Paragraaf 8: onjuiste inversie

Goedemorgen!
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Stil lezen (nieuw boek)
  • Terugblik formuleren
  • Paragraaf 8: onjuiste inversie uitleg
  • Oefenen
  • Opdrachten reader nakijken met nakijkboekje
  • Maken: opdr. 19, stencil met oefeningen (t/m paragraaf 8)
  • Les afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Stil lezen

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik + oefenen
1. Welke acht formuleerfouten hebben we tot nu toe behandeld?
2. Hoe noem je het als twee gezegdes door elkaar zijn gebruikt? 
3. Wat zijn de kenmerken van een beknopte bijzin?
4. Wat komt niet overeen in een foutief beknopte bijzin?
5. Verbeter onderstaande zin en noem de fout.
De social media die nu populair is onder de jongere, is TikTok en Snapchat.
In het centrum aangekomen, waren alle parkeergarages vol.


Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 17 nakijken
Beknopte bijzin.

Slide 5 - Tekstslide

Inversie (omdraaiing)

    • Normaal gesproken in het Nederlands: onderwerp --> persoonsvorm
       (Jan loopt in de stad)
    • Als je dit omdraait, dus persoonsvorm --> onderwerp schrijft, dan is er sprake van inversie.  (Loopt Jan in de stad?)
    • Dit mag in drie gevallen wel, maar anders is het fout. 

    Slide 6 - Tekstslide

    Foutieve inversie

    Er vindt inversie plaats terwijl dit eigenlijk niet mag: foutieve inversie. Gebeurt vaak na de nevenschikkende voegwoorden en en maar. (Soms ook bij of, dus en want, alleen vaak hoor/lees je dat zelf al.)

    Foutief:

    Vorige week was hij ziek en zijn we daarom nog niet klaar met de opdracht.


    Correct:

    Vorige week was hij ziek en we zijn daarom nog niet klaar met de opdracht.

    Slide 7 - Tekstslide

    Foutieve inversie
    Inversie betekent dus dat de persoonsvorm en het onderwerp gewisseld worden. Dat mag alleen in de volgende gevallen:

    - als de hoofdzin een vraagzin is ("Fiets ik naar school?")
    - als de hoofdzin begint met een ander zinsdeel dan het onderwerp ("Morgen fiets ik naar school")
    - als een samengestelde zin begint met een bijzin ("Terwijl ik bel, fiets ik naar school")

    Slide 8 - Tekstslide

    We hebben vanmiddag geen huiswerk en gaan we daarom vanavond naar de bioscoop.
    A
    Foutieve inversie
    B
    Goede inversie
    C
    Geen fout

    Slide 9 - Quizvraag

    Gisteravond maakte hij het te laat en is hij dus vandaag niet te genieten.
    A
    Goede inversie
    B
    Foutieve inversie

    Slide 10 - Quizvraag

    Aan de slag!
    • Eerste vragen opdracht 19 samen (t/m 3)
    • Maak dan opdracht 19 alleen verder.
    • Klaar? Maak de oefeningen van het stencil (is voor donderdag huiswerk)

    Slide 11 - Tekstslide