Nicos Weg - In Company

Herzlich Willkommen! 
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herzlich Willkommen! 

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
  • Rückblick: vorige Woche
  • Die Lernziele dieser Stunde
  • Wort/Satz der Woche
  • Nicos Weg - Fragen dazu
  • Zeit übrig? --> Arbeiten im Buch
  • Die Lernziele dieser Stunde kontrollieren
  • Abschluss der Stunde

Slide 2 - Tekstslide

Rückblick auf vorige Woche


Was haben wir vorige Woche gemacht?

Slide 3 - Tekstslide

Die Lernziele dieser Stunde


Ich kann Seh- und Hörtexte auf Deutsch verstehen;
Ich kann Fragen zu deutschen Seh- und Hörtexten machen.

Slide 4 - Tekstslide

Wort/Satz der Woche
Schreib auf in eurem Heft! = Schrijf op in jullie schrift!

das Fahrrad = de fiets
Ich möchte = ik wil graag
Was möchtest du? Wat wil jij graag?
Was möchten Sie? Wat wilt u graag?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Nico ontmoet de vrienden van Lisa. Hoe heten zij?
A
Yara en Bas
B
Sebastian en Nina
C
Bart en Jana

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent het woord "fiets" in het Duits?
A
das Fahrrad
B
das Fiets
C
der Zug

Slide 8 - Quizvraag

Ze stellen elkaar vragen om elkaar te leren kennen. Wat betekent: "Woher kommst du?"
A
Waar kom je?
B
Waar ga je heen?
C
Waar kom je vandaan?

Slide 9 - Quizvraag

Wat vraagt Lisa aan haar vrienden?
A
Of ze kunnen blijven eten.
B
Of er vanavond een feestje is.
C
Of Nico daar twee dagen wonen kan.

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent: "Wer ist Yara?"
A
Wie is Yara?
B
Waar is Yara?

Slide 11 - Quizvraag

Hoe oud is Nico? (Schrijf het getal op)

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Link

Nico laat een foto van zijn tante Yara zien. Nina zegt: "Sie ist hübsch." Wat zou dat kunnen betekenen?
A
Ze lijkt aardig.
B
Ze is knap.
C
Ze is lang.

Slide 14 - Quizvraag

Kennen Sebastian en Nina de fietswinkel van Yara?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Lisa vraagt: "Was möchten Sie trinken?" Wat betekent dat?
A
Wat wil je graag drinken?
B
Wat willen jullie graag drinken?
C
Wat wilt u graag drinken?

Slide 16 - Quizvraag

Wat voor koffie wil Lisa?
A
Koffie met veel melk en weinig suiker.
B
Zwarte koffie.
C
Koffie met weinig melk en weinig suiker.
D
Koffie met weinig melk en veel suiker.

Slide 17 - Quizvraag

Sebastian heeft een idee om Yara te vinden. Wat is zijn idee?
A
De foto van Yara te posten op "Book".
B
De foto van Yara in de stad rond te hangen.
C
De radio te bellen om te vragen of iemand haar kent.

Slide 18 - Quizvraag

Op het laatst gaat het over het avondeten. Lisa geeft "Speisekarten" aan Nico. Wat zouden dat kunnen zijn?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Link

Hoe vraag je, wat iemand wil eten?
A
Was willst du essen?
B
Was möchtest du essen?

Slide 21 - Quizvraag

Er komt nu een sleepvraag..



Welke pizza hoort bij welk persoon?

Slide 22 - Tekstslide

Nawin
Lisa
Nina
Eine Pizza mit Thunfisch
Eine Pizza mit Salami
Eine Pizza Hawai ohne Schinken

Slide 23 - Sleepvraag

Nina wil een Pizza Hawai "ohne" Schinken. Wat betekent "ohne", denk je?

Slide 24 - Open vraag

Waarom wil Nina geen ham (Schinken) op haar pizza?
A
Omdat ze vegetarisch is.
B
Omdat ze allergisch is.
C
Omdat ze het niet lekker vindt.

Slide 25 - Quizvraag

Wat zou "Thunfisch" betekenen?
A
zalm
B
garnalen
C
tonijn
D
ansjovis

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Link

Ze kunnen de pizza's "bar" of "mit Karte" betalen. Wat zou "bar" betekenen?

Slide 28 - Open vraag

Hoe betaalt Lisa?
A
met de pinpas
B
met de creditcard
C
contant

Slide 29 - Quizvraag

Welk bedrag moeten ze betalen?
A
€45,-
B
€50,-
C
€45,50
D
€40,50

Slide 30 - Quizvraag

Wat betaalt Lisa uiteindelijk?
A
€50
B
€40
C
€45

Slide 31 - Quizvraag

Lisa zegt bij het betalen: "stimmt so." Wat bedoelt ze daarmee?
A
Dat ze zich afvraagt of het wel klopt.
B
Dat ze de bezorgster een fooi geeft.
C
Dat ze het heel goedkoop vindt.

Slide 32 - Quizvraag

De vrienden van Nawin geven een feestje voor hem. Waarom?
A
Omdat hij jarig is.
B
Omdat hij (voor langere tijd) weg gaat.
C
Omdat hij geslaagd is voor zijn rijbewijs.
D
Omdat hij geslaagd is voor zijn diploma.

Slide 33 - Quizvraag

Die Lernziele dieser Stunde kontrollieren


Ich kann Seh- und Hörtexte auf Deutsch verstehen;
Ich kann Fragen zu deutschen Seh- und Hörtexten machen.

Slide 34 - Tekstslide

Ik vond de kijk- luisterfragmenten:
A
goed te verstaan
B
soms goed te verstaan, soms lastig.
C
niet goed te verstaan.

Slide 35 - Quizvraag

Ik vond de vragen bij de luisterfragmenten:
A
moeilijk
B
niet moeilijk, niet makkelijk
C
makkelijk

Slide 36 - Quizvraag

Wat vond je van deze les? Geef eerlijk antwoord (er zijn geen foute antwoorden!)

Slide 37 - Woordweb