Osewoudt hoorde de voetstappen achter zich, maar hij bleef zitten. Zijn hand omklemde de revolver in zijn jaszak, zwetend van angst. 'Wie is daar?' vroeg hij met een stem die hemzelf onbekend klonk. Er kwam geen antwoord. De voetstappen kwamen dichterbij, trager nu, alsof de onbekende zich bedacht. Toen, in een flits, draaide Osewoudt zich om en trok zijn revolver. Het gezicht dat hij zag, deed hem verstijven.