Eerste les
1 / 23
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Kennismaking: Wat zou je over mij willen weten?
Slide 6 - Open vraag
Kennismaking: Wat zou je aan mij (en de klas) willen vertellen over jezelf?
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Wanneer was de tijd van Grieken en Romeinen?
A
3000 v.C. - 500 n.C.
B
tot 3000 v. Chr.
C
500-1000
D
1000-1500
Slide 10 - Quizvraag
Wat is een andere naam voor de 'tijd van Grieken en Romeinen'?
A
prehistorie
B
middeleeuwen
C
oudheid
D
romanisering
Slide 11 - Quizvraag
De Grieken en Romeinen hadden..
A
een God, dus polytheïstisch
B
meerdere Goden, dus polytheïstisch
C
een God, dus monotheïstisch
D
meerdere Goden, dus monotheïstisch
Slide 12 - Quizvraag
Het Griekse woord polis betekent
A
politie
B
stadstaat
C
eiland
D
land
Slide 13 - Quizvraag
In welke Griekse stad was de democratie ook alweer bedacht?
A
Athene
B
Sparta
C
Korinthe
D
Megara
Slide 14 - Quizvraag
De Grieken hadden een directe democratie
A
ja
B
nee
Slide 15 - Quizvraag
Waar gaat de mythe van Romulus en Remus over?
A
Het verslaan van de stad Troje door de Grieken
B
De stichting van de stad Rome
C
Het vergroten van het Romeinse Rijk
D
Het ineenstorten van het Romeinse Rijk
Slide 16 - Quizvraag
Wie zaten er in de senaat van de Romeinse Republiek?
A
Alle mannelijke Romeinse burgers
B
Rijke en belangrijke Romeinse mannen.
C
Alle Romeinse burgers
D
Consuls
Slide 17 - Quizvraag
de eerste keizer van het Romeinse Keizerrijk was...
A
Julius Caesar
B
Augustus
Slide 18 - Quizvraag
Hoe is het christendom ontstaan?
A
Joden gingen Jezus Christus volgen en zagen hem als de zoon van God die alle mensen zou verlossen.
B
Het christendom is niet ontstaan, het bestond al.
C
Het christendom heeft het Jodendom vervangen, het was een soort verbeterde versie daarvan.
D
Het christendom is bedacht door de Romeinen om het Jodendom tegen te houden.
Slide 19 - Quizvraag
Waar zorgde keizer Constantijn voor?
A
Dat het christendom de godsdienst van het Romeinse rijk werd
B
Dat christenen kerkdiensten mochten houden
C
Dat alle beelden van Romeinse goden werden vernietigd
D
Dat Jezus van Nazareth werd gekruisigd
