Les 1 M3A Eco - 02122021

Welkom bij Economie in Mavo 3
Les 1
Periode 2
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Economie in Mavo 3
Les 1
Periode 2

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Start + Welkom
  • Starten met Hoofdstuk 3
  •  PTA-boekje
  • Start par. 3 moet 3.2 A: Productie + 3.2B: Productieweg

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
    • Wat is produceren?
    • Je leert welke productiefactoren nodig zijn om te produceren.
    • Je leert wat het verschil is tussen arbeidsintensief en kapitaalintensief produceren.
    • Je leert wat de productiesectoren zijn

    • Na deze les kun je de bedrijfskolom benoemen en weet je wat de toegevoegde waarde is.




    Slide 3 - Tekstslide

    ENERGIZER
    Een ondernemende indiaan start een kano-bedrijf. Hij produceert en verkoopt authentieke houten kano's.

    Je krijgt 1 minuut de tijd om 5 dingen te noteren die hij nodig heeft (mag een product zijn, maar hoeft niet)
    timer
    1:00

    Slide 4 - Tekstslide

    Wat heeft de ondernemende indiaan nodig om te produceren?

    Slide 5 - Woordweb

    Wat betekent produceren?

    Slide 6 - Tekstslide

    2.3 A Produceren 
    • Produceren = het maken van producten of het produceren van een dienst.

    • Formele productie = Geregistreerde productie door Overheid en bedrijven
    • Informele productie = Niet-geregistreerde productie zoals zwart werk, vrijwilligerswerk en zelfvoorziening

    Slide 7 - Tekstslide

     Soorten productie
    PRODUCTIE IN ENGE ZIN:
    Productie in de formele sector, door bedrijven en de overheid.

    PRODUCTIE IN RUIME ZIN:
    Alle activiteiten die in behoeften voorzien, dus behalve productie in de formele óók de productie in de informele sector.

    Slide 8 - Tekstslide

    Hieronder staan vier voorbeelden van productie. 

    Is er sprake van formele productie of van informele productie? Sleep de voorbeelden naar het juiste vak.
    formele productie
    informele productie
    De buurman legt in zijn tuin een nieuw gazon aan.
    De gemeentelijke plantsoenendienst maakt het park schoon. 
    Een fabrikant maakt een nieuw model smartphone. 
    Een timmerman beunt bij in de avonduren. 

    Slide 9 - Sleepvraag

    Productiefactoren
    • Kapitaal
    • Arbeid
    • Natuur
    • Ondernemerschap
    Kapitaal:
    alle kapitaalgoederen waarin je geld investeert en die je langere tijd bij de productie gebruikt, zoals machines, gebouwen en voertuigen.
    Arbeid:
    de lichamelijke en geestelijke inspanningen die de mensen bij de productie leveren
    Natuur:
    Alles wat de natuur levert. Bijvoorbeeld de grond zelf, grondstoffen, aardolie en aardgas
    Ondernemerschap:
    de activiteiten van de ondernemer, die het productieproces organiseert en leidt.

    Slide 10 - Tekstslide

    Vergoeding voor de productiefactoren
    Kapitaal
    Arbeid
    Natuur
    Ondernemerschap
    huur, rente
    loon
    pacht
    winst

    Slide 11 - Tekstslide

    In het verleden was het kanobedrijf arbeidsintensief
    Arbeidsintensief:
    bedrijven met hoge arbeidskosten, omdat de productie daar vooral tot stand komt door menselijke arbeid (vaak dienstverlenende bedrijven).
    Arbeidsintensief of kapitaalintensief?
    Tegenwoordig is het kanobedrijf kapitaalintensief
    Kapitaalintensief:
    bedrijven die in verhouding veel gebruik maken van kapitaalgoederen. Zij hebben ook hoge afschrijvingskosten.

    Slide 12 - Tekstslide

    Duurzaam produceren
    • Duurzaam produceren = produceren zonder schade voor mensen/natuur voor nu en in de toekomst

    Slide 13 - Tekstslide

    Vragen?
    VRAGEN?

    Slide 14 - Tekstslide

    Learnbeat

    Maken par. 3.2 A: Productie

    SUCCES!!!

    Slide 15 - Tekstslide

    Vragen?

    Slide 16 - Tekstslide

    Wat is een bedrijfskolom?

    Slide 17 - Tekstslide

    Bedrijfskolom
    • De weg die een product aflegt van grondstof 
    tot eindproduct is voor te stellen met de 
    bedrijfskolom. -->

    • Tussen de schakels van een bedrijfskolom
    bevindt zich een markt

    Slide 18 - Tekstslide

    Bedrijfskolom
    Bedrijfskolom
    • Productiefasen

    Slide 19 - Tekstslide

    Learnbeat

    Maken par. 3.2 B: Productieweg

    SUCCES!!!

    Slide 20 - Tekstslide

    Check lesdoelen

    Slide 21 - Tekstslide

    Huiswerk:


    Start hoofdstuk 3
    maken 3.2 A + B

    Succes!!!

    Slide 22 - Tekstslide