(7) Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden

1 uberhaupt
2. feteren
3. beeindigen
4. creme fraîche
5. vacuum
6. comite
7. deja vu
8. caissiere
9. creche
10. sate
11. enquete
12. Curacao
13. orientaals
14. voliere
15. facade
16. introductie
17. misere



18. creperie 
19. comite
20. ruine
21. realiteit
22. skutsje
23. patient
24. concierge
25. cooperatief
26. loge
27. geeerd
28. creme
29. weeig
30. glooiing
31. ingredient
32. financien
33. recu   
  • überhaupt
  • fêteren 
  • beëindigen
  • crème fraîche
  • vacuüm
  • comité
  • dejà vu
  • caissière
  • crèche
  • saté 
  • enquête
  • Curaçao
  • Oriëntaals 
  • volière
  • façade 
  • introductie
  • misère
  • crêperie
  • comité
  • ruïne
  • realiteit
  • skûtsje
  • patiënt
  • conciërge
  • coöperatief
  • logé 
  • geëerd
  • crème
  • weeïg
  • glooiing
  • ingrediënt
  • financiën
  • reçu 

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1 uberhaupt
2. feteren
3. beeindigen
4. creme fraîche
5. vacuum
6. comite
7. deja vu
8. caissiere
9. creche
10. sate
11. enquete
12. Curacao
13. orientaals
14. voliere
15. facade
16. introductie
17. misere



18. creperie 
19. comite
20. ruine
21. realiteit
22. skutsje
23. patient
24. concierge
25. cooperatief
26. loge
27. geeerd
28. creme
29. weeig
30. glooiing
31. ingredient
32. financien
33. recu   
  • überhaupt
  • fêteren 
  • beëindigen
  • crème fraîche
  • vacuüm
  • comité
  • dejà vu
  • caissière
  • crèche
  • saté 
  • enquête
  • Curaçao
  • Oriëntaals 
  • volière
  • façade 
  • introductie
  • misère
  • crêperie
  • comité
  • ruïne
  • realiteit
  • skûtsje
  • patiënt
  • conciërge
  • coöperatief
  • logé 
  • geëerd
  • crème
  • weeïg
  • glooiing
  • ingrediënt
  • financiën
  • reçu 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden


Spelling KWT Les 7

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag:

  1. Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden
  2. Vooruitblik

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Deze dag:

  • leer je wanneer je zelfstandig gebruikte telwoorden en zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden met -n of zonder -n schrijft.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sommige of sommigen?
Zijn het vele vriendinnen of velen vriendinnen????

Zijn het oudere of ouderen????

Is het beide kinderen of beiden kinderen?????

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Regels zonder -n
Als de woorden bijvoegelijk gebruikt worden:
  • vele vriendinnen
  • enkele kopjes koffie
  • beide burgemeesters

"de mooie vriendinnen, de mooie kopjes, de mooie burgemeesters"

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels zonder -n

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels met n
Als de woorden zelfstandig worden gebruikt en betrekking hebben op personen:
De meesten stemden op hun favoriet. 
                 De meesten is zelfstandig gebruikt en heeft betrekking op personen                   (de meeste mensen)

Alle aanwezigen hadden een uitnodiging had gehad.
                ("de aanwezige mensen")

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels met n
Zelfstandig gebruikte bijvoegelijke naamwoorden schrijf je met -en


Doven en slechthorenden
Alleenstaanden
Ouderen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitzonderingen
Als het woord betrekking heeft op personen die al eerder in dezelfde zin genoemd zijn, kun je vaak -e schrijven:

De leerlingen waren boos en sommige (leerlingen) zelfs teleurgesteld.
Maar....

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beide of beiden?
Ik heb ?  kinderen naar school zien gaan.
De ?  bedrijven gingen verhuizen.
De bedrijven gingen ? verhuizen.
De hamer en de beitel vielen ? naar beneden.
De jongens gaan ? naar school.
Ik heb jullie ? gewaarschuwd.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beide of beiden?
  • Ik heb beide kinderen naar school zien gaan.
  • De beide bedrijven gingen verhuizen.
  • De bedrijven gingen beide verhuizen.
  • De hamer en de beitel vielen beide naar beneden.
  • De jongens gaan beiden naar school.
  • Ik heb jullie beiden gewaarschuwd.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verander in de zin twee woordgroepen in een zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord.


De film is voor een volwassen publiek en dus niet geschikt voor jonge kijkers.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verander in de zin een woordgroep in een zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord.


Moeten deze dakloze mensen werkelijk buiten slapen met die vorst?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verander in elke zin een of twee woordgroepen in een zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord.


In de VS verdienen de rijke burgers honderd keer zoveel als de arme mensen.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste vorm?

Van de tientalle/tientallen Italiaanse gerechten lustte Janine er slechts enkele/enkelen.
A
tientalle en enkele
B
tientalle en enkelen
C
tientallen en enkele
D
tientallen en enkelen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist?

Toen de kandidaten opkwamen, werden de leukste/leuksten begroet met een applaus.
A
leukste
B
leuksten

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


9. Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden die personen aanduiden, krijgen in het […] een -n.
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste vorm?

Zijn Clemens en August hier de enige/enigen met verstand van kunst?
A
enige
B
enigen

Slide 20 - Quizvraag

Verwijst naar personen dus -n
Noteer de juiste vorm van de telwoorden en de zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden (met of zonder -n).

In Groningen wonen heel wat studenten en de [meeste|meesten] hadden zich dit jaar te laat ingeschreven.
A
meeste
B
meesten

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de juiste vorm van de telwoorden en de zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden (met of zonder -n).

De meeste pistachenoten gingen gemakkelijk open, maar [sommige|sommigen] konden we niet breken.

A
sommige
B
sommigen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

25. Vul de zin met de juiste woorden aan.
Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden die personen aanduiden, eindigen in het […] op een -e en krijgen in het […] een -n.

A
meervoud, enkelvoud
B
enkelvoud, meervoud

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden
Je krijgt een A-4'tje met een extra oefening. Maak deze, we kijken die zo dadelijk gezamenlijk na. 


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden


  • 1 Sommige
  • 2 Aanwezigen
  • 3 Enkele
  • 4 Enkele
  • 5 Meeste
  • 6 Bekenden
  • 7 Meesten
  • 8 Enigen
  • 9 Laatste
  • 10 Meeste
  • 11 Oude 











Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooruitblik
Week 49 (8)
Week 50 (9)
Week 51 (10)
Week 52
Week 1
Week 2 (11)
Week 3 (12)
Week 4 (13)
Week 5 (14)
Week 6 (15)
de trappen van vergelijking
klinkers en medeklinkers
persoonsvorm tegenwoordige tijd PVTT
kerstvakantie
kerstvakantie
pvvt zwakke werkwoorden
pvvt sterke werkwoorden
voltooid en onvoltooid deelwoord
indirecte directe reden
deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies