H5+6 BOA

Tijdens een rechtszaak zijn altijd minimaal 2 partijen betrokken: de eisende partij en de verdedigende partij. Als beide partijen gelijkwaardig (burgers/bedrijven) zijn, dan spreken we ook wel over privaatrecht.
A
Juist.
B
Onjuist.
1 / 12
volgende
Slide 1: Quizvraag
Handhaver toezicht en veiligheidMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Tijdens een rechtszaak zijn altijd minimaal 2 partijen betrokken: de eisende partij en de verdedigende partij. Als beide partijen gelijkwaardig (burgers/bedrijven) zijn, dan spreken we ook wel over privaatrecht.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 1 - Quizvraag

De definitie van de verdachte staat in het materiële strafrecht.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 2 - Quizvraag

Het misdrijf diefstal staat in het materiële strafrecht.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 3 - Quizvraag

De strafuitsluitingsgronden staan in het formele strafrecht.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 4 - Quizvraag

De soorten daders staan in het materiële strafrecht.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 5 - Quizvraag

Voordat de vervolging is aangevangen is de verdachte:
A
Degene te wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit voortvloeit.
B
Degene te wiens aanzien uit feiten en omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit voortvloeit.

Slide 6 - Quizvraag

De concrete factor uit de definitie van de verdachte betekent dat de feiten en omstandigheden niet gebaseerd zijn op vage vermoedens.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 7 - Quizvraag

De objectieve factor houdt in dat als je de feiten en omstandigheden aan andere mensen voorlegt een ruime meerderheid van hen tot hetzelfde vermoeden zou moeten komen.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 8 - Quizvraag

De ernst van het strafbare feit is niet van invloed op de bevoegdheden die een opsporingsambtenaar mag gebruiken.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 9 - Quizvraag

VH-feiten zijn die misdrijven waar voorlopige hechtenis voor is toegestaan. Dit zijn de misdrijven waarop een maximale gevangenisstraf van 3 jaar of meer is gesteld en een aantal met name genoemde misdrijven.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 10 - Quizvraag

In sommige gevallen zijn VH-feiten ALLE misdrijven waarop een gevangenisstraf staat. Dit is afhankelijk van de verblijfplaats van deze persoon
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 11 - Quizvraag

Bij een verdachte die wordt verhoord in verband met een VH-feit kan alleen na toestemming van de (H)OvJ vingerafdrukken worden genomen en een foto worden gemaakt. Dit mag alleen als er twijfel bestaat over de identiteit.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 12 - Quizvraag