Lesw. 07-06 2. 4.5 Citaten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom bij Nederlands!

In deze les:

• Terugblik: citaten
• Bespreken: 4.5 B
• Zelfstandig maken:

4.5 Citaten
C. Deel 2: Keuzetekst 'Vrij zijn is … speuren naar fossielen'
D. Deel 2: Keuzetekst 'Wrakduiker zoekt naarscheepswrakken op de bodem van de Noordzee'
E. Voortgangstoets

• Bespreken: een aantal opdrachten van 4.5 C
• Terugkijken naar de doelen
  

Doelen van deze les:

1. Aan het einde van de les kun je een citaat kunt herkennen;

2. Aan het einde van de les kun je vertellen waar je de naam van de geciteerde persoon kunt vinden;

3. Aan het einde van de les kun je citeervragen beantwoorden.

Hoofdstuk 4: Zakelijk lezen

4.5 Citaten

De tekst die een schrijver letterlijk van iemand anders overneemt, noem je een...

"Je moet een speler die zo veel heeft gegeven aan het Spaanse voetbal en aan zijn club respecteren”, zei Ronald Koeman.
Wie wordt er geciteerd?

Welke zin is juist geciteerd?

1. De actrice liet weten niets voor de acteur te voelen. (regel 29)
2. 'De actrice liet weten niets voor de acteur te voelen.'
3. De actrice liet weten niets voor de acteur te voelen.' (regel 29)
4. 'De actrice liet weten niets voor de acteur te voelen.' (regel 29)

Maak van de zin hierboven een verkort citaat. Je hoeft geen regelnummers te schrijven.

De jongen was gisteren nog bij het station gezien.

Welke zin is juist geciteerd?

1. ‘Het is ... de regels!’ (regel 12-13)
2. Het is ... de regels! (regel 12-13)
3. ‘Het is ... de regels! (regel 12-13)
4. ‘Het ... regels!' (regel 12-13)

Het gaat mij lukken om een zin uit de tekst te citeren in de opdrachten of in de toets.

Ja, dat gaat mij zeker lukken.

Ja, ik denk dat mij dat gaat lukken.

Ik weet niet zeker of ik dat kan.

Nee, ik vind dit erg lastig. Ik wil graag nog wat hulp.

4.5 Citaten

Een citaat

De tekst die een schrijver letterlijk van iemand anders overneemt, noem je een citaat. In een tekst staat een citaat altijd tussen aanhalingstekens.

De naam van de geciteerde persoon kan in de tekst zelf staan of eronder, in de bronvermelding:

Citeren van een zin

Soms moet je bij een vraag van een toets (enkele) woorden, zinsgedeeltes, één zin of een aantal zinnen citeren. Dan noteer je dus wat er letterlijk in een tekst staat. 

Voorbeeld van een toetsvraag

Citeer de zin waarin de schrijver zijn mening over grote schoolklassen geeft.

Antwoord:
‘Het is bijna crimineel, zo veel leerlingen in één klas!’ (regel 12-13)

‘Het is...één klas!’ (regel 12-13)

Je noteert altijd de regelnummers van het stukje tekst dat je citeert. 

Zelfstandig maken: 

4.5 Citaten

C. Deel 2: Keuzetekst 'Vrij zijn is … speuren naar fossielen'

D. Deel 2: Keuzetekst 'Wrakduiker zoekt naarscheepswrakken op de bodem van de Noordzee'

E. Voortgangstoets

Huiswerk maandag 8 februari: 

4.5 Citaten

C. Deel 2: Keuzetekst 'Vrij zijn is … speuren naar fossielen'

D. Deel 2: Keuzetekst 'Wrakduiker zoekt naar scheepswrakken op de bodem van de Noordzee'