In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
H3: Gambia
Slide 1 - Tekstslide
Noem het begrip dat hoort bij deze beschrijving:
Het verbouwen van één product.
Slide 2 - Open vraag
Wat betekent de afkorting BNP?
Slide 3 - Open vraag
Welke zinnen zijn juist? A Landen met een laag inkomen hebben ook een laag analfabetismecijfer B Landen met een laag inkomen hebben een lage artsendichtheid C De Harmattan brengt droge, stoffige lucht uit het Noordwesten D De westkust van Afrika werd vroeger de slavenkust genoemd
A
B-C-D
B
B-D
C
A-B-C-D
D
A-B
Slide 4 - Quizvraag
Sleep het getal steeds naar de goede stelling!.
1. In Nederland is de artsendichtheid hoog / laag.
2. In Gambia ligt de zuigelingensterfte lager / hoger dan in Nederland.
3. Nederland heeft een laag / hoog analfabetismecijfer.
4. Gambia heeft een hoog / laag ontwikkelingspeil vergeleken met Nederland.
Beoordeel de stellingen.
Hoog
Laag
Hoger
Lager
Hoog
Laag
Hoog
Laag
1
2
3
4
Slide 5 - Sleepvraag
Noem het begrip dat hoort bij deze beschrijving:
Steun die arme landen krijgen om de levensomstandigheden te verbeteren.
Slide 6 - Open vraag
In Gambia is het altijd lekker warm. Waarom komen toeristen vooral in de winter naar Gambia?
Slide 7 - Open vraag
Een land heeft 100.000 inwoners. Het geboortecijfer is: 8‰ Hoeveel kinderen zijn er levend geboren?
A
8
B
80
C
800
D
8000
Slide 8 - Quizvraag
a Hoe kun je zien dat cirkel B bij een arm land hoort? b Hoe kun je zien dat cirkel C bij een rijk land hoort?
1= landbouw, 2 = industrie, 3 = diensten
Slide 9 - Open vraag
Noteer twee pushfactoren die ervoor zorgen dat mensen van het platteland naar de stad verhuizen.
Slide 10 - Open vraag
Bij welk type land past deze bevolkingsdiagram?
A
Een arm land
B
Een ontwikkelend land
C
Een rijk land
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het andere woord voor verstedelijking?
Slide 12 - Open vraag
Maak de juist combinaties door te slepen.
In een land zijn veel mensen die niet kunnen lezen en schrijven.
Hongersnoden dreigen en er is weinig veilig drinkwater.
Het aantal inentingen dat wordt gegeven aan jonge kinderen, ligt erg laag.
Veel mensen hebben thuis toegang tot schoon drinkwater en riolering.
Onderwijs
Voedsel
Huisvesting
Gezondheidszorg
Slide 13 - Sleepvraag
Bij welk type land past deze bevolkingsdiagram?
A
Een arm land
B
Een ontwikkelend land
C
Een rijk land
Slide 14 - Quizvraag
Arbeidsmigratie kan ook leiden tot een braindrain. Hoe dan?
A
Goed opgeleide mensen gaan werken in het buitenland
B
Goed opgeleide mensen komen naar jouw land
C
Mensen die ergens anders hebben gestudeerd keren terug.
D
Goed geschoold personeel gaat dáár werken waar het werk is.
Slide 15 - Quizvraag
Geef de betekenis van het begrip: sterftecijfer
Slide 16 - Open vraag
Bij welk type land past deze bevolkingsdiagram?
A
Een arm land
B
Een ontwikkelend land
C
Een rijk land
Slide 17 - Quizvraag
Geef de betekenis van het begrip: kunstmatige grens