Wat? Maken Paragraaf 13.1 tot opdracht 11
Hoe? met een buurman of buurvrouw
Hoe lang? ong. 10 minuten
Vraag? Vraag het fluisterend aan je buurman/vrouw.
Weet die het ook niet? Steek dan je vinger op
Klaar? Kijk of je dit voor jezelf helder kunt opschrijven (samenvatten)