toetsweek 3: WOII

toetsweek 3: WOII
ter voorbereiding voor de toets
Tweetallen

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

toetsweek 3: WOII
ter voorbereiding voor de toets
Tweetallen

Slide 1 - Tekstslide

1) Wat is een kenmerk van de NSDAP? Maak de zin af:

De NSDAP is een partij …
A
...die voor een dictatuur is
B
...die voor samenwerking met de communisten is
C
...die voor vrijheid van meningsuiting is
D
...die voor vrije verkiezingen is

Slide 2 - Quizvraag

Wat is past NIET bij de NSDAP?
A
Antisemitisme
B
Geweld is goed
C
Herstelbetalingen
D
Een leider over de nationaal socialisten

Slide 3 - Quizvraag


Leg uit waarom Hitler Oostenrijk en Sudetenland wilde.

Slide 4 - Open vraag

Waarom accepteerden Frankrijk en Engeland de eisen van Hitler met betrekking tot Sudetenland zo gemakkelijk?

Slide 5 - Open vraag

Wat hield de appeasementpolitiek in?
Gebruik in je antwoord:
Conferentie van München, Engeland, Hitler, Sudetenland, oorlog

Slide 6 - Open vraag

begrippen:
bondgenootschap tussen Duitsland, Italië en Japan tijdens WOII.

Slide 7 - Open vraag

Wie zijn de geallieerden en de overwinnaars van WOII
A
Sovjet Unie, Italië, Frankrijk
B
Verenigde Staten, Engeland, Sovjet Unie
C
Engeland, Frankrijk, Verenigde Staten
D
Sovjet Unie, Verenigde Staten, Frankrijk

Slide 8 - Quizvraag

Wat is Pearl Harbor?
A
Een Amerikaanse lanceerbasis.
B
Een Amerikaanse legerbasis.
C
Een Amerikaanse luchtmachtbasis.
D
Een Amerikaanse marinehaven.

Slide 9 - Quizvraag

Wat was het gevolg van de aanval Pearl Harbor
A
Japan gaat meedoen in de oorlog
B
De V.S. gaat mee doen in de oorlog
C
Italië gaat mee doen in de oorlog
D
Rusland gaat mee doen in de oorlog

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer werd Pearl Harbor aangevallen?
A
feb 1940
B
feb 1941
C
dec 1940
D
dec 1941

Slide 11 - Quizvraag

Antisemitisme is:
A
Samenwerken met de bezetter van een land
B
De moord op 6 miljoen Joden in WO II
C
Aanhangers van de NSDAP en de ideeën van Hitler
D
De haat tegen Joden

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een gevolg voor Nederlanders in Indonesië tijdens de Japanse bezetting?
A
Krijgsgevangenen moeten werken aan spoorlijn
B
Nederlanders werden teruggestuurd naar Nederland
C
Er gebeurde niets met de Nederlanders
D
Er waren geen Nederlanders in Indonesië

Slide 13 - Quizvraag

Hoe was de Japanse bezetting voor de inwoners van Indonesië?
A
Die was goed voor de Nederlanders (werden eerlijk behandeld) en ook voor de Indonesiërs want die kregen onafhankelijkheid.
B
Was slecht voor de Nederlanders (strafkampen) maar goed voor de Indonesiërs want die kregen onafhankelijkheid.
C
Die was goed voor de Nederlanders (werden eerlijk behandeld) maar slecht voor de Indonesiërs want ze werden gebruikt voor dwangarbeid.
D
Slecht voor de Nederlanders (strafkampen) en slecht voor de Indonesiërs want die moesten dwangarbeid leveren.

Slide 14 - Quizvraag

In welk jaar bezet Japan Indonesie?
A
1940
B
1942
C
1943
D
1945

Slide 15 - Quizvraag

D-Day was op
A
6 juni 1945
B
7 december 1942
C
6 juni 1944
D
5 mei 1945

Slide 16 - Quizvraag

Wat is D-day?
A
Dat de geallieerden landden op Normandië.
B
Dat Duitsland Nederland aanviel.
C
Dat er atoombommen in Azië werden gebruikt.
D
Een blitzkrieg

Slide 17 - Quizvraag

Welke gebeurtenis past het best bij de afbeelding?
A
Bombardement Amsterdam
B
Bombardement Den Haag
C
Bombardement Rotterdam
D
Wat?

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een belangrijk keerpunt in de Tweede Wereldoorlog?
A
Pearl Harbor
B
Battle of Britain
C
Slag bij Stalingrad
D
Bombardement Rotterdam

Slide 19 - Quizvraag

Waarom was NL
vanaf 15 mei 1940
geen rechtsstaat
meer?
A              B              C             D
Nederland bezet.
A
Democratie verdween, NSB als enige partij.
B
Gelijkheidsbeginsel verdween, toepassen rassenleer.
C
Bombardement Rotterdam, capitulatie Nederland.
D
Vrije media verdween, Duitse propaganda.

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de holocaust
A
De holocaust is de trein vanaf Westerbork
B
De holocaust is een concentratiekamp
C
De holocaust is de massamoord op zes miljoen Joden door de Nazi's in WOII.
D
De holocaust is een reddingsactie tijdens de tweede wereldoorlog

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een oorlogsmonument?
A
Dat is altijd een beeldje van iemand die de oorlog heeft meegemaakt
B
Een monument dat is opgericht om aan de oorlogsslachtoffers te denken
C
Een monument waar landen oorlog om voeren
D
Dat bestaat niet

Slide 22 - Quizvraag

Zet de volgende gebeurtenissen op volgorde:
1. Bombardement op Rotterdam
2. Begin van de Tweede Wereldoorlog
3. Zuid-Nederland wordt bevrijd
4. Heel Nederland bevrijd
A
1 2 3 4
B
2 1 4 3
C
2 1 3 4
D
1 4 3 2

Slide 23 - Quizvraag