide

Zijn er vragen over het huiswerk?

Slide 2 - Woordweb

Wat weet je nog?

Slide 3 - Woordweb

Doelen van de les
Je weet wat zuivere stoffen en mengsels zijn.
Je weet wat een kookpunt/kooktraject.
Je weet wat oplossingen, suspensies en emulsies zijn.
Je weet wat een emulgator is.

Slide 4 - Tekstslide

Zuivere stof en mengsel

Slide 5 - Tekstslide

Kookpunt en kooktraject
Zuivere stof
Mengsel

Slide 6 - Tekstslide

Uit hoeveel molecuulsoorten bestaat een zuivere stof?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quizvraag

Welke bewering is juist als je over een mengsel praat.
Een mengsel heeft een...
A
Kookpunt en smeltpunt
B
Kooktraject en smeltpunt
C
Kooktraject en smelttraject
D
Kookpunt en smelttraject

Slide 8 - Quizvraag

Oplossingen
Een oplossing is een Homogeen mengsel en is altijd Helder.

Slide 9 - Tekstslide

Suspensie
Een suspensie is een Heterogeen mengsel en is altijd troebel.

Een suspensie is een mengsel waar een vaste stof gemengd is met een vloeistof

Slide 10 - Tekstslide

Emulsie
Een emulsie is een Heterogeen mengsel en is altijd troebel.

Een emulsie is een mengsel waar een vloeistof gemengd is met een andere vloeistof

Slide 11 - Tekstslide

Emulgator

Slide 12 - Tekstslide

Wat voor een mengsel is een suspensie.
A
Vloeistof + vloeistof
B
Gas + vloeistof
C
Vaste stof + vloeistof
D
Vaste stof + gas

Slide 13 - Quizvraag

Wat voor een mengsel is een emulsie.
A
Vloeistof + vloeistof
B
Gas + vloeistof
C
Vaste stof + vloeistof
D
Vaste stof + gas

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een oplossing en een emulsie?

Slide 15 - Open vraag

Andere mengsels

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Maak de opdrachten van het kopje: wat zijn zuivere stoffen en mengsel.

Slide 17 - Tekstslide

Wat weet je nu?

Slide 18 - Woordweb