A1/G1 H7 P3

Stad of platteland?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Stad of platteland?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
- Kenmerken noemen van een landelijk gebied.
- Verschillen benoemen tussen stad en platteland.
- De begrippen agglomeratie, stadsgewest en stedelijk gebied onderscheiden.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stadsgewest, stedelijk gebied, agglomeratie

Slide 3 - Tekstslide

• Utrecht is de centrale stad in een stadsgewest.  stadsgewest = stad met voorsteden en dorpen die onderling veel contact hebben.  meeste ‘contacten’ in centrale stad = werk, school, familiebezoek, winkelen, uitgaan.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verhuizen van de ene woonplaats naar de andere woonplaats heet?
A
Urbanisatie
B
Migratie
C
Agglomeratie
D
Suburbanisatie

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een gebied met weinig bebouwing en veel open ruimte noem je?
A
Stad
B
Verstedelijking
C
Landelijk gebied
D
Agglomeratie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een kenmerk van een landelijk gebied is?
A
Er zijn veel voorzieningen
B
Verstedelijking
C
Agglomeratie
D
Er zijn weinig voorzieningen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De groei van dorpen op het platteland door migratie vanuit een stad noem je?
A
Suburbanisatie
B
Urbanisatie
C
Stadsgewest
D
Randstad

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwbouwwijken die aan een grote stad vast zijn gegroeid noem je?
A
Dorpen
B
Stadsgewesten
C
Voorsteden
D
Randstad

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een stad met daaraan vastgegroeide dorpen en voorsteden noem je?
A
Een stadsgewest
B
Een agglomeratie
C
De centrale stad
D
Een stedelijk gebied

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je de belangrijkste stad van het stadsgewest?
A
De randstad
B
De centrale stad
C
Het stedelijk gebied
D
Re-urbanisatie

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een stad met voorsteden eromheen die onderling veel contact met elkaar hebben noem je?
A
Stadsgewest
B
Stedelijk gebied
C
Agglomeratie
D
Randstad

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als na jaren van daling het aantal inwoners van een stad weer stijgt noem je dat?
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie
C
Re-urbanisatie
D
Verstedelijking

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als stadsgewesten (bijna) aan elkaar vastgegroeid zijn noem je dat?
A
Agglomeratie
B
Landelijk gebied
C
Een stedelijk gebied
D
De Randstad

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht samen?
A
Stadsgewest
B
De Randstad
C
Agglomeratie
D
Het Groene hart

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat geeft het begrip bevolkingsdichtheid aan?
A
Het gemiddelde aantal inwoners per vierkante kilometer
B
Het gemiddelde aantal inwoners per vierkante meter
C
Het gemiddelde aantal inwoners per vierkante centimeter
D
Het gemiddelde aantal huizen per vierkante kilometer

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag! 
Maak 1, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 10 van paragraaf 3 



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies