Uitscheiding BBL VIG Modulair

Uitscheiding
Leerdoelen:
  • aan het eind van deze les weet ik wat er onder uitscheiding wordt verstaan
  • aan het eind van deze les weet ik wat de observatie punten zijn bij uitscheiding
  • aan het eind van deze les weet ik afwijkingen zijn in de verschillende  uitscheidingsproducten
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Uitscheiding
Leerdoelen:
  • aan het eind van deze les weet ik wat er onder uitscheiding wordt verstaan
  • aan het eind van deze les weet ik wat de observatie punten zijn bij uitscheiding
  • aan het eind van deze les weet ik afwijkingen zijn in de verschillende  uitscheidingsproducten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaraan denk je als je het woord uitscheiding hoort?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitscheiding

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Uitscheiding

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitscheiding
  •  De uitscheiding is een natuurlijk proces van het lichaam om overtollige stoffen en vocht te verwijderen.
  • Urineren
  • Ontlasting
  • Braken
  • Sputum
  • Transpiratie
  • Menstruatie

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat beheers jij  wel/niet?
- de zorgvrager op basis van het verpleegplan ondersteunen bij de uitscheiding.
- de observatiepunten bij urinelozing en observatiepunten van urine beschrijven.
- de observatiepunten van ontlasting beschrijven.
- de zorgvrager ondersteunen bij uitscheiding van urine en ontlasting.
- een zorgvrager ondersteunen bij incontinentie.
- hulp bieden bij het opgeven van sputum, braken, de menstruatie en hevige transpiratie.
- bij veranderingen in de uitscheiding maatregelen nemen.
- de zorgvrager bij het ondersteunen bij de uitscheiding en naastbetrokkenen op een overtuigende manier motiveren tot haalbare activiteiten.
- bij het ondersteunen bij de uitscheiding respect voor de eigenheid en privacy van de zorgvrager en naastbetrokkenen tonen.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn observatie punten als je denkt aan urine?

Slide 7 - Open vraag

frequentie;
hoeveelheid;
kleur;
helderheid;
geur;
manier van urineren
Controle urine
1. Frequentie - hoe vaak plast de client?
2. Hoeveelheid - hoeveel plast de client?
3. Kleur - welke kleur heeft de urine?
4. Helderheid - hoe helder is de urine?
5. Geur - hoe ruikt de urine?
6. Manier van urineren - snel/langzaam/vloeiend/in etappes?


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urine
  • Hoe vaak ga jij per dag naar het toilet? 
  • Welke kleur heeft jouw urine?


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleur urine
  • Licht geel (helder) - Veel gedronken
  • Donkerbruine urine - Weinig gedronken/Bilirubine
  • Mahoniehout kleurig - icterus
  • Rode urine - Bloed in de urine/Hematurie
  • Bruine urine - Oud bloed/ leveraandoening
  • Witte urine- Fosfaatzouten
  • Troebel schuimend - zoutkristallen van urinezuur of fosforzuur 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observaties urine
Kleur
Geur
Helderheid
hoe urineert iemand? 
pijn, frequentie, hoeveelheid

Voeding kan kleur beinvloeden
medicatie
diabetes

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urine monster 
  • Kleur - densimeter 
  • Concentratie - soortelijk gewicht
  • Glucose - glucosurie of ketonurie
  • Eiwit - albuminurie of proteinurie 
  • Urinesediment (niet opgeloste deeltjes)
  • Urinekweek
  • 12 en 24u urine 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie urineren er vaker?
A
pubers
B
kinderen
C
volwassenen
D
ouderen

Slide 13 - Quizvraag

Kinderen, zij hebben een kleinere blaas en moeten dus vaker plassen
Wanneer moet je vaker urineren?

Slide 14 - Open vraag

nervositeit
blaasontsteking
zwangerschap
plastablettten

je urineert minder als je 
uitgedroogd bent 
hartproblemen hebt
nierproblemen
veel zweet
braakt

Hoeveelheid urine
  • Hoeveel iemand urineert hangt af van wat iemand drinkt
  • Ook kijk je naar andere uitscheiding dus zweten, braken, diarree als de cliënt dit heeft urineert hij minder  
  • Extreem veel drinken en urineren kan te maken hebben met diabetes

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je het als je een hele dag de urine van een cliënt moet opvangen voor onderzoek
A
dag urine
B
urinesediment
C
24 uurs urine
D
dag en nacht urine

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke kleur kan urine hebben?

Slide 17 - Open vraag

Normaal: licht geel

Donder geel tot donkerbruin: kan lever probleem zijn

Roze, rood : bloed bij de urine of door bepaalde voedingsproducten bv rode biet


Hoe komt het dat urine troebel kan zijn?
A
bacteriën, eiwitten en pus
B
bacteriën bloedcellen en pus
C
bacteriën, eiwitten en bloedcellen
D
eiwitten, bloedcellen en pus

Slide 18 - Quizvraag

Ook kan het zijn dat de urine al een tijdje in een potje staat (oude urine) 
Wanneer ruikt urine sterker dan normaal?

Slide 19 - Open vraag

blaasontsteking.
suikerziekte
oude urine die al tijdje staat
Wat is normaal?
  • Normaal doet urineren geen pijn
  • men urineert in 1x de blaas leeg
  • je urineert met een flinke straal
  • de blaas wordt normaal gevuld

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer zal een cliënt moeite hebben met urineren?

Slide 21 - Open vraag

direct na bevalling
bij neurologische problemen als dwarsleasie
aangeboren afwijkingen aan de urinewegen
vergrote prostaat
blaasontsteking
De arts controleert de urine door middel van.....?
A
kijken en ruiken
B
test strips
C
klachten die de cliënt heeft

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar let je op als je een test strip gaat gebruiken?
A
vervaldatum
B
juiste bewaarplek
C
waar de strip voor is
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar in het dossier rapporteer je over de urine?
A
rapportage
B
vochtbalans
C
rapportage en vochtbalans

Slide 24 - Quizvraag

Eventueel uitleg geven wat vochtbalans is
Urine opvangen
  1. Neem ochtend urine, want dit zit al een tijdje in de blaas en heeft de hoogste concentratie
  2. Zorg dat de geslachtsorganen voor het afnemen gewassen zijn
  3. Neem de middelste urine (midstream) dus eerst klein beetje plassen, dan opvangen en daarna de blaas leeg plassen)
  4. Zorg voor een schoon potje, liefst een echt urine potje

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke hulpmiddelen kun je gebruiken bij het urineren?

Slide 26 - Open vraag

po
urinefles/urinaal
katheter
concoomkatheter

Denk ook aan privacy
Wat is urine retentie?
A
Zonder aandrang urine verliezen
B
Door hoesten urine verliezen
C
Urine vasthouden in de blaas door niet te kunnen urineren
D
Het overlopen van de blaas

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bladderscan

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten incontinentie ken je?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandelingen bij incontinentie
  1. Bekkenbodem oefeningen
  2. Blaastraining
  3. Electrostimulatie
  4. Zelf katheterisatie
  5. Medicijnen
  6. Operatie

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel ontlasting produceer je gemiddeld op 1 dag?
A
50- 100 gram
B
100-150 gram
C
100-200 gram
D
150-300 gram

Slide 32 - Quizvraag

Bij diarree meer, bij obstipatie minder
Kleur van ontlasting

Slide 33 - Tekstslide

Zwart: bloed vanuit maag of darmen of het gebruik van ijzertabletten.
Grijs of witte kleur: kan wijzen op een aandoening van de gal of galwegen.
Groene kleur: Te veel gal en bepaalde maagdarminfecties.
Gele kleur: wijst op alcoholgebruik.
Witte puntjes: wijst op wormen
Helderrood= bloeding door bijv. aambeien.
Kleur van de voeding speelt ook een rol, door bijv. rode bieten te gaan eten.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan er allemaal in je ontlasting zitten?

