Leerstof Zakelijke E-mail (hoofdstuk 1.4)

2024-10-01
Leerstof 
Zakelijke E-mail

Hoofdstuk 1.4
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

2024-10-01
Leerstof 
Zakelijke E-mail

Hoofdstuk 1.4

Slide 1 - Tekstslide

2024-10-01
Formeel en informeel taalgebruik

Slide 2 - Tekstslide

2024-10-01
Formeel en informeel taalgebruik
Informeel taalgebruik
Als je bijvoorbeeld je vrienden of je ouders een berichtje stuurt. Je schrijft 'je' en 'jij' en gebruikt emoji's. Je let niet zo op je spelling en zinsbouw. Je schrijft vaak zoals je spreekt.

Formeel taalgebruik
Als je de personen die je e-mailt niet (goed) kent. In een zakelijke e-mail gebruik je officiële taal: formeel taalgebruik. Let dan op de volgende punten:

  • Spreek de ander aan met u
  • Gebruik nette woorden;
  • Schrijf hele zinnen;
  • Gebruik niet te veel spreektaal.

Slide 3 - Tekstslide

2024-10-01
Formeel en informeel taalgebruik
Formeel
Informeel
Tot later!
X
Met vriendelijke groet,
X
Geachte heer/mevrouw,
X
Ha die Jeroen!
X
Lieve allemaal,
X
Liefs,
X
Alvast bedankt voor uw reactie.
X
Laat me effe weten wat je ervan vindt.
Ik hoop dat u toestemming wilt verlenen.
X
Enkele voorbeelden:

Slide 4 - Tekstslide

2024-10-01
De regels van een
zakelijke e-mail

Slide 5 - Tekstslide

2024-10-01
Regel 1: de adresregel
Hier vul je het e-mailadres in van de persoon waarnaar je de e-mail wilt versturen!

Tip!
Vaak wordt die regel
ook wel 'Aan' genoemd.

Voorbeeld

Slide 6 - Tekstslide

2024-10-01
Regel 2: het onderwerp
Hier noteer je kort (in steekwoorden) waar jouw e-mail over gaat...



Het is het onderwerp van
jouw e-mail.

Voorbeeld

Slide 7 - Tekstslide

2024-10-01
Regel 3: de zakelijke aanhef
Dit is het begin van je e-mail. Je begroet de persoon die je een e-mail stuurt.



Voorbeeld

Bijvoorbeeld:

Geachte mevrouw De Vries,

Geachte heer/mevrouw,

Beste lezers,


Let op! achter de aanhef zet je altijd een komma!

Slide 8 - Tekstslide

2024-10-01
Regel 4: zeg wat je wilt bereiken
Regel 5: je taalgebruik is beleefd
Voorbeeld

Slide 9 - Tekstslide

2024-10-01
Regel 6: gebruik meerdere alinea's bij lange e-mails!
Tip! 
Voor de toets moet jouw zakelijke e-mail uit (minimaal) drie alinea's bestaan: 

een inleiding

een middelstuk 
(kern)

een slot

Let op! Na de aanhef, tussen de alinea's, voor de slotgroet én voor je naam komt een witregel!
Tip inleiding!
In de inleiding schrijf je waarom je de e-mail stuurt en kun je eventueel aankondigen wat er gaat komen in de rest van de e-mail.

(bijvoorbeeld: Graag wil ik u vragen om een donatie. In deze e-mail leg ik uit waarom)
Tip middenstuk!
Het middelstuk (de kern) is de hoofdtekst. 

Hier schrijf je bijvoorbeeld waarom je iets wil (met argumenten) 

of, als je een probleem hebt, wat precies het probleem is (specifiek benoemen).
Tip slot!
In de slotalinea kun je kwijt wat je van de lezer verwacht 

(bijvoorbeeld: wilt u binnen een week reageren?

of kun je de lezer bedanken voor de moeite.

Slide 10 - Tekstslide

2024-10-01
Regel 7: gebruik een zakelijke slotgroet en sluit af met je voor- en achternaam
Zakelijke slotgroet

Voor- en achternaam
Let op! achter de zakelijke slotgroet zet je altijd een komma!

Slide 11 - Tekstslide

2024-10-01
Klik hier om de hele e-mail te zien

Slide 12 - Tekstslide