13.1 Eten

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 13: Dieren en planten

Slide 2 - Tekstslide

Programma
  • Doornemen hoofdstuk 13
  • Start paragraaf 13.1
  • Zelfstandig aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

Doelen 13.1
  • De leerlingen kunnen benoemen hoe verschillende dieren eten.
  • De leerlingen kunnen benoemen hoe planten 'eten'.
  • De leerlingen kunnen uitleggen hoe organismen kunnen voorkomen dat ze worden opgegeten. 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe kauwen dieren?
Dieren kunnen we grofweg verdelen in 3 groepen:
- Planteneter (herbivoren) 
- Vleeseters (carnivoren)
- Alleseters (omniforen)

Slide 5 - Tekstslide

Hoe kauwen dieren?
Planteneters: plooikiezen --> celwanden planten
Vleeseters: knipkiezen en hoektanden
Alleseters: knobbelkiezen, snijtanden en hoektanden

Slide 6 - Tekstslide

Waarom zijn koeien dikker dan honden?

Slide 7 - Open vraag

Waarom zijn koeien dikker dan honden?

Slide 8 - Tekstslide

Energiebalans
E = energie in eten = 1000 kJ

B =energie om te bewegen
T = energie om warm te blijven
U = energie in uitwerpselen
P = energie nodig voor nieuwe cellen

B = 400 kJ      T = 400 kJ.     U = 100 kJ     P = 100 kJ

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
Wat?                  Maken Paragraaf 13.1    
                                                          3 tm 15
                 
Klaar?                 Kijk of je dit voor jezelf helder kunt opschrijven                                     (samenvatten) 

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen les 2  13.1
  • Je kan de fotosynthese uitleggen
  • Je weet hoe organismen voorkomen om opgegeten te worden.
  • Je kan benoemen hoe ééncelligen 'eten' 

Slide 11 - Tekstslide

Hoe 'eten' planten?
Fotosynthese in de bladgroenkorrels

Plant neemt water op via de wortels en koolstofdioxide via de bladeren.
Zuurstof wordt afgestoten via de bladeren en glucose wordt gebruikt voor energie.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

van glucose maakt een plant weer andere stoffen


zetmeel (waar zit veel zetmeel?)
eiwitten
vetten
vitaminen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Waardoor worden organismen niet gegeten?
Camouflage: niet opvallen in de omgeving, zodat
predatoren (roofdieren) hen niet zien!

Slide 16 - Tekstslide

Waardoor worden organismen niet gegeten?
Camouflage: niet opvallen in de omgeving

Slide 17 - Tekstslide

Waardoor worden organismen niet gegeten?
Mimicry: lijken op een ander (giftig) dier

Slide 18 - Tekstslide

Waardoor worden organismen niet gegeten?
Planten niet gegeten door:
Doorns, brandharen, bittere stoffen, gif

Slide 19 - Tekstslide

Hoe eten 1-cellige organismen?

Slide 20 - Tekstslide

Hoe eten 1-cellige organismen?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Fotosynthese is..
A
Water + koolstofdioxide + licht > glucose + zuurstof
B
H20 + CO2 + licht > C6H1206 + 6 O2
C
Glucose + zuurstof > koolstofdioxide + water + warmte

Slide 24 - Quizvraag

Wat heb je niet nodig voor fotosynthese?
fotosynthese:
koolstofdioxide + water + licht => glucose + zuurstof

Mineralen zijn nodig om van glucose eiwitten en vetten te maken, maar dat is geen fotosynthese
A
zuurstof
B
zonlicht
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 25 - Quizvraag

Wat heb je niet nodig voor fotosynthese?
fotosynthese:
koolstofdioxide + water + licht => glucose + zuurstof

Mineralen zijn nodig om van glucose eiwitten en vetten te maken, maar dat is geen fotosynthese
A
mineralen
B
zonlicht
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 26 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van
A
Camouflage
B
Mimicry
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 27 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van
A
Camouflage
B
Mimicry
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 28 - Quizvraag

In de afbeelding staat een witte bloedcel die een bacterie opneemt.
Is het opnemen ervan endocytose of exocytose?
A
Endocytose
B
Exocytose

Slide 29 - Quizvraag

Aan de slag
Wat?                  Maken Paragraaf 13.1  16 tm 25
Hoe?                  Alleen; Zs
Hoe lang?        ong. 15 minuten
Vraag?               Na Zs => Zf; Vraag het fluisterend aan je  buurman/vrouw.   
Klaar?  Maak een begrippenlijst van alle dikgedrukte begrippen of een mindmap over paragraaf 13.1 of een samenvatting 

Slide 30 - Tekstslide