Wereldeconomie 3.18 t/m 3.23

Wereldeconomie
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wereldeconomie

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Vorige les
  • Theorie
  • Lesdoelen
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Leg uit wat het verschil is tussen kosteninflatie en bestedingsinflatie.

Slide 3 - Open vraag

Leg uit wat er gebeurt met de inflatie als de munt deprecieert.

Slide 4 - Open vraag

Geef aan wat er gebeurt met de werkgelegenheid als de wisselkoers stijgt.

Slide 5 - Open vraag

Wisselkoerssystemen
1. Flexibele
  • Zwevende
2. Beperkt zwevende wisselkoersen
3. Vaste wisselkoersen

Slide 6 - Tekstslide

Flexibele wisselkoersen
Bepaald door vraag en aanbod. 
Tekorten en overschotten op de betalingsbalans zullen in theorie verdwijnen. 
Nadeel: Onzekerheid over de opbrengst van exporteurs en over de kosten van de importeurs. 
Voordeel: Betalingsbalansonevenwichtheden kunnen vanzelf verdwijnen. 

Slide 7 - Tekstslide

Risico afdekken
Verzekeren --> transactiekosten. 
Wisselkoersafspraken maken --> beperken de schommeling. 

Slide 8 - Tekstslide

Beperkt zwevende wisselkoers
Wisselkoers wordt vastgesteld --> spilkoers of pariteit. 
Binnen bepaalde marges schommelen --> bandbreedte. 
Centrale bank grijpt in als het buiten de bandbreedte komt. 

Slide 9 - Tekstslide

Devaluatie en revalutie
Interveniëren op de valutamarkt is niet eindeloos. 
Devaluatie
  • Spilkoers verlagen.
  • Onder de onderste interventiekoers.
Revaluatie
  • Spilkoers verhogen. 
  • Steeds boven de interventiekoers. 

Slide 10 - Tekstslide

De koers van de euro in dollars was:
in 2015: € 1 = $ 1,05 en in 2018: € 1 = $ 1,20

Er is tussen deze jaren sprake geweest van een ... van de euro.
A
depreciatie
B
appreciatie
C
devaluatie
D
revaluatie

Slide 11 - Quizvraag

Als de spilkoers stijgt, hebben we het over:
A
Devaluatie
B
Revaluatie
C
Depreciatie
D
Appreciatie

Slide 12 - Quizvraag

Beperkt zwevende wisselkoers
Wisselkoers wordt vastgesteld --> spilkoers of pariteit. 
Binnen bepaalde marges schommelen --> bandbreedte (= 0,6%). 
Centrale bank grijpt in als het buiten de bandbreedte komt. 

Slide 13 - Tekstslide

Begrippen wisselkoers
  • Naast zwevende wisselkoersen ook vaste wisselkoersen.
  • Valuta aan elkaar gekoppeld in een vaste verhouding.
  • Bandbreedte is dan 0%.
  • Bv. China had yuan gekoppeld aan de dollar (overheid verplicht zich in te wisselen tegen vaste verhouding)

Slide 14 - Tekstslide

Valuta-interventie
Aankopen of verkopen van de eigen munt. 
Als de CB haar eigen munt koopt van banken en buitenlandse munten verkoopt --> bank krapper bij kas --> minder krediet --> minder bestedingen --> kan onwenselijk zijn in laagconjunctuur. 
Waarom is dit onwenselijk?

Slide 15 - Tekstslide

Als de CB haar eigen munt koopt van banken en buitenlandse munten verkoopt --> bank krapper bij kas --> minder krediet --> minder bestedingen --> kan onwenselijk zijn in laagconjunctuur.
Waarom is dit onwenselijk?

Slide 16 - Open vraag

Wisselkoersbeleid
Direct
  • Centrale bank kan de wisselkoers beïnvloeden door het kopen of verkopen van de eigen munteenheid op de valutamarkt --> interventie. 
Indirect
  • Rentebeleid --> bijvoorbeeld rente verhogen --> aantrekkelijker voor buitenlandse beleggers --> vraag munt stijgt en aanbod daalt --> wisselkoers stijgt. 

Slide 17 - Tekstslide

Leg uit hoe de centrale bank op een indirecte manier de wisselkoers kan laten dalen.

Slide 18 - Open vraag

Wat is het nadeel van het inzetten van het rentebeleid?

Slide 19 - Open vraag

Aan het werk
Maken 3.18 t/m 3.23
Nakijken
  • Wat heb je goed gedaan?
  • Wat kun je beter doen?
Lees de tekst
  • Onderstrepen
  • Samenvatten

Slide 20 - Tekstslide