Uitleg micro-/ultrafiltratie, centrifugeren en chromatografie
Demo papierchromatografie
Maken 30, 32, 35 + 34 of 37 (keuze 34 of 37)
Optioneel: thuis practicum 9
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Je leert dat er verschillende vormen van filtratie bestaan: 'normaal' filtreren, filtreren onder druk, micro- en ultrafiltratie.
Je leert de scheidingsmethode chromatografie kennen.
Je leert om zelf een papierchromatogram te maken.
Slide 3 - Tekstslide
Filtreren
Afhankelijk van de samenstelling van de suspensie, kies je voor 'gewoon' filtreren, filtreren onder druk of micro/ultrafiltratie.
Buchner trechter
Slide 4 - Tekstslide
Ultrafiltratie
Slide 5 - Tekstslide
Chromatografie
Papier-, dunnelaag-, gas- en kolomchromatografie.
Scheiden op basis van oplosbaarheid en aanhechting.
Resultaat noem je een chromatogram.
Altijd een mobiele en stationaire fase.
Slide 6 - Tekstslide
Papier/dunnelaag-chromatografie
De stof die beste oplost in de loopvloeistof (mobiele fase) en het minst goed hecht aan het papier (stationaire fase), eindigt het hoogst.
"Wedstrijd" tussen oplosbaarheid in loopvloeistof en hechting aan papier.
Voorbeeld: kleurstoffen uit viltstift scheiden.
Slide 7 - Tekstslide
Rf-waarde
Rate of flow
Rf-waarde is stofeigenschap bij gegeven mobiele en stationaire fase.
Hoe groter Rf, hoe beter de stof oplost in het oplosmiddel.
Slide 8 - Tekstslide
Kolomchromatografie
De stof die beste oplost in de loopvloeistof (mobiele fase) en het minst goed hecht aan de kolom (stationaire fase), komt als eerste uit de kolom.
"Wedstrijd" tussen oplosbaarheid in loopvloeistof en hechting aan kolom.
Voorbeeld: verontreinigingen verwijderen uit zelf gemaakt medicijn.
Slide 9 - Tekstslide
Gaschromatografie
Hoge temperatuur, zodat alle stoffen in de gasfase komen.
De stof die de kleinste moleculen heeft gaan het makkelijkst mee met de gasstroom (mobiele fase) en hechten het minst goed aan de kolom (stationaire fase).
De tijd tot de stof uit de kolom komt, noem je de retentietijd.
Voorbeeld: dopingcontroles
Slide 10 - Tekstslide
Demo practicum 9
Voorschrift op blz. 22 in je boek.
Onderzoek minimaal 2 viltstiften (geen watervaste) of de kleurstof een mengsel is of een zuivere stof.
Als loopvloeistof gebruiken we kraanwater.
Optioneel thuis uitvoeren.
Slide 11 - Tekstslide
Aan de slag
Uitleg micro-/ultrafiltratie, centrifugeren en chromatografie