1C Schrijven en formuleren les 1 + 2

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!

Doe je telefoon in de telefoontas
Leg je overige boeken ook op tafel
Leg je huiswerk van Fictie op de hoek van je tafel
(vragen 7 + 8, blz. 14)
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!

Doe je telefoon in de telefoontas
Leg je overige boeken ook op tafel
Leg je huiswerk van Fictie op de hoek van je tafel
(vragen 7 + 8, blz. 14)

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Opdrachten 7 + 8
Bladzijde 14

Slide 2 - Tekstslide

Schrijven en formuleren
Een zakelijke e-mail schrijven

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
- Wat weet je al over het schrijven van een e-mail? 
- Uitleg over een zakelijke e-mail schrijven 
- Werken aan de opdracht

Aan het einde van de les kan je een zakelijke e-mail schrijven. 
Aan het einde van de les weet je het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je al over het schrijven van een e-mail?


Opdracht 1 op bladzijde 29 

Slide 5 - Tekstslide

Theorie
Een zakelijke e-mail schrijven

Slide 6 - Tekstslide

Een zakelijke e-mail schrijven
Een zakelijke e-mail schrijf je aan iemand die je niet persoonlijk kent of aan iemand aan wie je iets zakelijks wilt melden. 
Je moet je aan de volgende regels houden als je een zakelijk e-mail schrijft:
  • Vul het e-mailadres in 
  • Noteer in de onderwerpregel kort waar de mail over gaat
  • Begin met een zakelijke aanhef
  • Zeg kort wat je wilt bereiken 
  • Zorg dat je taalgebruik zakelijk en beleefd is 
  • Houd de inhoud kort en duidelijk 
  • Laat een witregel tussen de alinea's 
  • Gebruik een zakelijk slotgroet 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Formeel en informeel taalgebruik
  • In zakelijke berichten gebruik je officiële taal. Dit noemen we formeel taalgebruik. 
  • Je spreek de lezer bijvoorbeeld altijd aan met u en begint je brief met Geachte.
  • Je sluit af met Hoogachtend of Met vriendelijke groet 

Slide 9 - Tekstslide

Formeel of informeel taalgebruik
  • Het tegenovergestelde van formeel taalgebruik is informeel taalgebruik of alledaags taalgebruik.
  • Dit gebruik je bij mensen die je goed kent. 
  • Je gebruikt je in plaats van u, en als slotgoed gebruik je bijvoorbeeld groetjes.

  • In een zakelijke e-mail gebruik je altijd formeel taalgebruik. 

Slide 10 - Tekstslide

Even oefenen

Slide 11 - Tekstslide

Tekst 1
Tekst 2

Slide 12 - Tekstslide

Werken aan de opdracht
Wat? Stuur een zakelijke mail naar mij. In die mail vertel je waarom je het huiswerk voor de komende les niet hebt kunnen maken. Hou rekening met de regels bij het schrijven van een zakelijke e-mail! Gebruik maximaal 5 zinnen om je e-mail te schrijven. 
Hoe? Zelfstandig en stil 
Tijd? Het is huiswerk voor volgende week donderdag 15 september  
Klaar? Lees verder uit je leesboek of maak ander huiswerk


Emailadres: stevens@maerlant-lyceum.nl 

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
Volgende week woensdag 14/9 moet je de e-mail naar mij hebben gestuurd.

Schrijf dit op in je plenda. 

Slide 14 - Tekstslide

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!


Doe je telefoon in de telefoontas
Leg je overige boeken ook op tafel

Slide 15 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
- Wat weet je nog over het schrijven van een e-mail? 
- Herhaling uitleg over een zakelijke e-mail schrijven 
- Werken aan de opdrachten

Aan het einde van de les kan je een zakelijke e-mail schrijven. 
Aan het einde van de les weet je het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik. 

Slide 16 - Tekstslide

Zakelijke e-mail

Slide 17 - Woordweb

Theorie
Een zakelijke e-mail schrijven

Slide 18 - Tekstslide

Een zakelijke e-mail schrijven
Een zakelijke e-mail schrijf je aan iemand die je niet persoonlijk kent of aan iemand aan wie je iets zakelijks wilt melden. 
Je moet je aan de volgende regels houden als je een zakelijk e-mail schrijft:
  • Vul het e-mailadres in 
  • Noteer in de onderwerpregel kort waar de mail over gaat
  • Begin met een zakelijke aanhef
  • Zeg kort wat je wilt bereiken 
  • Zorg dat je taalgebruik zakelijk en beleefd is 
  • Houd de inhoud kort en duidelijk 
  • Laat een witregel tussen de alinea's 
  • Gebruik een zakelijk slotgroet 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Formeel en informeel taalgebruik
  • In zakelijke berichten gebruik je officiële taal. Dit noemen we formeel taalgebruik. 
  • Je spreek de lezer bijvoorbeeld altijd aan met u en begint je brief met Geachte.
  • Je sluit af met Hoogachtend of Met vriendelijke groet 

Slide 21 - Tekstslide

Formeel of informeel taalgebruik
  • Het tegenovergestelde van formeel taalgebruik is informeel taalgebruik of alledaags taalgebruik.
  • Dit gebruik je bij mensen die je goed kent. 
  • Je gebruikt je in plaats van u, en als slotgoed gebruik je bijvoorbeeld groetjes.

  • In een zakelijke e-mail gebruik je altijd formeel taalgebruik. 

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag!
Stel je voor: je organiseert het brugklaskamp naar Zeeland voor het Maerlant-Lyceum. Hiervoor moet je een mail naar de leerlingen sturen.

Opdrachten 12 t/m 16
Bladzijdes 33 + 34
Klaar? Mailen naar stevens@maerlant-lyceum.nl
Daarmee klaar? Werk aan een ander vak of lees verder in je leesboek

Slide 23 - Tekstslide