Slide 35 - Open vraag

etensresten
bloed
wormen
parasieten
slijm
pus
Welk hulpmiddel gebruik je niet om ontlasting in op te vangen
A
schuitje
B
incontinentie materiaal
C
po
D
urinaal

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekst
Diarree
Obstipatie
vezelrijke gezonde voeding
uitdroging
donkere urine
aambeien
harde ontlasting
ontlasting pijnlijk
Bij bedlegerige mensen
Vaak meerdere keren per dag
waterdunne ontlasting

Slide 37 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van transpireren?
A
te veel aan vocht verwijderen
B
de huid bevochtigen
C
temperatuurregulatie
D
warmteproductie

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen oorzaak van meer transpireren?
A
Ontspanning
B
Hormonale verandering
C
Inspanning
D
Te lage bloeddruk

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Observatie sputum
1. Hoeveelheid (van enkele milliliters tot enkele honderden milliliters per dag).

2. Kleur en consistentie. 
  • Slijmerig sputum is helder en draderig: ontstekingen van de bovenste luchtwegen.
  • Gele slijmkleur:  virale ontstekingen van de luchtwegen.
  • Taai sputum: bij bronchitis en longontsteking
  • Oranjebruin (door bijmenging van bloed); longontsteking
  • Etterig sputum groen en kan klonterig zijn:  bacteriële ontsteking van de luchtwegen. 
  • Bloederig sputum, lichtrood schuimend sputum: een longbloeding. 
  • Spoortjes bloed kunnen op diverse longziekten wijzen, onder meer op longcarcinoom.
3. Geur. Bij verschillende longziekten kan dit zeer onaangenaam zijn.






Slide 40 - Tekstslide

Onder gezonde omstandigheden wordt er geen sputum geproduceerd. 

sputum = Opgehoest slijm van de slijmvliezen van de ademhalingsorganen
Sputum opvangen voor observatie
Zorgvrager moet flink diep inademen en ophosten
Gebeurd altijd 's morgens

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Braaksel

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat observeer je als iemand braakt?

Slide 43 - Open vraag

  • tijdstip en frequentie
  • hoeveelheid
  • manier van braken bv explosief
  • bestandsdelen bv zit er bloed  bij, gal, ontlasting??
  • geur (fecaal braken( 0ntlasting braken) een bloed braken ruikt erg vies
Observatie braken
of vomeren


1. Tijdstip en frequentie. 
2. Hoeveelheid.
3. Manier van braken. Explosief braken, waarbij de maaginhoud eruit spuit, is kenmerkend voor hersenletsel. Braken kan ook kokhalzend gebeuren.
4. Bestanddelen.
5. Geur. Vooral bij fecaal braken kan de geur zeer onaangenaam
 zijn.


Rapporteer je observatie!





Slide 44 - Tekstslide

Ad 1. Als de zorgvrager na het eten overgeeft, kunnen bepaalde voedingsmiddelen de oorzaak zijn. Als een hersenaandoening de oorzaak is, is het tijdstip van braken onafhankelijk van het eten. 's Ochtends braken is typisch voor de eerste zwangerschapsmaanden.

Ad 4. Braaksel bestaat uit maaginhoud. Hierin kunnen echter allerlei bijmengingen zitten. Bij bloedingen is het braaksel rood. Als het bloed enige tijd in de maag heeft gezeten, verkleurt het naar zwart onder invloed van het maagzuur. Braaksel kan ook gal bevatten. Bij een darmafsluiting kan er behalve maaginhoud ook darminhoud gebraakt worden. Dit wordt fecaal braken genoemd.
Uitscheiding
Leerdoelen:
  • aan het eind van deze les weet ik wat er onder uitscheiding wordt verstaan
  • aan het eind van deze les weet ik wat de observatie punten zijn bij uitscheiding
  • aan het eind van deze les weet ik afwijkingen zijn in de verschillende  uitscheidingsproducten

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitscheiding
  • De uitscheiding van darmen, blaas en huid.
  • De manier hoe de regelmaat is van de uitscheiding (en/of gebruik laxantia of andere middelen)
  • De zelfredzaamheid
  • Ook eventuele hulpmiddelen (katheter, plaswekker, stoma-artikelen) vallen hieronder. 

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies