Thema 6 Dictee 1 oefenen
1 / 24
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet jij over verliefd zijn?
Slide 2 - Woordweb
Wat doet deze vrouw?
Slide 3 - Open vraag
Maak een zin met "gelukkig".
Slide 4 - Open vraag
Wat is goed?
A
ingewikkelt
B
ingewikeld
C
ingewikelt
D
ingewikkeld
Slide 5 - Quizvraag
Wat is goed?
A
belagelijk
B
belacheluk
C
belachelijk
D
belageluk
Slide 6 - Quizvraag
Luister en typ het woord
Slide 7 - Open vraag
Luister en typ het woord
Slide 8 - Open vraag
Wat is dit?
A
de plaatjes
B
de indruk
C
het advies
D
het geloof
Slide 9 - Quizvraag
Wat is dit?
A
de angst
B
gevoelig
C
geweldig
D
de indruk
Slide 10 - Quizvraag
Maak een zin met "hopen".
Slide 11 - Open vraag
Wat is goed?
A
guweldig
B
geweldig
C
geweldug
D
geweldich
Slide 12 - Quizvraag
Luister en typ het woord
Slide 13 - Open vraag
Luister en typ het woord
Slide 14 - Open vraag
Wat is goed?
A
gevoelich
B
guvoelig
C
gevoelug
D
gevoelig
Slide 15 - Quizvraag
Als je tegen iemand zegt wat hij het beste kan doen, dan geef je...
A
geloof
B
invloed
C
advies
D
indruk
Slide 16 - Quizvraag
Als je nog niet weet wat je gaat eten, dan moet je dat ...
A
beloven
B
bedenken
C
herkennen
D
hopen
Slide 17 - Quizvraag
Luister en typ het woord
Slide 18 - Open vraag
Typ zonder fouten:
De buurvrouw geeft mij een geweldig advies.
De buurvrouw geeft mij een geweldig advies.
Slide 19 - Open vraag
Typ zonder fouten:
Het geloof kan ingewikkeld zijn.
Het geloof kan ingewikkeld zijn.
Slide 20 - Open vraag
Typ zonder fouten:
Ik voel mij heel erg gelukkig.
Ik voel mij heel erg gelukkig.
Slide 21 - Open vraag
Typ zonder fouten:
Angst kan heel hevig zijn.
Angst kan heel hevig zijn.
Slide 22 - Open vraag
Typ zonder fouten:
Wil je beloven dat je mij helpt?
Wil je beloven dat je mij helpt?
Slide 23 - Open vraag
Wat vond je van deze les?
A
leuk
B
niet leuk
