Kapitel 9 Voorzetsels 3. naamval, persoonlijk vnw (herhaling 4)

Ich bin verliebt in Personal pronomen!
Ich bin so verliebt! Ohne ihn kann ich nicht leben.
Ich habe die ganze nacht von ihr geträumt. Mit mir wird sie glücklich sein. 
Für uns ist die Liebe gemacht worden...

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ich bin verliebt in Personal pronomen!
Ich bin so verliebt! Ohne ihn kann ich nicht leben.
Ich habe die ganze nacht von ihr geträumt. Mit mir wird sie glücklich sein. 
Für uns ist die Liebe gemacht worden...

Slide 1 - Tekstslide

Bewijzen van liefde....

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

durch
für
gegen
ohne
um
bis
entlang
door
voor
tegen
zonder
om
tot
langs, voorbij

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht: Vul op het uitgedeelde formulier de vertaling in!
Beispiele
Ohne dich kann ich nicht leben
Er hat Blumen für mich gekauft
Ich denke, ich bin euch entlang gelaufen!


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

mij: Ist diese Uhr wirklich für ...?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

jou: Dieses Geschenk ist für ...

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

hem: Wir gehen ohne ... zum Park

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

haar: Das kannst du gegen ... nicht sagen!

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

jullie: Ohne ... macht es kein Spaß hier zu sein

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

wie: Um ... weint er jetzt? Seine Freundin?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ich kenne das Personal pronomen in den ersten und vierten Fall
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ich möchte kein Haus (zonder) Balkon

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geh (om) das Haus herum, dort ist unser Garten

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hat er schon (zonder ons) die Küche sauber aufgeräumt?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Der Sessel ist groß, aber (door hem) ist es gemütlich!

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorzetsels met de derde naamval (MV)  meewerkend voorwerp

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

aus
bei
mit
nach
seit
von
zu
außer
gegenüber
entgegen
uit
bij
mee
naar (richting)
sinds
van
naar (personen)
behalve
tegenover
tegemoet

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht: Vul op het uitdeelde fomulier de vertaling in!
Beispiele
Kommst du heute zu mir?
Mit euch kann man immer lachen
Außer ihm kam niemand zu meiner Party



schema

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In een overzicht...
3de: aus bei mit nach seit von zu außer gegenüber entgegen
4de: durch für gegen ohne um entlang
timer
4:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Von (hem) hatte ich das nicht erwartet.
A
er
B
ihm
C
ihn

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wollt ihr mit (ons) in die Eisdiele
A
wir
B
uns
C
unser

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

   Soll ich heute aber zu (jou) kommen?
A
dir
B
du
C
dich
D
dein

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hast du noch mit (haar) darüber gesprochen?
A
sie
B
ihr
C
mich
D
dich

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gehst du mit (mij) shoppen?
A
ich
B
mir
C
mich
D
mein

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ich feiere bei (hun) mein Geburtstag.
A
sie
B
ihr
C
ihnen
D
euch

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ich gehe heute Nachmittag zu (haar)
A
sie
B
ihr
C
ihre

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hast du noch [met haar] darüber gesprochen?
A
mit ihr
B
mit sie

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ich habe nichts mehr [van hen] gehört.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Soll ich heute (naar jou) kommen?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Personal pronomen nach Präpositionen
Ik begrijp dit, heb dit geleerd en geoefend
Ik begrijp dit, maar moet dit nog leren en oefenen
Ik begrijp dit een beetje, ik weet waar ik dit kan nalezen
Ik bergrijp hier helemaal niets van, ik heb hulp nodig

Slide 30 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

ontleden en persoonlijke voorzetsels

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De zeurende ouder...
Heb je de hond nou al zijn eten gegeven?
Heb je het hem nou al gegeven?

Slide 32 - Tekstslide

Het gaat over mijn hond.... De zin in het Duits is qua volgorde precies hetzelfde natuurlijk

De zeurende ouder...
Hast du dem Hund jetzt schon sein Essen gegeben?
Hast du es ihm jetzt schon gegeben?

Slide 33 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden: In het Nederlands en in het Duits
Vergelijk:
Meine Oma hat mir eine neue Jacke gegeben.
Mijn oma heeft mij een nieuwe jas gegeven.

Warum lachst du mich aus?
Waarom lach je mij uit?

Slide 34 - Tekstslide

Zin 1 gebuik meewerkend voorwerp
Zin 2 geruik lijdend voorwerp
Aufgabe
Schreibe die Übersetzung der Personalpronomen auf deinem Arbeitsblatt dazu.

ich
ik
mir
(aan/voor)mij
mich
mij

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In een overzicht...
3de: aus bei mit nach seit von zu außer gegenüber entgegen
4de: durch für gegen ohne um entlang
timer
4:00

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik stuur haar een brief
Ich schicke ... einen Brief

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herr Holler verkauft (hem) sein Auto
A
er
B
ihm
C
ihn
D
es

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wir verraten (jullie) nicht, was der Überraschung ist!
A
ihr
B
ihnen
C
euch
D
sie

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sie hat schon einmal gelogen. Glaubst du (haar) jetzt?
A
sie
B
uns
C
ihnen
D
ihr

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

zij/hun/hen: Hat die Lehrerin das ... schon erzählt?
A
sie
B
ihnen
C
euch
D
uns

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Den Kuchen? Den hat sie ... gebacken!
A
dir
B
du
C
dich

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Personalpronomen
Ik begrijp dit en heb het geleerd en goed geoefend
Ik weet waar ik het kan nalezen, daarna leer en oefen ik
Ik hoef alleen nog te leren en te oefenen
Ik begrijp dit echt helemaal niet, ik heb hulp nodig

Slide 43 - Poll

Deze slide heeft geen instructies